Op 20 september gaf UNIZO de aftrap van haar nieuwe werkjaar, tijdens haar traditionele Startevent. Het programma in het tot de nok gevulde KBC-auditorium stond geheel in het teken van "Energie voor ondernemers", hét hete hangijzer van het moment voor ondernemers. Federaal minister van Energie, Tinne Van der Straeten, kwam er uitvoerig haar energiebeleid toelichten.
In zijn toespraak pleitte Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder, nadrukkelijk voor een beleid dat inzet op het zélf produceren van onze energie:
In gesprek met moderator Erhan Demirci riep Peter Brysse, nationaal voorzitter UNIZO, de beleidsmakers nadrukkelijk op om, over alle beleidsniveaus en politieke kleuren heen, maximaal samen te werken en samen oplossingen te vinden voor deze enorme crisis. Hij verwees daarbij naar de aanpak tijdens de covid-crisis.
Energieminister Tinne Van der Straeten sloot zich volmondig aan bij de oproep van onze voorzitter en maakte zich in haar toespraak sterk er alles aan te zullen doen om niet alleen gezinnen, maar ook onze kmo's door deze zware periode te helpen. Daarbij benadrukte ze tegelijk enkel een combinatie van maatregelen, op de verschillende beleidsniveaus, het fundamentele verschil kan maken.
Download het UNIZO-activiteitenverslag 2021-2022
Het voorbije werkjaar heeft UNIZO er streng over gewaakt dat de loonnorm, vastgelegd op 0.4%, werd gerespecteerd in de sectorale onderhandelingen. Het hield daarbij maximaal rekening met de specifieke economische situatie van de sector of onderneming, het behoud en creatie van tewerkstelling, en concurrentiekracht. In alle negen paritaire (sub)comités, waarin UNIZO rechtstreeks is vertegenwoordigd, werd de beschikbare marge van 0,4% strikt gerespecteerd én werd de coronapremie integraal gelinkt aan een positief resultaat behaald tijdens de crisis. Met het sectoraal akkoord bereikt in het Aanvullend Paritair Comité voor Bedienden (PC 200), plaveide UNIZO de weg naar gematigde sectorale akkoorden in paritaire (sub)comités waarin bij UNIZO aangesloten sectorfederaties vertegenwoordigd zijn.
In juni 2022 werd de campagne “Recht op betaalbare lonen” gelanceerd waarin UNIZO het behoud en de strikte toepassing van de loonnormwet, een hervorming van de personenbelasting eist, en een ingreep in de automatische loonindexering. Dat laatste kan via een algemene aanpassing , een sociaal gecorrigeerde indexsprong, een netto-indexering, of minstens een ‘opting-out’ voor ondernemingen in moeilijkheden.
In 2019 al zette UNIZO een grootschalige campagne op om de afschaffing van de correctiecoëfficiënt in de pensioenberekening van zelfstandigen te bekomen. Voor pensioenen die sinds 1 januari 2022 ingaan, worden voor de loopbaanjaren vanaf 2021 geen rekening meer gehouden met de coëfficiënt. Concreet betekent dit dat de pensioenopbrengst van recente loopbaanjaren met ruim 40% stijgt.
UNIZO werkte ook mee aan een oplossing om meewerkende echtgenoten toegang te geven tot het minimumpensioen. Er werd een overgangsmaatregel uitgewerkt voor meewerkende echtgenoten geboren tussen 1 januari 1956 en 31 mei 1968. Deze groep ontvangt automatisch een minimumpensioen op voorwaarde dat ze ministens 2/3 van de periode tussen 1 januari 2003 en hun pensioen pensioenrechten opbouwden als meewerkende echtgenoot, zelfstandige of werknemer.
UNIZO pleitte verder nog voor de afschaffing van de verminderingsdrempels. Door deze afschaffing kunnen zelfstandigen zelf beslissen op basis van welk inkomen zij hun sociale bijdragen willen laten berekenen. UNIZO vraagt echter om te vertrouwen op het beoordelingsvermogen van de zelfstandige door de aanvraagprocedure af te schaffen. De overheid is bang dat zelfstandigen zomaar, zonder gegronde reden, minder sociale bijdragen zouden betalen, ook al heeft dat geen zin omdat de definitief gerealiseerde inkomsten uiteindelijk toch boven water komen.
UNIZO beschouwde het tekort op de arbeidsmarkt als één van de speerpuntdossiers voor het werkjaar 2021-2022. Om het tekort op de arbeidsmarkt aan te pakken stelde het vier oplossingen voor: werken meer lonend maken, arbeidsmobiliteit stimuleren, 60-plussers langer aan het werk houden en het re-integreren van langdurig zieken op de arbeidsmarkt.
