Provincie Oost-Vlaanderen telt zo een 27.500 handelspanden en is daarmee goed voor ongeveer 23% van het Vlaamse winkellandschap. Dit landschap is continu in beweging en heeft de afgelopen jaren enkele klappen moeten incasseren. Om de toekomst van het Oost-Vlaamse winkellandschap te garanderen en meer robuust te maken, werd het EFRO 3D-project opgestart in 2020. Een samenwerking tussen Provincie Oost-Vlaanderen en UNIZO Oost-Vlaanderen.

Via dit project hebben de projectpartners inzicht gekregen in de wereld van de smart economy: welke mogelijke oplossingen en data zijn voorhanden om het (toekomstig) economisch beleid verder vorm te geven? 

In twee Oost-Vlaamse besturen, de steden Ronse en Dendermonde, is een proeftuin opgezet waarbij gesprekken met (mogelijke) private partners zijn gevoerd en participatiemomenten zijn georganiseerd voor de lokale ondernemers. Op basis van deze gesprekken werden er twee concrete onderzoekscases gevormd.

In beide steden gingen UNIZO Oost-Vlaanderen en de Provincie aan de slag met slimme datastromen om meer inzicht te krijgen in het consumentengedrag. Wie komt er winkelen in deze kernen? Hoe lang verblijven zij er? En wat zijn de bepalende factoren voor een winkelbezoek? Op basis van deze informatie kunnen beide besturen hun beleid verder verscherpen en meer future proof maken.

Aanvullend werden er ook thematische accenten gelegd in beide steden. Zo werd in Dendermonde onderzocht wat de relatie is tussen het koopgedrag en het verplaatsingsgedrag. Hoe komen de bezoekers naar de kern? Waar parkeren zij? Aanvullend werd ook het koopgedrag in relatie tot het woon-werk verkeer onderzocht.

Het bestuur van Ronse was dan vooral geïnteresseerd in het kruisvlak tussen (lokale) economie en toerisme. Welke invloed hebben beide beleidsdomeinen op elkaar? Is er kruisbestuiving of niet? 

Doorheen dit project zijn heel wat inzichten verworven. De lessons learned zijn gebundeld in een draaiboek. Heb je interesse in dit draaiboek? Download het hier.

Het ‘Lokaal 3D: data, denken en doen’-project kwam tot stand met Europese (EFRO) en Vlaamse (FIO) steun, beide ter waarde van 295.760 EUR. De bijdrage van Provincie Oost-Vlaanderen bedraagt 92.425 EUR, die van UNIZO 55.455 EUR.