De regels inzake het voordeel van alle aard voor het gratis gebruik van een voertuig door een werknemer of bedrijfsleider, veranderen regelmatig. Zo werden de referentiegetallen voor de CO2-uitstoot met ingang van 2022 aangepast. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor de belastingen en sociale bijdragen die je moet betalen op je bedrijfswagen. We zetten hieronder alle regels nog eens op een rij.
De basisregel is dat het voordeel van alle aard waarop je belast wordt, berekend wordt op basis van de cataloguswaarde van het voertuig en de CO2-uitstoot, ongeacht het aantal privé-kilometers.
In de huidige regeling wordt het voordeel berekend op basis van de cataloguswaarde en de CO2-uitstoot van de wagen, volgens deze formule:
Voordeel van alle aard = cataloguswaarde x afschrijvingscoëfficiënt x % (CO2-coëfficiënt) x 6/7
Hieronder lees je hoe je elk van deze drie componenten voor jouw bedrijfswagen kan bepalen.
Voor nieuwe wagens is de cataloguswaarde de gefactureerde waarde, inclusief de BTW en opties maar zonder rekening te houden met kortingen, verminderingen, afslagen en ristorno’s.
Voor tweedehandswagens is de cataloguswaarde de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusies de btw en opties maar zonder rekening te houden met kortingen, verminderingen, afslagen en ristorno's.
Welke catalogusprijs mag je dan eigenlijk in aanmerking nemen?De fiscus heeft een aantal verduidelijkingen gegeven omtrent de catalogusprijs die je in aanmerking moet nemen voor de berekening van het voordeel van alle aard:
|
De cataloguswaarde daalt naarmate de wagen ouder wordt. De oorspronkelijke catalogusprijs wordt daarom vermenigvuldigd met een zogenaamde afschrijvingscoëfficient, op basis van de onderstaande tabel:
Periode verstreken sinds de eerste inschrijving van het voertuig | afschrijvingscoëfficient |
0-12 maanden | 100% |
13-24 maanden | 94% |
25-36 maanden | 88% |
37-48 maanden | 82% |
49-60 maanden | 76% |
vanaf 61 maanden | 70% |
De basis-CO2-coëfficiënt bedraagt 5,5% voor een CO2-uitstoot van 75 g/km (2022) voor een dieselwagen en 91 g/km voor een benzinewagen of een wagen met een LPG- of aardgasmotor.
Wanneer de werkelijke CO2-uitstoot hoger ligt dan de basis-CO2-coëfficiënt, wordt deze coëfficiënt verhoogd met 0,1% per bijkomende gram CO2 per kilometer.
Vooral voor duurdere en krachtigere wagens, die logischerwijs ook een hogere CO2-uitstoot hebben, loopt de rekening dus al snel op.
Voertuigen waarvoor geen gegevens met betrekking tot de CO2-uitstoot beschikbaar zijn bij de Dienst voor Inschrijvingen van de Voertuigen (DIV), worden gelijkgesteld met een CO2-uitstoot van 195 g/km voor dieselwagens en 205 g/km voor benzinewagens of wagens met een LPG- of aardgasmotor.
Het belastbaar voordeel bedraagt sowieso minstens 1.200 euro bruto per jaar.
De basis-CO2-waarden worden jaarlijks herzien om zo rekening te kunnen houden met de jaarlijkse evolutie van de CO2-uitstoot van het Belgische wagenpark. Gezien de steeds voortschrijdende autotechnologieën, zullen de waarden jaar na jaar verlagen en zal het bedrag van het voordeel toenemen. Dat blijkt ook uit de evolutie van de voorbije jaren:
|
Diesel |
Benzine, LPG en aardgas |
2017 |
87 gr./km. |
105 gr./km. |
2018 |
86 gr./km. |
105 gr./km. |
2019 |
88 gr./km. |
107 gr./km. |
2020 |
91 gr./km. |
111 gr./km. |
2021 |
84 gr./km. |
102 gr./km. |
2022 |
75 gr./km. |
91 gr./km. |
We nemen een nieuwe dieselwagen met een CO2-uitstoot van 195 g/km als voorbeeld. De wagen heeft een cataloguswaarde van 60.000 euro.
