Op dinsdag 31 mei is het weer zover: dan staken de vakbonden. De acties die dag kaderen binnen de grotere discussie omtrent de automatische loonindexering. De werknemersorganisaties zijn niet tevreden met de 0,4% loonsverhoging die er (bovenop de inflatie) bijkomt. De werkgevers wijzen er dan weer op dat de huidige economische toestand dat niet toelaat. Wij brachten UNIZO-topman Danny Van Assche en ABVV-frontvrouw Miranda Ulens bij elkaar voor een debat op het scherpst van de snee. Een voorsmaakje daarvan lees je hieronder. Het hele artikel, met daarin de reactie van ABVV op UNIZO's 'opting out'-voorstel, vind je in het juni-nummer van ons ZO-magazine.

 

Snelwijzer - Wat te doen bij staking of betoging? 

Meer vakbond? Lees hier de reactie van ACV!

 

UNIZO stelt voor: een 'opting out' voor bedrijven in moeilijkheden

UNIZO wil dat de automatische loonindexering aangepast wordt. Uitzonderlijke situaties moeten leiden tot uitzonderlijke maatregelen. Als een algemene aanpassing of sociaal gecorrigeerde indexsprong niet kan, moet er minstens een tijdelijke regeling komen die ondernemingen toelaat om indien nodig de automatische indexering niet toe te passen. Individuele ondernemingen die kunnen aantonen dat ze het moeilijk hebben op basis van objectieve criteria moeten voor een ‘opting-out’ kunnen kiezen.

 

UNIZO: “Miranda, omdat jij zo moedig bent geweest om je vandaag in het hol van de leeuw te begeven, mag jij de spits afbijten. Hoe kijkt ABVV naar de crisissituatie van vandaag?”

Miranda Ulens: “Voor ons zijn er vandaag drie punten van belang: 1) de koopkracht vrijwaren, 2) opnieuw investeren in sociale zekerheid en 3) investeren in de openbare sector. Dat betekent dat je als beleidsmaker een positief verhaal moet brengen. We moeten ontsnappen uit het kortetermijndenken, de neus uit het stuur halen en op lange termijn denken. Dat betekent investeren, compromissen sluiten en beleid voeren. En ik wéét hoe ideologisch dat klinkt, maar het is de enige manier om uit een crisis te geraken.”

"Investeren is de enige manier om uit een crisis te geraken.”

Miranda Ulens, frontvrouw ABVV

Danny Van Assche: “Uiteraard hebben wij niets tegen investeren in sociale zekerheid en de publieke sector. Integendeel. Alleen zeggen wij: om de koopkracht en de sociale zekerheid van de mensen te kunnen waarborgen, heb je een florissante economie nodig. En dat is net het grote probleem: bedrijven dreigen onderuit te gaan vanwege enorm stijgende energie- en grondstofkosten. En in België komt daar ook nog eens het loonverhaal bij. Dat is een explosieve cocktail. En daarom is het voor ons totaal onbegrijpelijk dat de vakbonden elke maand actie voeren om te eisen voor een onmiddellijke, reële loonsverhoging, nét nu de bedrijven aan het kraken zijn. Het zijn de ondernemingen die voor onze welvaart zorgen. Wij vrezen dat de vakbonden met hun plannen de kip met de gouden eieren slachten.”

Miranda: “De kip met de gouden eieren zijn de werknemers, want zij doen het werk. Zij zorgen ervoor dat de productiviteit blijft groeien. En de grond van de zaak? Dat is dat de loonnormwet ons de kans niet geeft om te onderhandelen. De afgelopen twintig jaar zijn we nauwelijks boven het richtcijfer van de indicatieve loonnorm gegaan. Sinds de wetswijziging van 2017 kúnnen we dat zelfs niet meer. Dat is onrechtvaardig, want dat richtcijfer – dat vandaag nog op 0,4% ligt- beantwoordt niet aan de realiteit op het terrein. En als die 0,4% tegen het einde van dit jaar nog verder daalt naar 0%, dan wordt het een heel heet najaar. Wij proberen het protest nu nog in goede banen te leiden, met ongeveer één actie per maand. Maar als er geen reële loonsverhoging inzit, zal de onrust overslaan op de werkvloer. Daarom zeggen wij: geef ons dat richtsnoer van de loonnorm, maar zet er geen maximum op. Laat ons die loonnorm opnieuw indicatief maken.”