Na intense onderhandelingen sloten de Vlaamse sociale partners op 24 maart 2022 het werkgelegenheidsakkoord: “Iedereen nodig, iedereen mee”. Op 30 juni bereikte de Vlaamse overheid met zes van deze partners, waaronder UNIZO, een overeenkomst om het akkoord in de praktijk te brengen. Deze overeenkomst bevat veertig concrete voorstellen die moeten helpen om de openstaande vacatures op de arbeidsmarkt ingevuld te krijgen.
![]() |
Het aanpakken van het aantal langdurig zieken werd door de federale regering aangestipt als een topprioriteit. Helaas respecteerde de uitgewerkte adviezen van minister Dermagne enkele belangrijke evenwichten niet. UNIZO bepleitte dat het evenwicht in de arbeidsrelatie werd gerespecteerd. Na verschillende besprekingen kwamen de sociale partners in de NAR en de HRBPW tot een unaniem en meer evenwichtig advies. De teksten werden daarna op een aantal cruciale punten aangepast. UNIZO blijft de nieuwe regelgeving kritisch opvolgen en zal waar nodig aanpassingen voorstellen. De teksten zullen na een jaar in werking worden geëvalueerd.
Lees het stappenplan voor re-integratie of download het dossier
Net zoals het aantal langdurige zieke werknemers, stijgt ook het aantal langdurig zieke zelfstandigen. UNIZO vraagt al jaren meer structurele ondersteuning voor zelfstandigen met gezondheidsproblemen die willen terugkeren naar de arbeidsmarkt. Met het "Terug Naar Werk Traject" voor zelfstandigen worden verschillende maatregelen genomen zodat de arbeidsongeschikte zelfstandige samen met het ziekenfonds kan nagaan hoe werkhervatting mogelijk is. UNIZO volgt het effect van deze maatregelen op de voet en blijft daarnaast pleiten voor meer investeringen in preventie en welzijn voor zelfstandigen. Langdurige afwezigheid zoveel mogelijk vermijden is immers (nog) beter dan afwezige zelfstandigen terug naar de werkvloer begeleiden.
UNIZO heeft zich ook hevig verzet tegen een algemene afschaffing van het ziektebriefje voor korte afwezigheden en ervoor gepleit om de beslissing of een doktersbriefje al dan niet nodig is over te laten aan de werkgever. Het lobbywerk van UNIZO zorgde ervoor dat er een uitzondering voor kmo’s met dan 50 werknemers werd opgenomen in de begrotingsnotificatie. Deze grens kan verlaagd worden naar 20 werknemers één jaar na de inwerkingtreding op voorwaarde van een bevestiging van de ministerraad, maar voor UNIZO is het belangrijk dat de grens overeind blijft op 50 werknemers. De organisatie zal dit ook bepleiten bij de bevoegde instanties.
In de loop van het werkjaar bleek dat het beleid bezig was met plannen om eenpersoonsvennootschappen strenger te belasten. Het idee is dat deze vennootschappen fictief zijn en enkel gebruikt worden om arbeidsinkomsten om te vormen in vermogensinkomsten. Er werd voorgesteld om een transparante belasting door te voeren, waar inkomsten van de vennootschap zouden belast worden als zijnde beroepsinkomsten van de aandeelhouder. UNIZO reageerde scherp op deze plannen, zowel in de pers als naar de beleidsverantwoordelijken. Tot op heden werd er nog geen hervorming doorgevoerd in de fiscaliteit van deze eenpersoonsvennootschappen. De strijd is nog niet gestreden, maar UNIZO blijft zich verzetten tegen het aanpakken van deze vennootschappen in dit kader. Ook in de toekomst zal UNIZO de rechten van zijn ondernemers blijven beschermen door gerichte acties binnen de globale fiscale hervorming.
UNIZO heeft ook gezorgd dat de wachttermijn binnen het VVPRbis stelsel begint te lopen bij inbreng en niet bij volstorting, wat de rechtszekerheid van de kmo-vennootschap vrijwaart. De wetgever voorzag in een voorwaarde dat men de wachttermijn voor uitkering afhankelijk zou maken van de datum van volstorting, en niet meer van inbreng. Hierdoor dreigden kmo-vennootschappen geen uitkering te kunnen verrichten voor de komende drie jaren. Door het ingrijpen van UNIZO loopt de wachttermijn nu vanaf de inbreng, waardoor de rechtszekerheid van de kmo-vennootschappen gegarandeerd blijft.
