UNIZO en HR-dienstengroep Liantis verkozen zopas Jessy Martis tot 'Jobstudent van het Jaar'. Op zijn huidige werkplek, het W-Festival in Oostende, ontving hij de award uit handen van Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO. Van Mattias Dessein, regiomanager bij hr-dienstengroep Liantis, kreeg hij een extra maandloon ter waarde van 1.500 euro. Jessy werd door een jury geselecteerd uit een reeks inzendingen van werkgevers. Met de verkiezing willen UNIZO en Liantis het belang van jobstudenten voor onze economie benadrukken en aantonen dat het huidige soepele tewerkstellingsstatuut voor jobstudenten vruchten afwerpt. 2021 was een absoluut recordjaar, en ook 2022 lijkt op weg om records te breken. UNIZO is voorstander om het aantal uren uit te breiden van 475 naar 600.

Jessy Martis uit Peer behaalde net zijn diploma rechtspraktijk en gaat volgend jaar handelswetenschappen studeren. Hij werkt als jobstudent bij ENTHiON, een marketing- evenementenbureau uit Beringen gespecialiseerd in muziekfestivals en corporate events. Zijn leidinggevende Wing Xia Lu en zaakvoerder Jan Verschraegen droegen zijn kandidatuur voor.

Marketingdirecteur Wing Xia Lu (ENTHiON): “We maakten kennis met Jessy voor de zomer van 2019. Sindsdien is hij uitgegroeid tot één van de sterkhouders in ons festivalteam. We waren blij dat Jessy na een zomer zonder festivals in 2020, in 2021 weer van de partij wou zijn. Ook dit jaar werkt hij bijna elk weekend voor ons op een of ander festival.  Hij is een manusje van alles en vooral een topverkoper die de mensen durft aan te spreken. Hij zorgt ervoor dat hij de merken door en door kent. Jessy groeide door tot supervisor die de leiding neemt van een team op een festivallocatie. Vorig jaar bracht hij trouwens ook zijn broer Danny aan, en dit  jaar kwam daar nog een broer bij: Davy. En toen we last-minute een grote opdracht kregen voor het festival Les Ardentes en we eens polsten bij Jessy of hij nog gemotiveerde studenten kende, bleek hij nog een tweelingbroer te hebben die ook wel wou werken: Joey.

Studentenarbeid populairder dan ooit

Na een kleine terugval in 2020 gaat het opnieuw goed voor de studenten: zowel het aantal werkgevers dat jobstudenten inschakelt als het aantal jobstudenten dat werkt, blijft stijgen. In 2021 hijst studentenarbeid zich opnieuw op het recordniveau van 2019. 

Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO: “Met de economie herstellen na corona ook de cijfers inzake studentenarbeid zich volop.  Studenten werken vaker, langer en doen dat steeds vaker buiten de zomermaanden.  Studenten zijn dan ook bijzonder gegeerd bij ondernemingen, en dat hoeft niet te verbazen.  Ze voegen in essentie een instant flexibiliteit toe binnen een bijzonder krappe arbeidsmarkt, met een logisch kostenvoordeel.  Zo vormt studentenarbeid een ideaal instrument om gewone, reguliere tewerkstelling aan te vullen, of een tijdelijk hogere werklast te counteren.”

Nooit zoveel werkgevers schakelden studenten in

Volgens RSZ-cijfers waren er in 2021 zo'n 565.248 jobstudenten actief. Dat aantal lag nog nooit zo hoog. “Bovendien zien we dat die trend zich ook in 2022 verderzet”, vertelt Mattias Dessein, regiomanager bij hr-dienstengroep Liantis. “In de eerste helft van 2022 zagen we in onze Liantis-cijfers dat 25,6% van de kmo-werkgevers jobstudenten inschakelde. In 2018 ging het nog om 22,7%. Ook het aantal studenten dat deze werkgevers inschakelen stijgt. In de eerste helft van 2022 ging het gemiddeld om 4,8 studenten per werkgever. Uit gesprekken met ondernemers merken we dat dit in de zomerperiode alleen maar toegenomen is. Naast het feit dat ondernemers graag flexibele werkkrachten inschakelen, is het vaak ook uit noodzaak. De war for talent zorgt ervoor dat ondernemers niet altijd de juiste, vaste medewerkers vinden. Denk maar aan de horecasector. Dan kunnen jobstudenten helpen om een drukke periode te overbruggen, terwijl ze hun zoektocht verderzetten. Bovendien is het zeer belangrijk voor hun welzijn dat vaste werknemers na enkele heftige maanden en jaren ook opnieuw even rust kunnen nemen."

