De Brusselse regering maakte tijdens de begrotingsbesprekingen 117 miljoen euro vrij voor een compensatieregeling voor de ondernemingen in het kader van de energiecrisis. Het doel ervan is om een deel van de meerkosten voor energie van Brusselse ondernemingen die actief zijn in sectoren die gevoelig zijn op het vlak van energie ten laste te nemen. Die meerkosten worden berekend op basis van het verschil tussen de jaren 2021 en 2022.

Om de economische sectoren te bepalen die gevoelig zijn op het vlak van energie heeft de regering zich gebaseerd op een studie van het BISA

Het gaat om sectoren waarvoor de ondernemingen te maken krijgen met energiekosten die minstens 3% van hun omzet bedragen. De zwaarst getroffen sectoren zijn die van de detailhandelszaken, de diensten aan personen (gezondheidszorg, huisvesting, restaurants en cafés, wasserijen, kapperszaken, recreatieve activiteiten), de verwerkende industrie (productieactiviteiten, voedingsindustrie, drukkerijen) en de creatieve en culturele industrie (CCI). Of een onderneming toegang heeft tot de steunmaatregel wordt bepaald op basis van de NACE-btw-code (zie bijgevoegde tabel – enkel in het FR).

Concreet zal de premie 30% bedragen van de extra kosten tussen alle afrekeningen van de energiefactuur van 2022 en alle afrekeningen van de energiefactuur van 2021 ten laste kunnen worden genomen, zowel voor elektriciteit als voor gas.

Maximaal zes verschillende EAN-meters kunnen in aanmerking genomen worden (drie voor elektriciteit, drie voor gas). Dankzij dat criterium kan er onder meer rekening worden gehouden met ondernemingen die meerdere vestigingseenheden hebben. 

Naast de NACE-btw-code zijn er ook andere criteria om in aanmerking te komen voor de steunregeling. De onderneming moet:

  • een omzet hebben van minimaal 50.000 euro; 
  • haar rekeningen en balans voor het jaar 2021 hebben neergelegd bij de NBB; 
  • haar verplichtingen inzake btw nakomen; 
  • de milieu-, sociale en fiscale verplichtingen nakomen;
  • zich ertoe verbinden in het jaar volgend op de toekenning van de premie geen dividenden opnieuw uit te keren.

Het bedrag van de premie bedraagt minstens 500 euro en kan niet hoger zijn dan de extra kosten die de begunstigde oploopt. Het bedrag is ook beperkt naargelang de energiegevoeligheid van de sectoren waarin de onderneming actief is. De premie is begrensd op 50.000 euro voor ondernemingen die actief zijn in sectoren die gevoelig zijn op het vlak van energie en op 100.000 euro voor ondernemingen die actief zijn in sectoren die erg gevoelig zijn op het vlak van energie (zie bijgevoegde tabel).

Bovendien zal voor gemandateerde sociale inschakelingsondernemingen (GSIO) die gevoelig zijn op het vlak van energie een gelijkaardige premie (30% van de extra energiekosten tussen 2021 en 2022, gas en elektriciteit) worden toegekend via facultatieve subsidies. Activiteitencoöperaties (Jobyourself en Baticrea), bedrijvencentra en incubatoren zullen ook een beroep kunnen doen op een dergelijk mechanisme.

Deze premie zal pas vanaf februari 2023 kunnen worden aangevraagd. Er moet eerst nog advies komen van de sociale partners (Brupartners), de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA), evenals een kennisgeving aan de Europese Commissie in het kader van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun. De aanvragen zouden in de loop van de maand februari moeten kunnen worden ingediend.

UNIZO is tevreden met deze steunmaatregel, maar betreurt het gebruik van de lijst met NACE-codes. Ondernemingen met hoge energiefacturen, maar actief in een sector die niet is opgenomen in de lijst, zullen naast de premie grijpen.  Het feit dat pas volgend jaar de premie zal kunnen worden aangevraagd, is natuurlijk ook problematisch.