Het instrumentendecreet voorziet een nieuwe regeling waarbij er in de toekomst een administratieve procedure komt i.p.v. een gerechtelijke. Dit maakt de drempel alvast een stuk lager.
Het gekende systeem van enerzijds planbaten en anderzijds planschade, compenserende vergoedingen voor eigenaars en gebruikers en koopplichten blijft bestaan.

Nieuw is dat Landcommissies in de toekomst de waarde zullen bepalen, waarbij in eerste instantie algemene ramingsrappporten (per plan/omgeving) en daarop volgend individuele rapporten worden opgemaakt.
I.p.v. de vroegere regionale berekeningstabellen, zijn hiervoor objectieve factoren vastgelegd in het instrumentendecreet zoals de oppervlakte; de ligging; het bestemmingsgebied; het bestaan van pacht of van erfdienstbaarheden; de verwervingswaarde; de watertoets; het stedenbouwkundig in aanmerking komen voor bebouwing; aanwezige constructies; signaalgebieden of watergevoelig openruimtegebied; gebruikersbeperking,…

Nieuw in het instrumentendecreet zijn ook de extra criteria in de waardebepaling: gronden meer dan 50m voorbij de rooilijn; al dan niet ligging aan voldoende uitgeruste weg en de afstand tot die weg; bestemming als woonreservegebied en het gekende ontwikkelingsperspectief voor dat woonreservegebied
De Landcommissies zullen hierbij gebruik kunnen maken van een (nog te ontwikkelen dataset), die 3-jaarlijks wordt geüpdatet.
Bij de planbaten wordt expliciet vermeld dat deze pas gelden bij een ‘startfeit’, zoals verkoop, ontwikkeling van de site of gebruik maken van een omgevingsvergunning. Ook de optie van ‘niet-betaalbaarheid’ bestaat, bvb wanneer afstand wordt gedaan van de vergunning of deze laat vervallen.

Meer info