Nood aan meer flexibiliteit

In 2012 werd het stelsel voor studentenarbeid op verzoek van UNIZO fundamenteel hervormd, en sinds 1 januari 2017 kunnen studenten 475 uren presteren in plaats van 50 dagen. Deze aanpassingen bleken de voorbije jaren een belangrijke katalysator. “Maar toch is het aantal uren soms nog te beperkt, zeker voor sectoren die blijven snakken naar extra handen”, zegt UNIZO-topman Danny van Assche. “Bovendien zijn studenten vaak zelf vragende partij om meer uren te werken.”

Ook de tendens dat studenten steeds vaker het hele jaar door werken zet zich verder door.  Een belangrijk aandeel van de studentenarbeid wordt nog steeds verricht tijdens de zomermaanden, maar de volumegroei sinds de hervorming situeert zich zowat volledig buiten de zomermaanden. Daarom steunt UNIZO het voorstel om het maximum van 475 uren per jaar op te trekken naar 600 uren, waarbij de kinderbijslag behouden blijft .

“Momenteel zal een student die bijvoorbeeld veertig weekends per jaar gemiddeld zo’n 8 uur in een bakkerij of in de horeca werkt al snel jaarlijks aan 320 uur zitten. Als hij dan nog een maand vakantiewerk doet in de zomer (20 x 8 = 160 uren ), dan zijn de 475 uren opgebruikt. De maximumgrens is dus te beperkend, zeker gezien de huidige krappe arbeidsmarkt”, aldus Danny Van Assche. Momenteel werkt slechts tien procent van de studenten meer dan de 475 voordelige uren. De meeste studenten werken occasioneel, en slechts een  gedeelte wil meer werken.  Een uitbreiding van de uren verstoort de markt dus niet, maar is wel cruciaal voor die bedrijven die er beroep op doen. Door het aantal uren op te trekken naar 600 kan wie meer wil werken dat ook doen binnen het studentenstatuut.

Cijfers*
*zie rapport voor een uitgebreide analyse - bron RSZ

  • In 2021 steeg de omvang van de populatie studenten met een studentenjob licht (+ 0,8%), maar in andere parameters als het aantal werkgevers dat een beroep deed op studenten (+ 5,4%) en de loonmassa (+ 18,9%) noteren we telkens een sterke stijging.
  • In 2021 namen 565.248 studenten ten minste één uur een studentenjob op.  De populatie studenten met een studentenjob steeg in 2021 zo met 13,2% t.o.v. 2020 en met 0,8% t.o.v. 2019 (toen respectievelijk 499.359 en 560.996 studenten ten minste één uur een studentenjob opnamen).
  • De vrouwelijke student maakt met 53,9% (t.a.v. 46,1% mannelijke studenten) daar - traditiegetrouw - het grootste aandeel van uit.
  • Het aantal studentenjobs steeg tot 883.518 (t.o.v. 871.800 in 2019 en 743.817 in 2020).  Daarvan situeerde 65% zich in het Vlaamse Gewest, 24% in het Waalse Gewest en 11% in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
  • In totaal keerden werkgevers in 2021 voor € 1,5 miljard studentenlonen uit (exact bedrag € 1.500.134.300).  Een extra 18,9% t.o.v. 2019, toen werkgevers voor een recordbedrag aan € 1,261 miljard studentenlonen uitkeerden (exact bedrag € 1.261.376.300).  Zo wordt al voor het vijfde jaar op rij de imposante kaap van het miljard gerond.
  • De toename van studentenarbeid zet zich trouwens gelijklopend door in alle sectoren, waarbij de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende sectoren niet of nauwelijks wijzigen.
  •  40,1% van de studenten gaat daarbij via een uitzendkantoor aan de slag (2019: 40,1%; 2020: 38,9%).
  • De gemiddelde student werkte in 2021 207 uren en verdiende daarmee gemiddeld € 2.651 249 . Studenten werken vaker, langer en - logisch - verdienen dus ook meer.  Heel wat studenten presteren dus meer uren dan dit gemiddelde. Bijna 10% heeft vorig jaar zelfs meer dan 475 uren gewerkt.
  • De gemiddelde student blijkt net geen 20 jaar oud.  Met 14,6% (of 129.432 studenten) blijkt ruim een vijfde van de studentenpopulatie jonger dan 18 jaar.
  • Ook de tendens dat studenten steeds vaker het hele jaar door werken zet zich verder door.  Een belangrijk aandeel van de studentenarbeid wordt nog steeds verricht tijdens de zomermaanden, maar de volumegroei sinds de hervorming situeert zich zowat volledig buiten de zomermaanden.  Het aandeel studenten dat uitsluitend in de zomermaanden (juli, augustus en september) actief was, zakt op 5 jaar van 26,9% in 2016 tot 20,3% in 2021.  In 2012 bedroeg dit nog 37,2%.  Dit terwijl het aandeel studenten dat in alle vier de kwartalen van het jaar actief was, op 5 jaar steeg van 18,3% in 2016 tot 21% in 2021.  In 2012 bedroeg dit aandeel slechts 12,3%.
  • Het volledige rapport vindt u hier.