Ratingverlaging Brussels Gewest: Wie betaalt straks de rekening?

Brussel, 13 juni 2025 – De verlaging van de kredietrating van het Brussels Gewest is geen technisch detail. Het is een alarmsignaal dat rechtstreeks voelbaar zal zijn in de portefeuille van elke Brusselaar – van jonge gezinnen tot zelfstandige ondernemers en kmo’s. Alsof het niet erg genoeg is, valt het nieuws van de verlaging op vrijdag de 13de, een dag die bekend staat als ongeluksdag.
Een verlaagde kredietrating zet het economisch weefsel verder onder druk
Een lagere kredietscore betekent dat het Gewest meer moet betalen om geld te lenen. Geld dat het Gewest vandaag al tekort heeft. We volgen al een jaar een slechte cartoon over de Brusselse regeringsvorming, maar helaas eindigt dit verhaal niet met een magische geldpers: de overheid kan geen bankbiljetten bijdrukken zoals in een stripverhaal. Het geld zal ergens vandaan moeten komen en dat betekent: hogere belastingen, minder dienstverlening, of beide.
Deze ratingverlaging is geen abstract cijfer, het is een financiële bom onder onze hoofdstad.
Concreet? Een geplande renovatie van een school wordt uitgesteld, een wijkagent wordt niet vervangen, een lokale ondernemer krijgt geen steun meer voor zijn energie-investering.
Julie Huntz, expert Brussels Gewest: “Deze ratingverlaging is geen abstract cijfer, het is een financiële bom onder onze hoofdstad. Als Brussel morgen 1 miljard leent, kost dat ons door de verlaging tot 50 miljoen méér aan rente per jaar! Dat is geld waarmee we 10.000 starters hadden kunnen ondersteunen, waarmee we onroerende voorheffing voor duizend handelszaken hadden kunnen verlagen, of waarmee we extra politieagenten hadden kunnen inzetten. In plaats daarvan verdwijnt het in rentebetalingen. Dat is niet alleen een alarmsignaal, maar een sirene die loeit.”
Voor zelfstandige ondernemers en kmo’s betekent dit dus een onzekere toekomst: minder overheidsopdrachten, minder investeringen in infrastructuur, en een klimaat waarin ondernemen moeilijker wordt. En dat terwijl ondernemers in Brussel nu al kreunen onder een drievoudige druk: onveiligheid, een onvoorspelbaar fiscaal klimaat en een mobiliteitsbeleid dat klanten en leveranciers eerder weert dan verwelkomt. In een stadsgewest waar het vertrouwen al broos is, is dit een klap die we ons niet kunnen veroorloven.
De kredietverlaging is ook een signaal van wantrouwen in het bestuur van het Gewest. Het toont aan dat er dringend nood is aan een stabiele, daadkrachtige regering die keuzes durft maken en hervormt waar nodig. Goed bestuur is geen luxe – het is de basis van vertrouwen, investeringen en vooruitgang.
De verantwoordelijkheid ligt in de eerste plaats bij het Brussels Gewest. Want Brusselaars – burgers en ondernemers – verdienen een stad die veilig, leefbaar en economisch gezond is. De tijd van uitstel is voorbij. Zonder ingrijpen dreigt Brussel in een negatieve spiraal terecht te komen. De kredietverlaging mag geen beginpunt hiervan zijn, maar moet een waarschuwing zijn voor een krachtig Brussels bestuur.
De vraag is: wie neemt ze ernstig?