• Drie kmo’s op tien zitten door hun financiële reserves en hebben nood aan extra cashinjectie
  • Zorgwekkend, want 90 % hiervan was financieel gezond eind 2021
  • Hoe meer personeel, hoe meer kans op financiële problemen
  • UNIZO vraagt maatregelen om in de kern gezonde ondernemingen te beschermen

Om de huidige kostenschok te overleven heeft 3 op 10 (29,2%) van de Vlaamse kmo’s nood aan extra cashinjecties omdat de beschikbare reserves ontoereikend zijn. Bij zelfstandigen zonder personeel gaat het om 1 op 4 (23,5%), bij werkgevers om 45% en meer. Dat blijkt uit het nieuwste KMO-rapport van UNIZO, UCM en bedrijfsinformatiespecialist GraydonCreditsafe. De grote stijging van de loon-en energiekosten zijn hiervoor verantwoordelijk. Uit een demografische analyse blijkt ook dat het aantal ondernemingen zonder personeel een recordniveau bereikt.  Er waren dus nooit zoveel zelfstandigen, maar hoe meer personeel men in dienst heeft hoe minder goed men er voor staat.

UNIZO vraagt daarom om geen verdere verhoging van de brutolonen door automatische indexatie door te voeren in 2023 en pleit voor een betere omkadering om kmo’s te steunen bij duurzame investeringen.

Deze twaalfde editie van het KMO-Rapport biedt voor het eerst inzichten in de financieel-economische gezondheid van kmo’s en zelfstandigen zonder personeel dankzij het schokbestendigheidsmodel van GraydonCreditsafe. De resultaten zijn confronterend. Bijna een derde van de kmo’s zit door de financiële reserves en moet op zoek naar extra cashmiddelen. Dit kan door injectie van vers kapitaal, steunmaatregelen, het aanspreken van het privégeld van de ondernemer, het aangaan van leningen of het doorvoeren van prijsverhogingen. Na COVID is voor vele ondernemers geen van deze opties vanzelfsprekend. 

“Na de COVID-crisis werden we geconfronteerd met een explosie van grondstoffen-, energie- en loonkosten. De reserves geraken uitgeput, waardoor ondernemingen die in de kern wel gezond zijn, toch in de problemen komen. Dat is zeer zorgwekkend”, zegt UNIZO-topman Danny Van Assche. 

Opeenvolgende crisissen hebben reserves uitgeput

Met de schokbestendigheidsscore berekent GraydonCreditsafe in welke mate een onderneming één of meerdere schokken kan opvangen. Bij de start van 2023 zijn 63% (segment 1 tot 6) onvoldoende schokbestendig. Voor 29 % (segment 1 tot 3) van de Vlaamse kmo’s is de situatie zeer alarmerend. 

Grafiek: GraydonCreditsafe 9-grid voor kmo’s (t.e.m. 49 werknemers) in Vlaanderen

Een visuele voorstelling van de financiële situatie  bij zelfstandigen en kmo's volgens de ninegrids van Graydon:

In de rij onderaan (segmenten 1,2 en 3) bevinden zich de  kmo’s die snakken naar een onmiddellijke cash-injectie.
De rij in het midden (segmenten 4, 5 en 6) huisvest de kmo’s die aan de bodem van hun financiële reserves zitten.
In de rij bovenaan (segmenten 7, 8 en 9) zitten de kmo’s met voorlopig nog ruim voldoende reserves.

Eric Van den Broele, Director Research and Development GraydonCreditsafe: “Volgens de klassieke analyse bevindt zich slechts een minderheid van de bedrijven in woelig water (de linkse kolom). Maar voor een diepere analyse moeten we naar de rijen kijken. Daarin tonen we aan in welke mate bedrijven overschot hebben die ze kunnen gebruiken om schokken op te vangen. We gaan hiervoor uit van de jaarrekeningen van 2021 die grotendeels de afgelopen maanden werden gepubliceerd. We vertrekken dus van schokreserves waarover onze ondernemingen begin 2022 beschikten.

Kijken we naar het ganse kmo-landschap, dan blijkt uit de analyse dat 3 op 10 (29,2%) van de Vlaamse kmo’s (0 t.e.m. 49 werknemers) nood heeft aan kapitaal omdat de energie- en loonkostschok er voor zorgen dat de beschikbare financiële middelen ontoereikend zijn. Het gaat in totaal om ongeveer 200.000 ondernemingen. Een meerderheid (9 op 10) van deze kmo’s die op korte termijn in de problemen dreigt te komen kan worden geclassificeerd als financieel gezond op het einde van 2021.

Voor Brussel gaat het om 35,5% die dringend nood heeft n aan extra cashinjecties omdat de beschikbare reserves ontoereikend zijn. Bij Brusselse zelfstandigen zonder personeel is dat ongeveer 1 op 4 (27,5%). 

Eric Van den Broele: “Covid was in eerste instantie een omzetschok. In 2022 en begin 2023 zorgen zowel de energie- als de loonschok voor ongezien wijzigingen in de kostenstructuur van ondernemingen.  Hoewel de steunmaatregelen van de verschillende overheden wel schokdempend werken, geven steeds meer ondernemingen aan dat ze moeten besparen op investeringen, op personeel en op het aanbod van goederen en diensten. Men kan de kostenstijgingen niet volledig doorrekenen, waardoor de marges en rendabiliteit onder druk komen te staan.”

Meer personeel = meer kans op financiële problemen

Het aandeel kmo’s met een injectiebehoefte (segmenten 1, 2 en 3) stijgt naarmate er meer werknemers zijn. De verhouding evolueert van 3 op 10 algemeen naar ongeveer 1 op 2 bij kmo’s die personeel hebben.

