Als je de zoektocht naar een ‘BD’, languit “bekende dierenarts”, start dan kom je vrij snel bij Jonas Spruyt uit. Jonas, 33 jaar, geboren en getogen in Mortsel, en dus ook kind van de streek, werd pakweg een jaar geleden de dierenarts van zowel de ZOO Antwerpen, als de ZOO in Planckendael, beiden beheerd door de KMDA, de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen.

Jonas kwam als kleine “spruit” (geef toe, open doelkans) van twee samen met zijn ouders regelmatig in de ZOO wandelen, en raakte daar gebeten door een grote dierenliefde. “Ooit wou ik daar werken”, kijkt Jonas terug. En kijk, hij kon zowaar zijn droom waarmaken. Ze blijken niet allemaal bedrog. “Voor mij een enorm voorrecht om hier te mogen werken”, lacht Jonas de tanden bloot. “Het is een fantastische werkplek, en het is voor mij ook heel fijn om in een groter geheel te kunnen werken.”

Jonas is in de parken voor liefst 7000 dieren verantwoordelijk. “Gelukkig heeft mijn voorganger Francis (Vercammen, nvdr.) een stevige basis gelegd voor de werking met alle dierenverzorgers, assistenten en coördinatoren. Als je voor zoveel dieren instaat, kan je natuurlijk niet voor elke kwaal uitrukken. Er komt een selectie tot bij mij. Bovendien vragen grote ingrepen bij veel van onze diersoorten ook vaak maanden voorbereiding, en werken we daarbij samen met bijvoorbeeld de Universiteit Gent. Dierenarts bij de ZOO is vooral teamwerk.”

Dierentuinen

Jonas zelf blijkt, zoals veel dierenartsen waarschijnlijk, een enorme dierenvriend en thuis zijn dieren nooit ver weg. Als kind vertoefde hij tussen de katten en konijnen, maar ook zijn echtgenote Barbara is dierenarts. Ten huize Spruyt wordt dus niet alleen figuurlijk, maar ook vaak letterlijk over koetjes en kalfjes gesproken.
Hoe kijkt een dierenliefhebber naar de rol van dierentuinen in onze maatschappij, vroegen we Jonas.
“Je moet dierentuinen in de huidige tijdsgeest zien. Dierentuinen zijn niet meer wat ze vroeger waren, waar dieren door plaatsgebrek liepen te ijsberen. Als je in onze dierenparken rondloopt, zie je grote verblijven, krijgen de dieren veel plaats, de beste voeding en de nodige zorg. Het maatschappelijk belang van een dierentuin kan niet worden onderschat. Voor veel mensen is dat een plek om de natuur, en dieren, te leren kennen. Veel mensen worden daar verliefd op de natuur. Kijk naar mezelf; ook mij deed de ZOO dromen. Een dierentuin kan dus ook een zaadje planten om bewustzijn voor de natuur te creëren.
Maar het is voor veel mensen ook een grote tuin, zeker bij een stadszoo zoals Antwerpen. Maar zowel in Antwerpen als in Mechelen hebben we heel wat familieabonnees, die regelmatig op bezoek komen en graag een koffietje komen drinken aan de zijde van hun favoriete dieren. Maar misschien is de allerbelangrijke reden voor mij wel dat dierentuinen ook aan reservepopulaties bouwen om dieren terug in het wild te kunnen brengen en wetenschappelijk onderzoek doen of ondersteunen. Zo is de KMDA een van de hoofdsponsors voor het herpesonderzoek bij Aziatische olifanten, die daar vaak door sterven. Mede door onze inspanningen, zal mogelijk binnen enkele jaren een vaccin bestaan. Daar mogen we toch best trots op zijn. Er zijn tientallen projecten lopende. Dierentuinen zorgen er dus ook voor dat dieren niet uitsterven.”

Voor de leeuwen

Studeren voor dierenarts stond dus toch wat in de sterren geschreven. ’t Sportkot in Leuven bleek voor Jonas het plan B, maar dat was verre van nodig. Hij voelde zich als dierenarts in opleiding meteen als een vis in het water. “Mijn opleiding ging inderdaad heel goed. Ik deed mijn bachelor in Wilrijk, en mijn master in Gent. Over ondernemerschap leerde ik tijdens mijn opleiding weinig; de focus lag op het klinische. Dat is wel een gemis aangezien de meeste dierenartsen na het afstuderen toch vrij snel in het ondernemerschap (moeten) duiken en dus voor de leeuwen worden gegooid. Van een soort stage na het afstuderen, is er, zoals bij andere vrije beroepen wel soms bestaat, bij ons geen sprake.”