Het voordeel van alle aard in het nieuwe systeem bedraagt maar liefst 9.000 euro bruto per jaar:
Dit geeft volgende berekening: 60.000 x 100% x 17,5 x 6/7= 9.000 euro bruto per jaar.
Als je een vennootschap hebt die de wagen ter beschikking stelt, dan moet je een bijkomende belasting betalen.
De regeling voorziet immers dat 17% van het brutobedrag van het voordeel van alle aard als verworpen uitgave wordt beschouwd voor de vennootschap. Deze verworpen uitgave moet sowieso in de belastbare basis worden vermeld en mag in geen geval het bedrag van de overgedragen verliezen verhogen.
Ook de aftrek van beroepskosten verbonden aan het woon-werkverkeer (0,15 euro/km) met een bedrijfswagen is beperkt. Een belastingplichtige die met een bedrijfswagen naar het werk rijdt, kan enkel zijn kosten voor deze kilometers inbrengen aan 0,15 euro per kilometer. Het bedrag van de aftrekbare beroepskosten voor het woon-werkverkeer met een bedrijfswagen mag ook niet meer bedragen dan het voordeel van alle aard dat voor die bedrijfswagen wordt belast.
Wanneer andere dan de belastingplichtige de bedrijfswagen gebruiken voor hun woon-werkverkeer, kunnen er voor die kilometers geen beroepskosten meer worden ingebracht.
De bovenstaande regels gelden enkel in geval een bedrijfswagen gratis ter beschikking wordt gesteld. Als je vennootschap bijvoorbeeld een vergoeding aanrekent voor het privégebruik van de wagen, dan wordt het bedrag van deze vergoeding in mindering gebracht van het voordeel van alle aard.
Je zou ook aan de regeling kunnen ontsnappen door de wagen of een wagen privé aan te kopen en een kilometervergoeding aan te rekenen aan de vennootschap voor verplaatsingen eigen aan de werkgever.
Het antwoord op de vraag of de privé-aankoop van een wagen voordeliger uitdraait dan het gratis of betalend gebruik van een bedrijfswagen, hangt van een aantal factoren af. Bijvoorbeeld de verhouding tussen het aantal privé-kilometers en het totaal aantal kilometers op jaarbasis.
Het is niet ondenkbaar dat het in sommige gevallen nog altijd gunstiger is om een bedrijfswagen ter beschikking te krijgen dan zelf een wagen aan te kopen.
En dit omdat je de kosten voor privé-kilometers afgelegd met een eigen wagen niet in aftrek kunt nemen in je personenbelasting.
Bovendien moet je zelf opdraaien voor de BIV, de wegenbelasting, de verzekeringspremie, het onderhoud en dies meer als je de wagen zelf aankoopt. Als je bijvoorbeeld beslist om de wagen uit de vennootschap te halen en hem privé aan te kopen, moet je er zeker rekening mee houden dat je de wagen dan opnieuw moet inschrijven. Afhankelijk van het vermogen of de fiscale PK’s van de wagen kan dit – zeker bij nog jonge wagens – een dure aangelegenheid zijn.
En heb je een ongeval met je privé-wagen waarbij je aansprakelijk bent, dan zal ook je verzekeringspremie stijgen. Als je een ongeval hebt met je bedrijfswagen, dan is in het slechtste geval de duurdere verzekeringspremie ten laste van de vennootschap, terwijl het voordeel van alle aard wel gelijk blijft.
Kortom, maak een zo grondig mogelijke berekening alvorens je zou beslissen om een bedrijfswagen privé over te nemen of om voortaan zelf een wagen aan te kopen. Soms is het sop de kool nog wel waard, ondanks het feit dat de kolen voortaan wat minder groot zullen groeien.
Niemand betaalt graag te veel belastingen, dat is evident. Als ondernemer wil je dus graag weten welke beroepskosten je fiscaal in rekening kan brengen.
Waaraan moeten je kosten voldoen om fiscaal aftrekbaar te zijn?
Voor andere nuttige ondernemersinfo
raadpleeg hier het UNIZO Kennisnet:
geef je zoekterm in of zoek per thema
of trefwoord in onze databank.
Of contacteer UNIZO Ondernemerslijn voor
een persoonlijk eerstelijns advies of een
nuttig contact.
Ons adviesteam staat voor je klaar!