Goeiedag, dankuwel en tot ziens! Het Winkelhierlied maakt ons op een aanstekelijke manier warm om lokaal te kopen, liever dan internationaal te webshoppen. Hiermee benadrukken we het belang van lokaal kopen voor onze economie en samenleving. UNIZO werkte voor het lied samen met enkele muzikanten van hier: Miguel Wiels tekende voor de melodie, Phile Bokken deed de productie en Ronny Mosuse verzorgde tekst en zang. Een logische samenwerking, want wat muzikanten doen op een concert, doen lokale handelaars in de winkelstraat: ze zorgen voor ambiance, voor gezelligheid, voor een goed gevoel... en voor goesting om te blijven.

De drie makers vertellen ons zelf meer over hoe het Winkelhierlied tot stand kwam. Drie straffe heren samen, dat kan niet anders dan een instant hit opleveren, toch? “Bwa, het was toch niet zo eenvoudig als het misschien lijkt”, lacht Phile. “Probeer maar eens woorden als ‘winkel’, ‘winkelhier’ en ‘zelfstandige’ te integreren in een lied. Gelukkig kende ik de geknipte personen voor deze opdracht.”

Hitschrijfmachine

Phile nam eerst Miguel Wiels bij de arm, de hitmachine achter K3 en voormalig collega bij de Magical Flying Thunderbirds. “Voor de melodie installeerden we ons bij hem thuis in de studio. Hij achter de piano, ik met mijn gitaar. Miguel is gewend om akkoorden in een mooi klinkende volgorde te gieten. En voor je het weet, komt daar een aanstekelijk deuntje uit voort.”

Dat is volgens Miguel toch niet helemaal zo: “Ik heb helaas nog altijd geen toverformule waarmee ik gegarandeerd een hit kan schrijven. Het enige dat ik heb, is mijn buikgevoel. Ik schrijf melodieën die ik zélf graag hoor.”

“Nadien was het zoeken naar een tekstschrijver die ‘winkelhieren’ kon integreren in de muziek”, zegt Phile. “En wie beter dan Ronny Mosuse om dat te proberen? Ook om het lied te vertolken was hij de man die we nodig hadden.”

Lokaal shoppen

Als kleine zelfstandige kon Ronny zich wel vinden in de boodschap van het Winkelhierlied. “Toen Phile me opbelde voor deze opdracht, was ik direct verkocht. Toen ik jong was, had je nog kruidenierszaken. Ik vond dat fantastisch. En als de koekjes die dag toevallig op waren, of de choco zei de kruidenier: ‘Ik geloof dat de choco woensdag binnenkomt’. En dan kwam je gewoon op woensdag nog eens terug. Dat was de normaalste zaak van de wereld. Dat kan je je vandaag niet inbeelden.”

"Als ik op de dozen zie dat ze uit Duitsland of elders komen, wijs ik iedereen erop dat we de lokale middenstand moeten steunen."

“Ook ik ben een fervente voorstander van lokaal kopen”, verzekert Phile. “Mijn broer is groothandelaar in muziekinstrumenten, zijn klanten zijn muziekwinkels. Hij verkoopt ook online, maar de concurrentie daar is moordend. Hier bij Sonhouse wordt heel wat apparatuur online besteld. Als ik op de dozen zie dat ze uit Duitsland of elders komen, wijs ik iedereen erop dat we de lokale middenstand moeten steunen. En ik ben blij dat het ook eens met een lied kan. Ik kan dus niet anders dan achter zo’n opdracht staan.”

Miguel vult aan: “Het Winkelhierlied heeft een thema en doel waar ik me absoluut achter schaar. Ik woon al mijn hele leven in een dorp en ik heb enorm veel sympathie voor de lokale handelaars. Mijn beste vrienden zijn de middenstanders van om de hoek. Ik vind het heel belangrijk dat de kleine zelfstandigen overleven. En dat kan tegenwoordig alleen als ze aandacht krijgen en regelmatig in de ‘spotlights’ staan. Zoals met dit lied.”

De melodie achter het Winkelhierlied

“Het is niet de eerste keer dat ik gevraagd word voor zo’n opdracht als deze voor UNIZO”, gaat Miguel verder. “Eigenlijk vind ik dat leuker om te doen dan zelf van nul te starten. Krijg je een thema of een doel, dan geeft dat meteen inspiratie. De briefing was dat het een hit moest zijn, een ‘oorwurm’, zoals ze zeggen. Dat doe je door alle ballast uit het lied weg te laten en tot de essentie te komen. Het lied moet zo eenvoudig mogelijk gemaakt worden.”