The sky was the limit

Jonas had zelf ook eerder al een zelfstandige praktijk. “Klopt. Na het afstuderen, werkte ik eerst een poos in Zuid-Afrika en India waar ik ervaring opdeed om met wilde dieren te werken. Toen ik terug naar België kwam, werkte ik eerst enkele jaren voor een grote artsenpraktijk waar ik vooral huis- en landbouwdieren verzorgde. Ik begon parallel met een eigen zaak (“De verdovingsdierenarts”, nvdr.) waarmee ik andere dierenartsen met het verdoven van dieren bijstond. Tijdens mijn werkervaring in het buitenland deed ik hierin best wel wat ervaring op en ik merkte dat ook in ons land de vraag naar een veilige verdoving bestond. Mijn zaak bloeide vrijwel meteen en ik vond het een geweldige tijd. The sky was the limit, zo voelde het. Ik kijk er met warme gevoelens op terug. Je probeert veel dingen, die dan soms mislopen, maar daar leer je dan weer van en de volgende keer pak je het beter aan. Wat ik vooral wat miste, was een soort business ondersteuning. Je vindt online al heel wat dingen terug, en ik schaafde mezelf wel bij, maar dat is niet hetzelfde. Je leert vooral graag dingen bij van iemand anders. Ik denk dat we daarin als sector nog veel kunnen groeien. Ik was in ieder geval erg graag ondernemer. Ik leerde er zoveel van bij. Door zelfstandige te zijn, kan ik vandaag selectiever zijn, meer op mijn strepen staan en kreeg ik ook meer zelfvertrouwen. Het gaf me meer haar op de tanden, iets waar ik vandaag in mijn rol ongetwijfeld ook de vruchten van pluk.”

Knelpuntberoep

Toch willen we met Jonas ook spreken over de uitdagingen waarmee de dierenarts vandaag worstelt. “Ja dat zijn er heel wat, dat klopt. Eerst en vooral moeten we ons wel zorgen maken over het tekort aan dierenartsen. Ik hou mijn hart vast voor wat zal komen, want er is ook een beperking op het aantal dierenartsen in opleiding.
Verder, en daar moeten we niet flauw over doen, is dierenarts ook gewoon een erg veeleisende job. De combinatie van bedrijfsleider en dieren verzorgen is niet evident. Daarnaast moet ook plaats blijven voor gezin, ontspanning en slaap. Dat evenwicht vinden, is een heuse opdracht. Bovendien moet een kleine dierenartspraktijk vaak de concurrentie aangaan met grotere klinieken en doemt vrijwel meteen een stevige investeringsdruk op om dieren de nodige zorg te kunnen toedienen. Denk aan toestellen voor diagnose zoals echografie, RX,…. Dat kost veel geld en door die investeringen stijgt de druk op de dierenarts natuurlijk ook.
En tot slot, is ook de omgang met de baasjes niet te onderschatten. Niet alleen heeft “dokter Google” ook diereneigenaars mondiger gemaakt, maar bovendien krijg je als dierenarts jammer genoeg ook vaak met sterfgevallen te maken. Velen onder ons weten hoe het voelt om een huisdier te verliezen. Het doet veel pijn en dus zorgt een dier dat je moet laten inslapen, steevast voor verdriet. Als dierenarts moet je stap voor stap dus ook een olifantenvel kweken, want je komt er vaak mee in aanraking. Die emotionele rollercoaster is niet voor iedereen even evident.”

Het verbaast dus niet dat dierenartsen niet alleen een knelpuntberoep zijn, zo bleek recent uit de lijst van de VDAB met knelpuntberoepen, maar ook vaak met mentale problemen, zoals burn-out, te kampen krijgen.

“Zoals ik al zei: er zijn veel uitdagingen, en ook in mijn omgeving ken ik best wel wat dierenartsen die met een burn-out moesten afrekenen, maar toch wil ik vooral het mooie aan het beroep benadrukken. Ik ben ervan overtuigd dat we de uitdagingen gaan tackelen. Ik merk toch dat heel wat instanties volop inzetten op het welzijn van de dierenarts. Beroepsorganisaties zijn volop bezig met actieplannen, enquêtes en bijscholingen. Dat gaat verschil maken, daar ben ik zeker van. En bovendien ligt ook een deel van de verantwoordelijkheid bij ons, dierenartsen zelf. We moeten de telefoon ’s nachts durven afzetten. Bijvoorbeeld.”

Diamant

Onze tijd met Jonas zit erop. Als slotvraag willen we van hem graag nog weten wat hij tijdens zijn eerste jaar bij de ZOO van Antwerpen en Planckendael het grootste avontuur vond.
“Teveel om op te noemen”, lacht Jonas. “Maar als ik toch iets moet kiezen, dan kies ik voor Diamant, onze giraf in de ZOO Planckendael. Onze verzorgers merkten op dat ze niet meer at en ook in cirkels liep. Dat was meteen raar en verontrustend, want giraffen zijn best stoicijnse dieren. Giraffen, maar eigenlijk alle wilde dieren, verbergen in het wild ziekte of gezondheidsproblemen tot ze het niet meer kunnen houden. Zwakte tonen is vaak een doodsvonnis in het wild. Ook de dieren in onze dierentuinen hebben die natuurlijke reflex om klachten te verbergen. De vaststellingen bij Diamant, baarden ons dus meteen zorgen en alle knipperlichten gingen aan. Nu, een giraf onderzoeken is een heuse opdracht. Je moet het dier veilig verdoven, je moet het kunnen onderzoeken, etc… Samen met de collega’s van de Universiteit Gent hebben we alle stappen kunnen doorlopen en konden we een leveraandoening achterhalen. Ze kreeg de medicatie die daarvoor nodig was en vandaag is Diamant weer zo dartel als een veulen.”