UNIZO Oost-Vlaanderen in debat over de nieuwe toegankelijkheidsverordening van de Vlaamse regering

Er zijn zo’n 30.000 rolstoelgebruikers in België en afhankelijk van de definitie gaat zo’n 16 tot 24% van onze landgenoten door het leven met één of andere beperking. Helaas zijn gebouwen in Vlaanderen te vaak niet toegankelijk voor mensen met een beperking.

Overheidsgebouwen, onderwijs- en cultuurinstellingen en toeristische voorzieningen moeten nochtans toegankelijk zijn voor iedereen. Onder impuls van bevoegde ministers Somers en Demir gaat de Vlaamse regering nu een stapje verder en keurde ze eind februari de krijtlijnen van een nieuwe regelgeving goed. De zogenaamde toegankelijkheidsverordening zorgt ervoor dat elk publiek toegankelijk gebouw maximaal aan de toegankelijkheidseisen moet voldoen. Dat betekent concreet dat ook werkplekken, winkels, horecazaken en praktijkruimtes toegankelijk moeten worden gemaakt, zowel bij nieuwbouw als op het moment van een verbouwing.

In het streven naar toegankelijke openbare ruimte, historische kernen, parken, kantoren, praktijken en winkels kunnen ook ondernemers het verschil maken voor mensen met een handicap, al pleit UNIZO er toch voor om een duidelijk afwegings- en uitzonderingskader op te stellen. Het is namelijk niet altijd mogelijk of betaalbaar om winkelruimtes in gehuurde of beschermde panden integraal toegankelijk te maken. Daarom pleit UNIZO voor een voldoende pragmatische benadering.

We hebben geen mensen met een beperking, we hebben enkel gebouwen met een beperking.

minister Bart Somers

Minister Bart Somers, Vlaams Parlementslid Maurits Vande Reyde, Daan Vander Steene (zakelijk directeur NTGent én rolstoelgebruiker), Marie-Andreé Avraam (Beheerder Advies Integrale Toegankelijkheid èn gewezen Toegankelijkheidsambtenaar Stad Gent), Schepen Filip Watteeuw en Thomas Kindt (UNIZO Oost-Vlaanderen) gingen in debat.UNIZO Oost-Vlaanderen uitte enkele bekommernissen in het debat:

  • De eerste stap, namelijk bewustwording van en kennis over toegankelijkheid, ontbreekt nog bij ondernemers. Vaak zijn zij niet op de hoogte van de geldende normen en best practices en weten ze niet welke kleine aanpassingen ze al kunnen doen om hun zaak toegankelijker te maken. UNIZO en toegankelijkheidsambtenaren kunnen samenwerken om de kennis van ondernemers te vergroten en hen informeren over de mogelijkheden en beschikbare subsidies.
  • UNIZO pleit ook voor creatieve oplossingen. Zo is het in historische panden niet altijd mogelijk om rolstoeltoegankelijke toiletten te voorzien, maar kan het een oplossing zijn om per horecaplein enkele gemeenschappelijke rolstoeltoegankelijke toiletten te voorzien.
  • Toegankelijke winkels, praktijkruimtes en horecazaken zijn zeker nodig in een inclusieve samenleving, maar tegelijk is er ook op het openbaar domein nog veel werk aan de toegankelijkheid. Parken, historische stadskernen, openbaar vervoer enz. zijn vandaag nog niet optimaal toegankelijk. Overheden, ondernemers, onderwijsinstellingen en ontwerpers zullen moeten samenwerken om die integrale toegankelijkheid zo dicht mogelijk te benaderen. Kijk niet alleen naar de winkels, maar van deur tot deur.
  • Volgens de nieuwe verordening is het verplicht om een toegankelijkheidsattest toe te voegen aan een vergunningsdossier. UNIZO pleit ervoor om de kosten en administratieve lasten van deze extra bijlage zoveel mogelijk te beperken, alsook de doorlooptijd voor goedkeuring van de bouwaanvraag. Ook zal er voldoende menskracht moeten worden voorzien om ondernemers, aannemers en architecten bij te staan bij het opstellen en behalen van zo’n attest.
  • Wat met doorstroming van informatie, controles en handhaving?
  • Wat met conflicterende belangen en adviezen? Stel dat een ingreep op vlak van brandveiligheid of energiezuinigheid de toegankelijkheid vermindert of omgekeerd: welke ingreep gaat dan voor?

UNIZO Oost-Vlaanderen zal de dialoog rond deze toekomstige verordening met politiek en administratie voeren. In tussentijd is het voor iedereen goed om attent te zijn voor de vele drempels die er nog zijn in onze samenleving. Zoals minister Somers het tijdens het debat zei: “We hebben geen mensen met een beperking, we hebben enkel gebouwen met een beperking.”