In een nieuw rapport van de Europese Commissie staat dat vooral KMO’s schade ondervinden wanneer hun facturen laattijdig betaald worden. Laattijdige betalingen zorgen voor hogere kosten en liquiditeitsrisico’s en zijn een belangrijke oorzaak van insolventie en faillissement. Daarom introduceerde de Europese Commissie in 2011 het Late Payment Directive (LPD) om laattijdige betalingen te bestrijden. De Europese Commissie doet in het nieuwe rapport onderzoek naar de economische gevolgen van de beperking van de betalingstermijn bij B2B handelstransacties.

Het doel van het LPD is de betalingsachterstand bij zowel B2B transacties als B2G transacties aan te pakken en een cultuur van snelle betaling in de EU te bevorderen. Dat is enorm belangrijk voor KMO’s, want onderzoek heeft aangetoond dat late betalingen verantwoordelijk zijn voor een vierde van de faillissementen in de EU. KMO’s hebben namelijk beperktere toegang tot externe middelen dan de grotere spelers, waardoor ze blootgesteld kunnen worden aan vertraagde groei en overlevingsrisico’s. Bovendien heeft de coronacrisis gezorgd voor een enorme toename in laattijdige betalingen met bijvoorbeeld een stijging van 23% in het VK, 26% in Nederland, 44% in België, 55% in Spanje, 56% in Frankrijk en 80% in Italië.

Het LPD dat de Europese Commissie in 2011 in het leven heeft geroepen steunt op vijf pijlers. Om te beginnen is een termijn van 30 dagen vastgesteld voor betalingen van overheden aan bedrijven bij de aankoop van goederen en diensten. Ten tweede moeten facturen tussen ondernemingen binnen de 60 dagen betaald worden, tenzij contractueel anders afgesproken en op voorwaarde dat dit niet onbillijk is. De derde pijler zorgt ervoor dat bedrijven het recht hebben om rente te eisen bij laattijdige betalingen en een vergoeding krijgen voor de invorderingskosten. Ten vierde stelt de richtlijn betalingsachterstanden in alle lidstaten een wettelijke rentevoet vast die ten minste 8 procent boven de referentierentevoet van de ECB ligt en verbiedt zij overheidsinstanties een lagere rentevoet voor betalingsachterstanden te handhaven. Tot slot voorzien de lidstaten inningsprocedures voor onbetwiste vorderingen, zodat binnen de 90 dagen na het begin van het verzoek van de schuldeiser aan een rechtbank afdwingbare rechten kunnen verkregen worden. Het Europees Parlement heeft ondertussen al benadrukt aan de Commissie dat er nog meer maatregelen nodig zijn om laattijdige betalingen tegen te gaan.

Uit het nieuwe rapport van de Europese Commissie kan geconcludeerd worden dat bedrijven die het meest gebruik maken van het LPD, dus die rapper betaald worden, hun liquiditeit binnen de vier en vijf jaar na de invoering van de richtlijn aanzienlijk zien toenemen. Bovendien blijkt dat de LPD zorgt voor een hogere cashflow bij bedrijven die voordien meer tijd nodig hadden om hun kredieten te innen. Met name vier jaar na de goedkeuring van het LPD is de gemiddelde cashflow tweemaal zo groot als in het jaar vóór de invoering van de richtlijn, wanneer ondernemingen die in hoge mate aan betalingsachterstanden zijn blootgesteld worden vergeleken met ondernemingen die daar minder aan zijn blootgesteld. Tot slot blijkt uit het rapport ook dat er een positief effect is op de omzet bij die bedrijven die minder te maken krijgen met laattijdige betalingen.

Ontwikkeling in de tijd (jaren 2008-2018) van de gemiddelde cashflow voor laag- en hoog blootgestelde bedrijven en de 95%-betrouwbaarheidsintervallen.(Ontwikkeling in de tijd (jaren 2008-2018) van de gemiddelde cashflow voor laag- en hoog blootgestelde bedrijven en de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. Bron: "Assessing the economic impact of faster payments in B2B commercial transactions", Europese Commissie, 2022)

Er bestaan wel oplossingen voor bedrijven die vaak te maken krijgen met laattijdige betalingen en dergelijke risico’s willen vermijden. Een eerste oplossing is factoring, waarbij je als bedrijf beroep doet op een factoringmaatschappij. Dergelijke maatschappijen betalen tot 85% van je openstaande facturen, maar verdienen daar natuurlijk zelf ook wel een procent op. Dit zorgt wel voor een betere cashflow voor jouw bedrijf.

Een tweede oplossing is het documentair krediet of de letter of credit (L/C) en wordt vooral gebruikt bij internationale handelstransacties. Die betalingstechniek gebruiken bedrijven wanneer de risico’s op niet-betaling groot zijn of er weinig vertrouwen is tussen de importeur en exporteur. Het documentair krediet is, zoals de naam het zegt, een betalingstechniek die gebaseerd is op onderliggende documenten. De importeur en exporteur spreken (eventueel in samenspraak met hun respectievelijke bank) tijdens de onderhandelingen af welke documenten in het documentair krediet moeten worden opgenomen. De importeur vraagt het documentair krediet aan bij zijn bank. De bank van de importeur stuurt het documentair krediet naar de bank van de exporteur, die het aan de exporteur bezorgt.

Op het ogenblik dat de goederen worden verzonden, bezorgt de exporteur deze documenten aan zijn bank. Deze controleert de documenten op conformiteit met de voorwaarden van het documentair krediet. Als de documenten conform zijn, geeft de bank ze door aan de bank van de importeur, die een controle van de documenten doorvoert. Als de documenten conform zijn aan de voorwaarden van het documentair krediet, dan is de bank van de importeur (ook wel de krediet openende bank genoemd) verplicht te betalen. Na de betaling bezorgt de bank van de importeur de documenten aan de importeur. De importeur heeft deze documenten immers nodig om te kunnen beschikken over de goederen.

Meer info: