Het moet de tweede of derde dag van mijn vakantie geweest zijn, deze zomer, toen ik een grote politieke daad stelde.  Zo eentje die vijf minuten politieke moed vergt.  En dat grote politieke gebaar heeft het zeker een uur of drie volgehouden.  Ik spreek in raadsels, ik weet het.  Het ging om twitter, of beter gezegd om X.  Op het ogenblik dat ik het fluitende vogeltje op mijn smartphone in een mysterieuze X zag veranderen, was voor mij de maat vol.  Hoe is het mogelijk dat een mondiaal netwerk van communicatie, dat gebruikt wordt door alle belangrijke (en minder belangrijke) politici en burgers van de wereld, eigenlijk afhangt van de grillen van één man? 

De naamsverandering van Twitter naar X is uiteraard op zich geen probleem, maar wel het feit dat het één enkele man is die de regels bepaalt van dit instrument van democratisch debat.  Dus ik kondigde stoer aan dat ik Twitter/X zou verlaten omdat dit eigenlijk een aanfluiting van een goed werkende democratie is.  Wie dat niet gelooft, vergelijkt maar eens met Silvio Berlusconi of Viktor Orban.  Maar mijn revolutionaire roes duurde niet lang.  Net zoals de velen die ooit aankondigden naar Mastodon te verhuizen, ontdekte ik dat er eigenlijk weinig alternatief is.  Het debat verloopt nog altijd op X.  X is nog altijd het platform om meningen uit te wisselen, en dus voor UNIZO van groot belang om onze standpunten mee te geven aan volk, pers en politiek.  Ondanks de vele kritiek op Elon Musk, moet je X blijven gebruiken om je stem te laten horen.  Het stoute berichtje heb ik uit alle eerlijkheid maar ingetrokken en het moment nadert dat ik toch maar weer aan het twitteren (X’en?) sla. 

Ook UNIZO blijft het medium druk gebruiken.  Maar het probleem blijft wel.  TikTok wordt onveilig geacht als Chinees staatsbezit, dus onze ambtenaren mogen het niet zomaar gebruiken.  Facebook en Instagram zijn geen doetjes, maar zijn beursgenoteerd en moeten een minimum aan transparante regels volgen.  X is privé eigendom van één man, die weliswaar geniaal is, maar daarom niet almachtig moet zijn.  En als het dan ook nog eens op een monopolie begint te lijken, wordt het verantwoord om dit toch in een minimaal juridisch kader te gieten.  Wie kan dat met een mondiaal netwerk? 

De enige die dit echt efficiënt kan doen – en het al enigszins deed met de Digital Servies Act en de Digital Markets Act  – is de Europese Commissie.  Hebben ze daar deze week toch niet eenzelfde man bevoegd gemaakt voor zowel justitie als mededinging zeker?  Didier Reynders krijgt van mij dus een dringende opdracht: zorg ervoor dat we veilig en democratisch kunnen blijven discussiëren via digitale weg en dat de grillen van één iemand of één bedrijf dit niet kan beïnvloeden.  Vrije markt en democratie kunnen slechts functioneren als er een eerlijk speelveld is voor iedereen.  Dan hoef ik geen grootse politieke daden meer te stellen in mijn vakantie.

Danny