In 2019 werden in Vlaanderen amper 25 windmolens op het land gebouwd, met een geïnstalleerd vermogen van 75 MegaWatt (MW). 2020 was al niet veel beter, met 31 nieuwe windturbines, goed voor een bijkomend vermogen van 82 MW. Het totaal aantal operationele windturbines op het land in Vlaanderen kwam daarmee uit op 573 eind vorig jaar, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 1361 MW. Volgens het Windplan 2020 had dat echter 1500 MW moeten zijn. Een vertraging. Niettemin keurde de Vlaamse Regering in december 2020 een nieuw Windplan goed met de bedoeling om in 2030 2500 MW geïnstalleerd vermogen via windturbines te realiseren. "Maar aan dit tempo gaan we die noodzakelijke transitie naar meer duurzame energie nooit op tijd halen", vreest Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO. "Wij vragen op zijn minst dat het ontwerpdecreet bestemmingsneutraliteit voor hernieuwbare energie nu zo snel mogelijk wordt goedgekeurd. En dat de obstakels voor de aanleg van lokale microgrids worden weggewerkt." Al is ook daarmee de kous nog lang niet af, beseft UNIZO.

"Onze bedrijven tonen zich meer dan ooit bereid om te investeren in hernieuwbare energie, maar ze stoten daarbij op vaak onoverkomelijke hindernissen, waardoor aanvraagprocedures extreem lang kunnen aanslepen", gaat Danny Van Assche van UNIZO verder. Hij verwijst daarbij naar het voorbeeld van kmo-farmabedrijf Qualiphar in Bornem, waar gedelegeerd bestuurder Karl Verlinden afgelopen jaar eindelijk de windmolen mocht verwelkomen waarvoor hij twintig jaar geleden (!) zijn allereerste vergunningsaanvraag had ingediend. Twintig jaar! Nota bene voor een inplanting op het eigen terrein van het bedrijf, midden in industriezone, zonder woningen in de nabije omgeving. "Dit is Kafka ten top. Geen wonder dat veel ondernemers er niet durven aan beginnen, hoewel ze op zich wel zouden willen. Om nog maar te zwijgen over de bedrijven die het ooit met goeie moed probeerden maar ergens onderweg in de lange procedure hebben afgehaakt. Iets dat zo noodzakelijk is voor onze energievoorziening van de toekomst zou niet zo onoverkomelijk mogen zijn."

Dat we in 2019 en 2020 zo weinig vooruitgang boekten, was onder meer te wijten aan het groot aantal procedures van buurtbewoners en gemeentebesturen tegen windturbineprojecten, weet UNIZO. Aanslepende beroepsprocedures voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen vertragen het proces.  Vlaams minister voor Omgeving en Energie, Zuhal Demir, kondigde intussen de aanwerving aan van extra rechters en een doorgedreven digitalisering om de procedures te verkorten. Maar dan nog blijven er heel wat obstakels die moeten weggenomen worden om investeringen in hernieuwbare energie te stimuleren, waarschuwt UNIZO.

Zo is de bestemming van het perceel soms een obstakel voor de realisatie van windturbine-projecten. Om dat probleem weg te werken, lanceerde de Vlaamse Regering in 2018 een ontwerpdecreet dat zogenaamde 'bestemmingsneutraliteit' voorziet voor hernieuwbare energie. "Maar tot op vandaag is dat decreet nog altijd niet definitief goedgekeurd waardoor het dus dode letter blijft", betreurt Danny Van Assche van UNIZO. 'Bestemmingsneutraliteit' betekent dat de ruimtelijke bestemming van een gebied op zich geen weigeringsgrond (meer) vormt voor de inplanting van windturbines of andere hernieuwbare energie-installaties, met inbegrip van de opslag en eventuele ontsluitingswerken voor die lokale energieproductie. Er moet weliswaar nog altijd een omgevingsvergunning worden aangevraagd, waarbij de omgevingscheck de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening moet waarborgen. "Maar hiermee zou toch alweer een belangrijk obstakel worden weggenomen", weet Danny Van Assche. "We roepen het Vlaamse Gewest dan ook op om dat ontwerp-decreet niet langer te laten aanslepen en op korte termijn definitief goed te keuren."

Daarnaast moeten volgens UNIZO de barrières voor het aanleggen van zogenaamde 'microgrids' of directe lijnen worden gesloopt. 'Microgrids' zijn kleinschalige elektriciteitsnetten, waarbij elektriciteit rechtreeks van een bepaalde bron (bijvoorbeeld een windturbine, een zonnepaneleninstallatie...) wordt gedistribueerd naar een groep gebruikers (bijvoorbeeld een kmo-zone of kantoorgebouwen...). De stroom passeert dus niet langs het klassieke hoogspannings- of distributienet. Dat maakt het financieel voordeliger om stroom af te nemen, waardoor ook investeringen in zonnepanelen en windturbines rendabeler (en dus haalbaarder) worden. Voor die directe lijnen versoepelde de Vlaamse Regering in 2019 de wetgeving, wat een eerste belangrijke stap vooruit betekende. Zo is sinds 1 januari 2019 het mogelijke risico op een minder efficiënte uitbating van het distributienet of de eventuele impact op de distributienettarieven niet langer een decretale grondslag om de aanleg van directe lijnen te weigeren. Maar er blijven nog altijd juridische en technische obstakels om toestemming te verkrijgen.  Als de directe lijn openbaar domein doorkruist, moet er ook een omgevingsvergunning aangevraagd worden en moet er een procedure voor domeintoelating opgestart worden. "Veel procedures dus", zucht Danny Van Assche, Bovenop de vereiste toelating van de Vlaamse energieregulator VREG.  En wanneer uiteindelijk alle prodcures met succes doorlopen zijn, wacht de aanvrager nog een extra heffing voor het gebruik van de directe lijn, afhankelijk van het aansluitingsvermogen (laagspanning, middenspanning of hoogspanning) en de hoeveelheid getransporteerde energie in MWh. "Geef toe, welke kmo-zaakvoerder heeft zin om daar aan te beginnen?", besluit Danny Van Assche retorisch. "Daarom: sloop die obstakels!"

Meer weten? Contacteer UNIZO-woordvoerder Filip Horemans,
M 0478/22.37.51 - E filip.horemans@unizo.be