De criteria om gebruik te maken van de Vlaamse energiesteun voor bedrijven zijn te streng. Voorlopig zijn slechts enkele procenten van het voorziene budget van 125 miljoen euro gebruikt. UNIZO vraagt om de voorwaarden te versoepelen. De ondernemersorganisatie stelt concreet voor om het criterium van operationeel verlies te schrappen en de steun al toe te passen vanaf een stijging van de energiefactuur van minstens vijftig procent, naar analogie met de versoepeling van de Europese voorwaarden.

Met de Vlaamse energiesteun wil de Vlaamse regering bedrijven helpen  die worden geconfronteerd met stijgende energie-uitgaven ten gevolge van de Russische agressie tegen Oekraïne. Ondernemingen met sterk gestegen energiekosten in het vierde kwartaal van 2022 kunnen hier in principe beroep op doen. De doelstelling is om gezonde ondernemingen door deze zware periode helpen en hen vrijwaren van faillissement.  De voorwaarden om hier aanspraak op te doen zijn echter veel te beperkend.  Alles wijst erop dat er onvoldoende aanvragen zullen zijn waardoor maar een zeer beperkt deel van het  volledige budget (125 miljoen euro) gebruikt wordt.

“Het initiatief van de energiesteun op zich is zeer goed”, zegt Danny Van Assche, “UNIZO drong eerder meermaals aan om een systeem van gerichte steun voor bedrijven in moeilijkheden uit te werken, op basis van het Europese steunkader. Maar uit de praktijkervaring blijkt dat de voorwaarden te streng zijn. Momenteel schiet het systeem dus zijn doel voorbij. We vragen om voor de volgende steunronde, in het eerste kwartaal van 2023, een aantal wijzigingen door te voeren zodat de steun daadwerkelijk terecht kan komen bij de ondernemers die hier nood aan hebben.”

Geen operationeel verlies maar winstdaling

In het huidige Vlaamse steunregime komen enkel ondernemingen in aanmerking voor steun die in het vierde kwartaal van 2022 een operationeel verlies kunnen aantonen omwille van hoge energiekosten.  Voor de volgende steunronde voor het eerste kwartaal van 2023 vraagt UNIZO om deze voorwaarde te schrappen en te vervangen door winstdaling voor alle niet energie-intensieve bedrijven.  Voor bedrijven die wel energie-intensief zijn kan de voorwaarde aangepast worden tot het aantonen van een winstdaling met 40%, wat overeenstemt met de voorwaarde die ook Europa stelt voor energie-intensieve bedrijven.   

Versoepeling door Europa ook in Vlaanderen toepassen 

De steun is momenteel beperkt tot bedrijven die meer dan een verdubbeling van hun prijzen voor gas en elektriciteit in het vierde kwartaal van 2022, ten opzichte van 2021, kunnen bewijzen.  Enkel de zogenaamde “meerkost”, dat is het deel boven de verdubbeling van die energiekost, komt in aanmerking voor steun.  

Die restrictie vloeide voort uit het tijdelijk Europees crisiskader, maar ondertussen is het Europees kader voor steunverlening versoepeld en is een stijging van de elektriciteits- en aardgasfactuur met minstens 50% ten opzichte van 2021 reeds voldoende.  UNIZO stelt voor dat Vlaanderen zich aligneert met dit aangepast Europees kader door alle bedrijven met een stijging van de energieprijzen met minstens de helft te laten genieten van steun. Ook de steunpercentages moeten opgetrokken worden.

Ruimere indieningstermijn en verlenging van de steun 

UNIZO vraagt om het energiesteunregime te verlengen zolang dit noodzakelijk is. De indieningstermijn voor bedrijven die beroep willen doen op de steun is nu verlengd is tot 31 januari. Voor de volgende periode dient deze termijn nog ruimer te zijn, zodat ondernemers een kwartaal de tijd hebben om hun aanvraag in te dienen.