Samen met Graydon en UCM publiceert UNIZO jaarlijks een studie over het betaalgedrag in België. Uit de studie van november 2020 (onderzoekt de situatie in 2019) blijkt dat bedrijven of overheden één op zes facturen véél te laat (meer dan 90 dagen na de vervaldatum) of zelfs helemaal niet betaalt. Dit zijn de slechtste resultaten sinds de bankencrisis. UNIZO vroeg op basis van deze vaststellingen dan ook voor een verdere verstrenging van de betalingswetgeving. Deze bepalingen traden in werking op 1 februari 2022. De betaaltermijn tussen ondernemingen onderling, maar ook ten aanzien van de overheid werd, na goedkeuring van het parlement, beperkt tot maximaal 60 dagen.
Lees de meest recente studie over het betaalgedrag
UNIZO zal via haar jaarlijkse studie de situatie blijven monitoren om erover te waken dat overheden en grote ondernemingen ook effectief de verstrengingen naleven. Op langere termijn blijft UNIZO ijveren voor een werkelijke betalingsnorm van maximaal 30 dagen, waar slechts in uitzonderlijke omstandigheden van kan worden afgeweken.
De voorbije jaren was het voor kmo’s moeilijker en moeilijker om overheidsopdrachten in de wacht te slepen. Dit bleek uit de vele klachten van UNIZO-leden, maar ook van bij UNIZO aangesloten beroepsorganisaties. UNIZO kaartte het probleem aan bij de verschillende kabinetten, waardoor het bevorderen van toegang van kmo’s tot overheidsopdrachten één van de prioriteiten werd in het federaal regeerakkoord. UNIZO zette het probleem ook op Vlaams en Brussels niveau op de kaart. De federale regering maakte een actieplan bekend om de toegang voor kmo’s tot overheidsopdrachten te bevorderen. Het actieplan bevat zeer veel voorstellen van UNIZO, bijvoorbeeld maatregelen om het betalingsgedrag van de federale overheid te versnellen, het gebruik van de verdeling in percelen aan te moedigen, en transparantie te verhogen. Ook het e-procurementplatform wordt onder handen genomen om het eenvoudiger te maken voor kmo’s. Op dit moment werkt de federale regering aan verschillende wetgevende initiatieven, die volgens UNIZO zo snel mogelijk moeten uitgevoerd worden.
Belgische ondernemingen worden geconfronteerd met hoge energiekosten. UNIZO vroeg, naar analogie met de loonnorm, een energienorm die moet voorkomen dat de energiefactuur in België sneller zou stijgen dan in onze buurlanden. Deze norm is nodig om de competitiviteit te vrijwaren. Sinds januari 2014 ijvert UNIZO al voor de invoering van deze norm. Eind 2021 werd de energienorm gerealiseerd door een hervorming van de energiefactuur. Vanaf 1 januari 2022 werden vijf verschillende federale heffingen samengevoegd tot één bijzondere accijns. De hervorming is bedoeld om de energienorm te realiseren via deze regelknop en op termijn een groene taxshift te kunnen realiseren. De energienorm wordt gerealiseerd door de accijns te bevriezen op het niveau van 2021. Dit is vooral voor kmo’s van belang. UNIZO vraagt echter periodieke monitoring en evaluatie van de energieprijzen en de evolutie ervan in de buurlanden. Als de energieprijzen van onze kmo’s hoger zijn dan die in buurlanden, moet de overheid volgens UNIZO ingrijpen via deze regelknop.
UNIZO pleitte ook herhaaldelijk om de voorgenomen extra heffing op aardgast voor Vlaamse bedrijven niet in te voeren. UNIZO argumenteerde dat de timing bijzonder slecht was omdat de aardgasprijzen al erg hoog waren, de bijkomende heffing elke niet-residentiële aardgasgebruikers zou treffen en die professionele gebruikers hun aansluiting broodnodig hebben. De Vlaamse regering had uiteindelijk oor voor de argumenten van UNIZO en schrapte het punt uit de agenda. UNIZO zal zich blijven verzetten tegen een zogenaamde taxshift als dat voordeel grotendeels naar gezinnen gaat en slechts voor een minderheid naar kleine bedrijven.
Wil jij energie besparen? Lees dan onze 20 tips!
Heb jij vragen over de stijgende prijzen? Vind jouw antwoorden hier!
UNIZO detecteerde een aantal knelpunten in de regelgeving rond detailhandelvestiging. Deze werden opgenomen in het nieuw voorstel van decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid. Het is de eerste uitwerking van de “winkelshift” die door UNIZO gevraagd werd. Het Vlaams Parlement keurde de resolutie Kernversterkend Beleid goed. Het voorstel van decreet dient nog goedgekeurd te worden door het Vlaams Parlement. Dit mag echter geen probleem vormen gezien de unanieme goedkeuring van de voorafgaande resolutie. UNIZO lobbyt consequent voor kernversterking en de realisatie van een Bedrijvige Kern op alle niveaus, en voor ondersteuning van gemeenten die hieraan willen meewerken.
Lees het dossier Winkelen: vandaag & morgen