"Het is puur ambacht: aan de piano zitten
en eraan beginnen."

Songschrijven is hard werken, benadrukt Miguel. “Ik moet mezelf verplichten om achter de piano te gaan zitten en allerlei zaken uit te proberen. Het is niet dat ik onder de douche sta of in de auto zit en er dan plots een melodietje ‘tot mij komt’. Ik heb geen muze die me voortdurend inspireert. Het is puur ambacht: aan de piano zitten en eraan beginnen. Je moet ook durven in de studio. Je moet eens iets belachelijks durven uitproberen. Maar Phile en ik, wij kunnen dat. Na een uur of twee hadden we onze melodie al te pakken.”

Een hit wordt geboren

Veel gelach en camaraderie. Zo gaat het eraan toe met Ronny en Phile in de studio. Het is 10 uur ’s morgens, er is twee uur opnametijd. Ontspannen zingt Ronny het lied in. Anderhalf uur later staat het erop. Maar daar ging volgens Ronny wel heel wat werk aan vooraf.

“Ik kreeg van Phile de melodie door met een werktekst erbij om eens bekijken. Na een halfuur had ik al enkele ideeën, die werkte ik verder uit met mijn trouwe liedjespartner, ‘het rijmwoordenboek’. Want wat rijmt er in godsnaam op ‘winkelhier’? Ik ben gestart met de strofes. Ik wilde echt dat gevoel creëren dat je bij de winkelier staat. Eenvoudig is dat niet. Je moet je boodschap verkocht krijgen als zanger. Dat was de grote uitdaging bij deze opdracht.”

"Als productiehuis fungeren wij als vertaler tussen de muzikant en marketeer. Simpel is anders."

Phile vult aan: “Elk stukje in het proces was even leuk. Zowel zelf de gitaar in de hand nemen en met Miguel melodieën bedenken, als Ronny hier horen zingen. En op het einde de blazers opnemen en alles tot een mooi geheel verwerken dat een hele dag in het hoofd van de luisteraar blijft hangen.”

“Er wordt natuurlijk nog wat heen en weer gepingpongd en aangepast. Als productiehuis fungeren wij als vertaler tussen de muzikant en marketeer. Simpel is anders. Want of je nu thuis bent in de muziekwereld of niet, iedereen heeft een mening. De uitdaging is om objectief te oordelen wat het beste is voor het merk van je klant.”

Zit er muziek in de toekomst

“De sector is versnipperd”, schetst Phile. “Vroeger had je het merk, het reclamebureau en het productiehuis. En televisie, radio en print. Dat was het. Vandaag heb je daarnaast ook nog eens Facebook, Instagram, YouTube… Adverteerders weten niet waar te beginnen en reclamebureaus richten zelf studio’s in, dat kan immers veel goedkoper dan vroeger. Net zoals vele andere sectoren is ook de muzieksector heel snel geëvolueerd. We moeten dus inventief blijven, onszelf heruitvinden, nadenken hoe we onze expertise exclusief kunnen maken. Door bijvoorbeeld een nieuwe doelgroep aan te spreken. Met ‘Sonhouse Collection’ bepalen we de muzikale identiteit van winkelketens en modemerken. Daar koppelen we dan een afspeellijst aan voor in hun winkels, die om de maand vernieuwd wordt.”

“Net als de kleine zelfstandigen, moeten we in de muziekwereld ook opboksen tegen de grote spelers”

Toen ik 30 jaar geleden jong was, had je nog platenwinkels. In elke stad had je er één of meerdere. Platenwinkels waren ook voor ons dé kanalen om onze muziek te verspreiden. Jouw plaat lag er in dezelfde bakken als de buitenlandse. Vandaag vind je zulke winkels nauwelijks nog. We moeten nu via de platenfirma naar buitenlandse ketens zoals Carrefour of Fnac om onze liedjes te verspreiden. Dat is net zo met festivals. Die zijn zo internationaal tegenwoordig, dat je er als Belgische artiest moeilijk aan de bak komt.”

“Maar op de administratie na – die ik vreselijk vind – doe ik mijn job nog altijd enorm graag. Momenteel werk ik aan enkele projecten achter de schermen. Zoals de muziek voor de nieuwe Sinterklaasfilm. Is er bijvoorbeeld een scène waar de Sint droevig is, dan zetten wij daar een gepast melodietje met violen onder. Een echt productiehuis zou ik mijn bedrijfje niet noemen, nee. Ik ben gewoon een klassieke zelfstandige, die vanalles en nog wat doet en nooit tijd heeft.”