In een vijfde van de sectoren werd de koopkrachtpremie te vlot toegekend. De reden is dat een zeer lichte invulling werd gegeven aan de wettelijke verplichting om ‘hoge’ of ‘uitzonderlijk hoge’ winst te definiëren. Dat zegt UNIZO na een grondige analyse van de sectorale cao’s die hierover werden afgesloten. Volgens een schatting die UNIZO maakt op basis van cijfers van hr-dienstengroep Liantis en de analyse uit de betrokken paritaire comités zal er voor ongeveer een half miljard euro aan koopkrachtpremies zijn uitgereikt.

De federale regering besliste om ondernemingen die in 2022 goede resultaten behaalden, in 2023 de mogelijkheid te verlenen om een eenmalige ‘koopkrachtpremie’ bovenop de maximale marge te voorzien voor de werknemers. Die kon worden uitgereikt t.e.m. 31 december 2023 en de werknemer kan ze consumeren t.e.m. 31 december 2024. De premie wordt, naar analogie met de coronapremie, toegekend in (papieren of elektronische) consumptiecheques. Ze bedraagt maximum 500 euro per werknemer bij hoge winst en 750 euro per werknemer in ondernemingen die in 2022 een uitzonderlijk hoge winst boekten. 

Uit recente cijfers van hr-dienstengroep Liantis blijkt dat halfweg februari aan zo’n 50.000 werknemers voor in totaal 14 miljoen euro aan koopkrachtpremies werd uitgereikt. Plaatsen we deze cijfers in verhouding met de paritaire comités waar een koopkrachtpremie wordt gegeven gecombineerd met de verschillende voorwaarden die zijn opgelegd, komen we op een bedrag van een half miljard euro. Daarmee zal het bedrag ongeveer even hoog liggen al het totaalbedrag dat in 2021 werd uitgereikt met de coronacheques.  

Een vijfde van de sectoren past voorwaarden niet correct toe 

Terwijl de coronapremie nog werd toegekend op basis van ‘goede resultaten’, werden de voorwaarden voor de koopkrachtpremie uit 2023 op vraag van UNIZO aangescherpt naar ‘hoge of uitzonderlijk hoge winst’. Deze definities werden niet opgenomen in het KB, maar moesten per sector worden besproken via cao’s.  Op aanraden van UNIZO hebben een heel aantal sectoren concrete voorwaarden gekoppeld aan het  toekennen van de premie. 

“De bedoeling was dat de koopkrachtpremie enkel werd toegekend  als er écht uitzonderlijk goede resultaten werden behaald. Niet meer dan logisch, gelet op de moeilijke economische situatie. Maar in de praktijk merken we dat de koopkrachtpremie alsnog te ruim is toegepast, ook bij bedrijven waar helemaal geen hoge winsten zijn gemaakt. Daarmee schiet ze haar doel voorbij”, zegt UNIZO-topman Danny Van Assche

In tegenstelling tot de coronapremie, waar onvoldoende aflijning was en die ook veel te soepel werd toegekend, kon voor UNIZO een premie enkel als deze werkgevers duidelijk ingedeeld konden worden tot ondernemingen waar echt hoge of uitzonderlijk hoge winst werd behaald.  In 2023 werd in 83 paritaire comités van de 119 een koopkrachtpremie met voorwaarden afgesproken, 7 meer dan tijdens de coronapremie. Toch hebben een aantal sectoren een ruime interpretatie gehanteerd, waarbij ‘hoge winst’ werd gedefinieerd als het behalen van een positief resultaat of cash flow. 

Danny Van Assche:  “Een op vijf van de sectoren heeft een loopje genomen met de wettelijk vereiste voorwaarden van hoge winst. Het behalen van één euro winst was er al voldoende om de premie toe te kennen. Dit is een bijzonder jammerlijke vaststelling, want zo schiet de premie haar doel voorbij.” 

UNIZO benadrukt dat dergelijke premies door de vakbonden niet als globaal verworven mogen worden beschouwd.  “Door de automatische loonindexering zijn in België uurloonkosten in de privé gestegen met 8,4% in 2023 t.o.v. 2022. In Nederland was dit 6,5%, in Frankrijk 3,9% en in Duitsland 4,8%. De kloof met onze buurlanden, tevens onze belangrijkste handelspartners, is er dus groter op geworden. Deze vorm van extra’s bovenop de indexering mogen nooit als vanzelfsprekend worden aanzien.”