Tijdens de Europese Week van de Mobiliteit (16-22 september) kunnen burgers kennismaken met alternatieve vervoersmogelijkheden: carpoolen, autodelen, fietsen, bussen, rolschaatsen,... Ook in Brussel en Vlaanderen ligt de klemtoon op duurzame mobiliteit en bewust autogebruik. De coronapandemie schudde heel wat zaken door elkaar. Onder andere onze mobiliteit. Nu dringt de vraag zich op: “Willen we nog terug naar het oude normaal?” 

We spraken met 3 ervaringsdeskundigen: Freya Vandaele - mobicoach bij New Mobility Network (een initiatief van De Werkvennootschap), Olivier van Mullem – CEO van zero-emissie busbedrijf Multiobus, en Rudi Jennes – zaakvoerder van Groep Jennes.  

Staan we op het punt met z’n allen de weg in te slaan naar een duurzamere mobiliteit?  

Freya: “Ik ben 8 jaar actief in de mobiliteitssector. Als mobicoaches trachten we hierbij te faciliteren. Vroeger waren het vooral grotere bedrijven die het voortouw namen op het vlak van een duurzame mobiliteitsaanpak, vaak omdat ze financieel meer ademruimte hadden om investeringen te doen. Vandaag merk ik dat kmo’s aan een heuse inhaalbeweging bezig zijn en meer en bewust inzetten op een mobiliteitsbeleid. Als mobicoach tracht ik hierbij te faciliteren en duidelijk te maken dat je met eenvoudige quick wins mooie resultaten kan boeken. Denk bijvoorbeeld aan het ter beschikking stellen van bereikbaarheidsfiches voor medewerkers en bezoekers, het stimuleren van fietsverplaatsingen door aangepaste accommodatie te voorzien, …”  

Olivier: “We trachten bij onze medewerkers bedrijfsfietsen aan te moedigen, waar het kan telewerk mogelijk te maken en op die manier onnodige verplaatsingen te beperken. De groenste verplaatsing blijft diegene die je niet moet maken. Op dat vlak hebben we als maatschappij de voorbije maanden een enorme sprong vooruit genomen.” 

Rudi: “De auto blijft voor velen toch onmisbaar. De elektrificatie van ons wagenpark zal dan ook een cruciale schakel worden voor een meer groene en duurzame mobiliteit. De techniek verbetert elke dag, al moeten de fiscale voordelen nog mee. Brandstofwagens, net als hybride wagens, zullen tegen 2025 fiscaal niet meer voordelig zijn en uitgefaseerd worden.“ 

Voelen ondernemers druk om hun aanpak aan te passen?  

Freya: “Ik heb de indruk van wel. Er heerst arbeidskrapte, profielen zijn gegeerd en ze krijgen hierdoor vaak meer zeggenschap. Pijlers zoals flexibiliteit, work-life integration, minder pendeltijd en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn doorslaggevend in een jobkeuze én tijdens de onderhandelingen. Bedrijven die vandaag 5 dagen terugkeer naar kantoor eisen, dreigen binnenkort personeel te verliezen. Als je relevant wil blijven op de jobmarkt, zal je als ondernemer niet onder een flexibel en multimodaal beleid uit kunnen.”  

Wat houdt ondernemers vandaag dan nog tegen?  

Freya: “Flexibiliteit vooropstellen is één ding, de administratie erachter is een andere zaak. Voor een medewerker die de ene week 3 dagen met de fiets naar het werk komt en de andere week slechts 1 dag, is een vergoedings- en registratiesysteem op maat nodig. Voor een andere medewerker die met een elektrische bedrijfswagen rijdt en deze thuis oplaadt, moet dan weer een aangepaste compensatie uitgewerkt worden. Daar is nog werk aan de winkel. Een andere drempel is de bedrijfscultuur. Wat jarenlang in een bedrijf gangbaar was, verander je niet zo maar.” 

Rudi: “Ons Belgisch wagenpark omvat 5,5 miljoen wagens waarvan 1 miljoen bedrijfswagens. Om die groep in beweging te krijgen, moeten er nieuwe stimulansen komen. De vergroening van bedrijfswagens zal immers een accelerator zijn voor het volledige wagenpark. Maar een uitsluitend groen wagenpark is natuurlijk slechts een deel van de oplossing. Wereldwijd moet elke sector zich engageren. Ook de productie van wagens, de toelevering van de energie enzovoort moeten groen zijn.”  