Danny Van Assche: ”Hoe meer werknemers, hoe groter de nood aan extra financiële middelen. Uiteraard speelt de enorme loonimpact door de hoge inflatie en de automatische loonindexering hier een grote rol.”

Bij zelfstandigen zonder personeel gaat het om 1 op 4 (23,5%)  dat kan worden gelabeld als potentieel niet-crisisresistent.  Bij kmo’s met maximaal 9 werknemers noteert 45% een injectiebehoefte en bij kmo’s met 10 en meer werknemers is dat 47%. Telkens was de overgrote meerderheid van hen financieel gezond op het einde van 2021.

“We zijn vooral zeer bezorgd om de bedrijven die volgens de klassieke parameters 2022 gezond in gingen, maar door de gestegen energie- en loonkosten nu door hun reserves geraken”, zegt Danny Van Assche. Voorbeelden zijn bedrijven uit de tuinbouw, buurtsupermarkten, modewinkels, maar ook ondernemingen die niet alleen arbeids- of energie-intensief zijn maar bovendien worden geconfronteerd met gigantische stijgingen van grondstoffenprijzen.”

Noodzakelijke maatregelen

De druk op de kmo’s is momenteel ongezien hoog.  De loonkosten van Belgische werkgevers stijgen veel sneller dan die van hun Europese concurrenten. Volgens de laatste vooruitzichten van de Nationale Bank van België gaat het om een stijging van 15% per uur in de periode 2022-2023. Daarboven komt de explosie van de energiefacturen. In coronatijden kenden we een omzetcrisis, nu hebben we af te rekenen met een kosten- en rendabiliteitscrisis.  

UNIZO vraagt om, na de indexering van januari, geen verhoging van de brutolonen door automatische indexatie door te voeren in 2023.  De indexering van de brutolonen in 2024 moet vervolgens, minstens deels, bepaald worden door onderhandelingen tussen de interprofessionele sociale partners.

Op middellange wil UNIZO voor een hervorming van de (afgevlakte) gezondheidsindex als basis voor de berekening van loonindexaties.

Danny Van Assche  “Het is correcter om te werken met een duurzaamheidsindex waarbij fossiele brandstoffen zoals gas en huisbrandolie niet langer in de productenkorf worden opgenomen. Vandaag betalen ondernemers en kmo’s de gestegen energiekosten dubbel: via duurdere productie of dienstverlening en via hogere loonkosten. Geïmporteerde energie-inflatie wordt op die manier twee keer verhaald op ondernemingen.”

Om ondernemers meer zuurstof te geven pleit UNIZO, bij uitblijven van een indexeringsaanpassing, om de vermindering van de werkgeversbijdragen met 7,07% minstens in de eerste twee kwartalen van  2023 te verlengen naar gans het jaar. Daarnaast is er kapitaalnood voor duurzame investeringen.

Momenteel is er een eerst ronde aan gerichte steun voor bedrijven die operationeel verlies lijden door de hoge energieprijzen. UNIZO vraagt om de tweede ronde snel te lanceren, indien nodig met aangepaste voorwaarden en criteria rekening houdend met de eerste ervaringen en het intussen versoepelde Europese kader, zodat kmo’s er ten volle gebruik van kunnen maken.

Tenslotte moet de investeringsaftrek voor energiebesparende maatregelen worden verhoogd (45,5% zoals in Nederland i.p.v. 13,5% in België) en dient de Vlaamse regelgeving voor decentrale energieproductie worden versoepeld.

 

Recordaantal zelfstandigen zonder personeel 

Uit de demografische analyse van het kmo-rapport blijk dat in 2021 in België ongeveer 1,26 miljoen kmo’s actief waren. Een gewestelijke opdeling van dit aantal toont aan dat Vlaanderen in 2021 instaat voor een totaal van 692.879kmo’s (vennootschappen en eenmanszaken met maximaal 49 werknemers). Dat is net als in vorige jaren 55,0% van het totale aantal kmo’s in België. Tussen 2012 en 2022 is het aantal kmo’s onafgebroken toegenomen, ook tijdens coronajaar 2020. In 2021 zijn er ten opzichte van 2020 3,4% meer kmo’s actief. Brussel vertegenwoordigt met 134.988 kmo’s in 2021 10,7% van het totale aantal kmo’s in België, Wallonië met 317.122 kmo’s 25,2%. 

De toename van het aantal eenmanszaken en vennootschappen zonder personeel van de laatste jaren zet zich onverminderd voort. Op Belgisch niveau zien we een stijging van 2,6% tussen 2020 en 2021. Vlaanderen telt 331.189 eenmanszaken in 2021. Ten opzichte van 2012 stijgt het aantal eenmanszaken in Vlaanderen met 18,6%.  Nooit eerder waren er zoveel ondernemingen zonder personeel in Vlaanderen: 89% van alle ondernemingen t.e.m. 49 werknemers heeft geen personeel. 

In Brussel neemt het aantal eenmanszaken in deze periode met 30,3% toe. In Wallonië is dit 19,1%. Vlaanderen telt 54,8% van de Belgische eenmanszaken, Brussel 7,8% en Wallonië 30,2%.
 

Volgens sector 

In 2021 valt 36,8% van de kmo’s in Vlaanderen te situeren binnen de dienstensector. Daarna volgen de bouwsector en de industrie met een aandeel van respectievelijk 14,3% en 9,6%. De detailhandel komt op de vierde plaats met een aandeel van 7,7%. De horeca heeft een aandeel van 5,1%, de groothandel 2,5% en de vrije beroepen 3,4%. Tot slot volgen de transportsector met een aandeel van 4,4% en de automobielsector met een aandeel van 2,6%. 

Het volledige rapport kan u hier downloaden