Oplichters gaan steeds driester (en professioneler) te werk om burgers en ondernemers op te lichten en aan hun bankrekening te geraken. We zetten de meest gebruikte technieken op een rijtje.

Vervalste facturen

Heel wat facturen worden in de post (of digitaal) onderschept, waarna de oplichter het rekeningnummer op de factuur wijzigt naar zijn eigen rekeningnummer. Op die manier betaalt de klant niet aan de leverancier, maar aan de oplichter. Dit is uiteraard vervelend voor de leverancier, maar vooral voor de klant. Want aangezien die aan de verkeerde heeft betaald, staat de factuur van de leverancier nog open, en kan de leverancier juridisch alsnog een juiste betaling vragen. De klant betaalt dan dus twee keer. Op dit moment kan je daar als klant weinig tegen doen. Je moet uiteraard melding maken bij de politie, en best ook bij het meldpunt van de FOD Economie (optie “vervalste factuur”).

Vanaf 2025 zullen banken automatisch bij elke betaling nagaan of het rekeningnummer waar je naar overschrijft, wel degelijk toebehoort aan de juiste persoon (‘IBAN – check’). Als ze merken dat er een discrepantie zou kunnen zijn, zal je daar een waarschuwing van krijgen.

Dat systeem is nu nog niet operationeel. Voorlopig controleer je dus best zelf nog het rekeningnummer waar je naar overschrijft. Neem in geval van twijfel contact met de leverancier. Of controleer het IP-adres van waaruit de factuur werd verzonden via www.whois.com. Meer tips vind je in de FAQ’s van de FOD Economie.

Phishing en spoofing

De meest gekende vorm van oplichting is waarschijnlijk ‘phishing’. Meestal gebeurt dit in de vorm van een mail of sms waarbij ene oplichter zich voordoet als een bedrijf of een overheidsinstantie, met de vraag om op een link te klikken waarna je in een omgeving komt waarbij je gegevens kan achterlaten. Met die gegevens kan de oplichter dan aan jouw bankrekening. Bij spoofing gaan de oplichters nog een stapje verder en zetten ze een heus systeem op van ‘impersonatie’, waarbij alles lijkt te kloppen: je wordt bijvoorbeeld opgebeld vanuit jouw bank, sociaal secretariaat, …  met de melding dat er iets niet pluis lijkt, en je wordt gevraagd om naar een omgeving te gaan die er volledig koosjer uit ziet (met de juiste logo’s, lay-out, en zelfs een telefoonnummer waar je iemand van jouw ‘bank’ of ‘sociaal secretariaat’ aan de lijn krijgt). Waar je bij phishing dus nog vaak aan het mailadres kan zien dat het om oplichting gaat, is dat bij spoofing bijna onmogelijk.

Wat doe je best in zo'n geval?

  • Als je een wachtwoord hebt doorgegeven dat je ook op andere plaatsen gebruikt, verander het dan onmiddellijk. Verander het op alle plaatsen waar je het gebruikt.
  • Als je  credit- of bankcardgegevens hebt doorgegeven, verwittig je onmiddellijk Card Stop op 078 170 170 (+32 78 170 170 uit het buitenland)
  • Contacteer zo snel mogelijk jouw bank zodat de laatste betaling en eventueel de rekening geblokkeerd kan worden.
  • Als je merkt dat er effectief geld gestolen is van je bankrekening, doe dan een aangifte bij de politie.
  • Stuur het verdachte bericht waarin je geklikt hebt door naar verdacht@safeonweb.be of meld het bij het meldpunt van de FOD Economie (optie ‘phishing met geldverlies’). 

Als je in de val bent getrapt van phishing of spoofing, bepaalt de wet dat de bank je het geld moet terugbetalen tenzij je een ‘grove nalatigheid’ hebt begaan. Bij phishing zal de bank meestal kunnen aantonen dat er sprake is van zo’n grove nalatigheid, zeker als je aan de hand van het mailadres had kunnen weten dat het om phishing ging. Bij spoofing zal de bank dat veel minder snel kunnen aantonen. Toch merken we dat je in zo’n geval van de bank bijna direct een antwoord krijgt dat ze je niet zullen terugbetalen omdat je een ‘grove nalatigheid’ zou hebben begaan. In zo’n geval moet je dat betwisten en alsnog een terugbetaling eisen. Het is immers de bank die moet bewijzen dat jij een grove nalatigheid hebt begaan, het is niet aan jou om te bewijzen dat je géén grove nalatigheid hebt begaan.

Als de bank blijft weigeren, maak dan melding bij de Ombudsdienst voor de Financiële Sector. Zij zullen een advies geven en bemiddelen met de bank. Als de bank weigert het advies van de Ombudsdienst te volgen, zal je naar de rechter moeten gaan. Maar dan helpt het natuurlijk wel om een gunstig advies van  de Ombudsdienst te hebben.