Olivier: “Met onze emissievrije bussen nemen we alvast een voortrekkersrol en hebben we een stapje voor op onze collega’s. Maar als het op prijs aankomt, moeten we helaas wel het onderspit delven. De energietransitie heeft een kostprijs. Daarom hoop ik dat er vanuit het beleid snel een CO2-taks volgt, zodat we op een efficiëntere manier aan eerlijke competitie kunnen doen.” 

Rudi: “Verder horen we mensen vaak panikeren over de laadinfrastructuur, alsof men elke dag naar Zuid-Frankrijk rijdt. De laadinfrastructuur- en capaciteit zullen alleen maar toenemen. Daar maak ik me geen zorgen over. De snelheid waarmee dit gebeurt, zal het tempo van de vergroening bepalen.”  
 
Zijn er grote verschillen tussen het Vlaams en Brussels Gewest? 

Freya: “Vanuit mijn opdracht vanuit de Vlaamse Overheid en focus op het personenverkeer, merk ik dat in Brussel meer medewerkers met het openbaar vervoer komen werken. Brusselse ondernemingen scoren goed op locatie en bereikbaarheid, wat een troef is. De gemiddelde woon-werk afstand in het hoofdstedelijk Gewest schommelt rond de 30 km, in het Vlaams Gewest rond de 20 km. Ook in de Vlaamse rand zien we dat de spreiding vanwaar werknemers komen en dus de instroom heel uitgebreid is. Met Werken aan de Ring werkt De Werkvennootschap aan een multimodaal investeringsprogramma met nieuw openbaar vervoer en honderden kilometers fietssnelwegen, maar ook de Ring zelf zal worden aangepakt. Dat zal pendelen in de Vlaamse Rand rond Brussel verbeteren. 

Moet je vandaag op de trein springen? 

Olivier: “Ik zou eerder op de bus springen! Het heeft niet veel zin om nog veel energie, tijd en geld te steken in een product of dienst dat niet duurzaam is. Nu is de technologie en de omschakeling nog behapbaar, maar voor ondernemers die te lang wachten zal het alleen maar duurder en moeilijker worden en dreigen ze uit de boot te vallen.”  

Rudi: “Het is heel interessant om vandaag al te starten met de elektrificatie van je wagenpark. Vanaf 2023 zal de fiscale kost voor benzine en diesel immers een enorme dreun krijgen. Bovendien gaan de CO2-bijdragen de komende jaren systematisch omhoog. Bovendien herwerk je een car policy niet op een-twee-drie. Mijn tip is om de bestuurder en zijn behoeften zoveel mogelijk centraal te stellen. Hoe en waar kunnen zij laden? Welke modellen zijn er? Als de werknemers gerustgesteld zijn, creëer je een enorm draagvlak en gaat de transitie als vanzelf.” 

Tips om aan de slag te gaan?  

Freya: “Bepaal eerst en vooral je doel. Wat wil je bereiken? Wil je bijvoorbeeld besparen, aan de gezondheid van je medewerkers werken, of op maatschappelijk vlak je steentje bijdragen? Dan volgt de analyse. Hoe bereikbaar is je bedrijf? Hoe pendelen werknemers en vanwaar komen ze? Een volgende stap is de operationele uitvoering, gevolgd door de juiste monitoring en evaluatie. De verankering van het thuiswerk in beleid van bedrijven stijgt, in combinatie met 1 à 2 dagen per week pendelen. Zo laat je ze kennis maken met de alternatieven. Maar voorzie ook één duidelijk en herkenbaar aanspreekpunt voor mobiliteit waar je personeel terecht kan met al hun vragen en zorgen.”  

En wat met bedrijven die ook hun logistieke keten onder handen willen nemen?  

Freya: “Als mobicoach focussen we enkel op personenverkeer. Voor de multimodale shift op vlak van logistiek zijn er instanties zoals Multimodaal.Vlaanderen. Zij begeleiden en verbinden bedrijven, verladers en logistieke dienstverleners in hun zoektocht naar slim en duurzaam transport. Maar sowieso geldt ook daar een duurzaamheidsshift naar een efficiënter brandstofgebruik en hernieuwbare brandstoffen. Bovendien krijgen verkeer via water en spoor opnieuw meer aandacht.” 

www.werkenaandering.be

UNIZO vraagt een doortastend mobiliteitsbeleid met een duidelijke lange én korte termijnvisie.  

Benieuwd naar onze voorstellen? www.unizo.be/standpunten/mobiliteit