Vanaf 1 juli 2022 moet elke ondernemer minstens één ander betaalmiddel dan cash geld aanvaarden. Dit geldt ook voor vrije beroepers. Je kan vrij kiezen welk betaalmiddel je voorziet, en je kan nog steeds betalingen met cash geld aanvaarden. Ook overschrijvingen worden als een geldig 'ander betaalmiddel' gezien.

Met de opkomst van een ruim aanbod aan betaalbare elektronische betaalmiddelen, is het voor u als vrije beroepsbeoefenaar haalbaar om de keuze van jouw elektronisch betaalmiddel af te stemmen op de noden van jouw cliënteel.

Heel wat betalingen verlopen via het gebruik van een bankkaart, maar daarvoor heeft u nog steeds een betaalterminal nodig. Het voordeel van zo'n terminal is dat het vrij veel vormen van betalingen aanvaard, waaronder Payconiq en visa. Maar je dient rekening te houden met een aankoopprijs (tussen €400 en €900) of maandelijke huurprijs (€20 à €70). Een alternatief kan een miniterminal zijn, die aangekocht kan worden vanaf €99. Naast klassieke betaalterminals bestaan er ook heel wat nieuwe betaalmogelijkheden die geen aanschafkost met zich meebrengen. Zo is er bijvoorbeeld Payconiq by Bancontact. 

Doorgaans zijn er aan elektronische betaalmogelijkheden ook transactiekosten verbonden, naast de aanschafkosten. Deze liggen hoger bij de klassieke kaartbetaling (ongeveer 12 eurocent per transactie), dan bij de nieuwe betaalmiddelen (ongeveer 6 eurocent). Het voordeel van zo'n nieuwe betaalmiddelen is zonder twijfel dus de lage kostprijs. Het nadeel, daarentegen, is dat niet iedereen over de juiste tools beschikt, terwijl de meeste consumenten wel een bankkaart bij zich hebben.

Ontdek de verschillende betaalmogelijkheden hier