“Nood aan meer aanbieders om prijzen te drukken” 

Vanaf 1 juli is elke handelaar verplicht om minstens één vorm van elektronisch betalen te aanvaarden. Uit een recente bevraging van UNIZO blijkt dat slechts een zeer kleine minderheid van de bedrijven momenteel nog geen elektronisch alternatief aanbiedt. “De meeste ondernemers zijn intussen in orde en bieden de mogelijkheid om digitaal te betalen. Naast de gekende betaalterminals zijn er intussen ook andere spelers op de markt gekomen. Toch blijft de hoge kostprijs nog steeds de meest gehoorde klacht bij de bedrijven”, zegt UNIZO-topman Danny Van Assche.

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem voert vanaf 1 juli de verplichting in voor ondernemers om minstens één andere vorm van betaling dan cash te voorzien voor klanten. Het gros van de ondernemers is intussen in regel met de nieuwe wetgeving. Uit een bevraging die UNIZO eerder voerde blijkt dat in de zelfstandige kleinhandel nu al 99% één of andere vorm van elektronisch betalen aanvaardt. Slechts 1% doet dat nog niet. In de dienstensector is intussen 96% ingesteld op elektronische betalingen, amper 4% is dat nog niet. UNIZO heeft zich akkoord verklaard met deze nieuwe regelgeving, op voorwaarde dat ondernemers zelf kunnen kiezen welke betalingsformule ze aanbieden. 

“Ondernemers zijn niet verplicht om alle soorten van elektronische betalingen te aanvaarden of een betaalterminal aan te schaffen”, zegt Danny Van Assche. “De verplichting betekent wél dat een handelaar minstens één ander betaalmiddel moet voorzien dan cashbetalingen. Voor het gebruik van een terminal liggen de kosten nog steeds een stuk hoger dan voor bijvoorbeeld Payconiq.” 

Betaalcheques zoals maaltijd-, eco-, en  cadeaucheques en cryptomunten worden niet als een geldig alternatief gezien, maar voor het overige volstaat zowat elk digitaal betaalmiddel. Dat kan naast de gekende terminals bijvoorbeeld ook Payconiq, ApplePay, of gewoon de mogelijkheid om over te schrijven zijn. Het is niet zo dat de klant altijd elektronisch moet kunnen betalen met het betaalmiddel van zijn of haar keuze. De verplichting geldt voor alle ondernemingen, dus ook voor vrije beroepen of voor verenigingen of overheden wanneer zij als onderneming goederen of diensten leveren aan consumenten. Er moet wel sprake zijn van een fysiek contact. Een volautomatische carwash, of een broodautomaat zullen bijvoorbeeld niet onder de verplichting vallen. 

Maar zelfs los van de verplichting, is het aanbieden van elektronisch betalen aan te raden”, zegt Danny Van Assche.  “Het wordt steeds moeilijker om aan cash geld te geraken en voor de handelaar brengt het omgaan met cash ook kosten mee.” Al vóór de coronacrisis gaf 11% van de consumenten aan een winkel te verlaten als er niet elektronisch kon betaald worden. Uit recente bevragingen van UNIZO blijkt dat 15 à 20 procent van de detailhandelaars en 6 à 10 procent van alle ondernemingen vandaag al volledig cashloos werkt.

Nood aan meer aanbieders 

UNIZO hoopt dat het aantal aanbieders en mogelijkheden om digitaal te betalen verder vergoot. Het merendeel van alle betalingen gebeurt nog steeds met de bankkaart, wat het meest vertrouwde middel is. Maar er zijn systemen zoals Payconiq by Bancontact die op een andere techniek werken en daardoor veel goedkoper zijn. Het komt er volgens UNIZO dus op aan die concurrentie te verhogen om meer van dat soort systemen in de markt te krijgen. 

"De kostprijs voor handelaars kan gedrukt worden omdat er meer keuze is tussen de verschillende betaalsystemen. Want hoewel we er de voorbije jaren in geslaagd zijn de kosten te verminderen en tariefformules op de markt te laten brengen die meer rekening houden met de situatie van de handelaars, blijft de kostprijs nog steeds de meest gehoorde klacht over elektronische betalingen", stelt Van Assche vast. 

Hoeveel kosten die verschillende betaalmiddelen? 

Het is helaas onmogelijk precies te zeggen hoeveel elektronisch betalen kost, omdat er zoveel methoden zijn, en elke methode meestal verschillende tariefformules kent. Maar stel dat de klant voor 20 euro  koopt, dan zal de kostprijs die de ondernemer voor die transactie betaalt ongeveer de volgende zijn:

  • Bancontactbetaling: ongeveer 12 eurocent (hoe meer maandelijkse transacties hoe lager de prijs)
  • Payconiq: 6 eurocent
  • Kredietkaart: ongeveer 20 eurocent (Mastercard, Visa) tot € 0,6 (American Expres, Diners, …)
  • Maaltijdcheque: ongeveer 20 eurocent
  • Ecocheque: ongeveer 40 eurocent
  • Cash: ongeveer 30 eurocent (Cash is niet gratis. Los van de manipulatiekost en het veiligheidsrisico is ook aan het storten van geld bij de bank een kostprijs verbonden). 

Stel dat de klant voor een groter bedrag aankoop, bijvoorbeeld 1000 euro, dan zal de kostprijs die de ondernemer betaalt ongeveer de volgende zijn:

  • Bancontactbetaling: ongeveer 12 eurocent (hoe meer maandelijkse transacties hoe lager de prijs)
  • Payconiq: 6 eurocent
  • Kredietkaart: ongeveer 10 euro (Mastercard, Visa) tot 30 euro (American Expres, Diners, …)
  • Maaltijdcheque: ongeveer 10 euro
  • Ecocheque: ongeveer 25 euro
  • Cash: ongeveer 29 eurocent