Voor de vakbonden is dit een princiepskwestie. Zij vinden dat de aangepaste loonnormwet uit 2017 het eerlijk speelveld naar de verdoemenis heeft geholpen. Sindsdien kan er immers niet meer over de loonnorm onderhandeld worden. De werknemersorganisaties voelen zich door de centrumrechtse regering Michel in het defensief gedrukt. Daardoor kán er in hun ogen geen sociale vrede zijn. De werkgevers zien dat anders.

“Laat ons wel wezen: een loononderhandeling in dit land start niet vanaf nul, die start vanaf de automatische indexatie."

Danny Van Assche, topman UNIZO

Danny: “Laat ons wel wezen: een loononderhandeling in dit land start niet vanaf nul, die start vanaf de automatische indexatie. En op dit moment is net dat hét probleem bij uitstek. Want op twee jaar tijd zullen de lonen omwille van het automatisch incalculeren van de inflatie met maar liefst 13% gestegen zijn – zonder dat jullie daarover hebben moeten onderhandelen. En het is dat wat ik de vakbond verwijt: dat ze haar leden daar niet correct over informeert en zich blindstaart op die 0,4%. Maar als jullie vrije onderhandelingen willen en de maximale loonmarge willen afschaffen, dan kan dat. Maar dan moet ook de minimale loonmarge afgeschaft worden, zodat we echt vanaf nul kunnen onderhandelen. En dan zal het in de ene sector wat meer en in de andere sector wat minder kunnen zijn.”

“Daarnaast zet je je argument voor een reële loonsverhoging kracht bij door te zeggen dat we de voorbije twintig jaar de indicatieve loonnorm amper hebben overschreden. Maar dat klopt natuurlijk niet. De loonnormwet werd in 1996 ingevoerd. Tegen omstreeks 2015 zaten we met een loonkosthandicap van maar liefst 15% ten opzichte van onze meest belangrijke handelspartners. Met andere woorden: zeggen dat werknemers geen extra loon kregen klopt niet als we de situatie vergelijken met die in onze buurlanden. We waren onszelf uit de markt aan het prijzen. En toen heeft de regering ingegrepen door middel van een indexsprong en de aanpassing van de loonwet.”

Miranda: “Ik ben blij dat je de indexsprong aanhaalt. Want die voelen de mensen vandaag nog altijd. Je ziet dat ze het moeilijker en moeilijker hebben om aan het eind van de maand rond te komen. Armoede groeit in Vlaanderen. Alleen al het groeiend aantal voedselbanken bewijst dat. En een land als België met een -zoals dat dan zo mooi heet- actieve welvaartsstaat, moet mensen daartegen beschermen. Net dáárom is die index zo belangrijk. Zodat we niet collectief verarmen. Zelfs premier De Croo erkent dat! Maar dat betekent niet dat het systeem perfect is. Zo zijn er maar liefst 65.000 werknemers die geen automatische indexatie krijgen omdat dat op sectorvlak niet geregeld is. En in veel sectoren gebeurt de indexatie maar één keer per jaar, in januari, waardoor je gedurende een jaar die koopkracht helemaal niet vasthoudt. En tegen dat het januari is, zijn de inflatiecijfers waarop de indexatie is gebaseerd waarschijnlijk al achterhaald.”

"Er is nu al volk te kort! Als wij nu een collectieve arbeidsduurvermindering gaan doorvoeren, dan raken we helemaal achterop!"

Danny Van Assche

“Bovendien zitten we in een ratrace die niet kan blijven duren. Er wordt alsmaar meer en meer druk gelegd op mensen. Maar die bubbel gaat barsten. Je ziet bijvoorbeeld nu al dat jongeren hun work-life balans beter proberen af te bakenen. En geef ze maar eens ongelijk. De druk op het welzijn van werknemers wordt groter en groter. Het aantal burn-outs zit in de lift. Net daarom pleiten wij voor een collectieve arbeidsduurvermindering.”

Danny: “Maar Miranda, er is nu al volk te kort! Als wij nu een collectieve arbeidsduurvermindering gaan doorvoeren, dan raken we helemaal achterop!"

Het hele interview met Danny Van Assche en Miranda Ulens, met onder meer de reactie van ABVV op UNIZO's 'opting out'-voorstel  lees je in het juni-nummer van ZO-magazine.