U staat voor moeilijke beslissingen en de gezondheid van de Brusselse (en Belgische) bevolking moet zonder meer uw eerste prioriteit zijn. 
In het kader van de zogenaamde tweede golf waar we voor staan of midden inzitten, dringt zich een volgehouden en strikt respect op van de maatregelen die al enkele maanden, in min of meerdere mate, van kracht zijn. 

De verplichte sluiting van een belangrijk deel van de Brusselse economie, in het begin van deze coronacrisis, was een enorme inspanning voor veel ondernemers. Ze hebben die geleverd omdat ze er het belang absoluut van inzagen. Ze hebben die periode ook gebruikt om hun onderneming aan te passen aan de strenge hygiënische eisen die noodzakelijk zijn. Ze kunnen nu terug klanten ontvangen, in kleinere getale, met minder personeel, maar met werkvreugde en zicht op beter. Voor vele andere ondernemers in onder andere de culturele, de toeristische en de evenementensector is er van een heropstart nog bijlange geen sprake. Zij kijken naar een zwarte onzekere toekomst. 

Al deze ondernemers zien met lede ogen aan hoe de nonchalance van sommige medebewoners leidt tot het voortduren van deze crisis. Deze nonchalance kan deels verklaard worden door de moeizame en soms verwarrende communicatie over de te respecteren maatregelen. De proportionaliteit van de inspanning die geleverd moet worden, moet aan iedereen het gevoel geven dat het nut heeft. 

Daarom vragen de Brusselse ondernemers dat er geen verdere beperkingen, dan deze die door de Nationale Veiligheidsraad werden afgekondigd, worden opgelegd. Een avondklok, een striktere beperking van het aantal klanten in de horeca of het verder inperken van evenementen die toegestaan zijn door de Nationale Veiligheidsraad, leidt opnieuw tot grote beperkingen voor de ondernemers die zich alle inspanningen getroosten om de sanitaire en afstandsmaatregelen te doen respecteren. Het zijn ook deze ondernemers die, samen met u, de politieke verantwoordelijken, én de gezondheidswerkers en veiligheidsdiensten, ons uit deze sociaal-economische crisis kunnen trekken. We moeten hen de ruimte en het kader geven om de relance waar te maken, zonder dat ze zelf (opnieuw) ‘zorgbehoevend’ worden of blijven. Bij het prille begin van de relance moet iedereen de kans krijgen om op een acceptabele en rendabele manier te werken, zonder verder uit de reserves te moeten putten. 

Het zal niet wegnemen dat voor de sectoren die nog geen enkel uitzicht hebben op relance, bijkomende steunmaatregelen nodig zullen zijn. 

Voor de zelfstandige ondernemers en voor UNIZO moet de nadruk nu vooral liggen op de sensibilisering in de getroffen wijken en groepen, in samenwerking met lokale actoren en buurtinitiatieven. Daarnaast moet ook de sanctionering van iedereen die de regels niet wil respecteren, prioriteit krijgen. De inspanningen om de maatregelen te doen naleven, op elk moment van de dag en nacht en op elke plaats waar mensen samenkomen, komen ons allen ten goede. 

Wij willen u danken voor deze inspanningen en uw aandacht voor dit bericht. 

Anton Van Assche 
Coördinator UNIZO-werking in Brussel