De meest onbekende steunmaatregel

Sinds december 2018 is naast de regio rond Genk, Turnhout, Herstal en Charleroi ook de regio rondom Zaventem-Vilvoorde erkend als steunzone, ook wel ‘ontwrichte zone’ genoemd. Deze beslaat nagenoeg de hele provincie.  Bedrijven die investeren en extra tewerkstelling creëren kunnen sindsdien rekenen op een fiscale ondersteuning. De steunzones werden in het leven geroepen om de regio’s die getroffen werden door grootschalige collectieve ontslagen gedurende een periode van maximaal zes jaar economisch te ondersteunen. Uit een parlementaire vraag van Dieter Van Besien op vraag van UNIZO Vlaams-Brabant aan minister van Financiën Vincent Van Peteghem blijkt dat de maatregel in de steunzone Zaventem-Vilvoorde tot slechts 46 dossiers leidde, allen ingediend door kmo’s. Daarvan werden er 43 goedgekeurd. De totale steun in onze regio wordt geraamd op 1,4 miljoen euro bij 304 nieuwe arbeidsplaatsen.

Het aantal is op zich niet slecht maar wel zeer weinig in vergelijking met de steunzones Turnhout (339 dossiers) en Genk (385 dossiers). De zones Herstal (10 dossiers) en Charleroi (4 dossiers) doen het slechter.  In een steunzone kunnen werkgevers tijdelijk vrijgesteld worden van het doorstorten van 25% bedrijfsvoorheffing op de bezoldiging van nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen als deze vooraf gegaan worden aan een bepaalde investering. De arbeidsplaatsen moeten gedurende drie jaar (voor kmo’s) of vijf jaar (voor grote ondernemingen) behouden blijven. Zoniet, moet de doorstorting alsnog gebeuren. De maatregel geldt enkel voor bedrijven die investeren op een bedrijventerrein, bedrijvencentrum of incubator in deze steunzones.

Elke Tielemans, directeur UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel blijft op haar honger zitten. “We merken dat deze maatregel nog niet gekend genoeg is. 46 aanvragen is te weinig. Ondernemers laten hier ondersteuning liggen. Onbekend is op dit vlak helaas onbemind.”

Impact coronacrisis op deze steunmaatregel
Ten gevolge van de coronacrisis werd beslist om de steunmaatregel, die normaal afloopt op 30 november 2024 met 18 maanden te verlengen tot 31 mei 2026. Op de verlenging reageert Elke Tielemans alvast tevreden. “We moeten deze verlenging zien en gebruiken als een hefboom voor investeringen én jobcreatie in de regio. Dit is alvast een instrument om de economische relance een boost te geven.” Helaas blijven de wettelijke voorwaarden om aanspraak te maken op de steunmaatregelen voorlopig ongewijzigd. Dat betekent dus dat wanneer een aanwerving niet gedurende de vereiste minimale periode behouden werd, ongeacht of dit te wijten is aan de COVID-19-pandemie, de werkgever de niet-doorgestorte bedrijfsvoorheffing alsnog zal moeten storten. Wanneer het gaat over tijdelijke werkloosheid, blijft de arbeidsplaats behouden en is er nog steeds voldaan aan de voorwaarden. De werkgever betaalt dan wel geen bezoldiging, en bijgevolg geen bedrijfsvoorheffing, waardoor de maatregel de facto wordt uitgehold..

Daarom vraagt UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel met aandrang aan de overheid om overmacht mee in rekening te nemen. “Als een bedrijf zijn personeel op tijdelijke werkloosheid moet zetten ten gevolge van een verplichte sluiting of aantoonbaar coronaverlies dan vragen wij een verlenging van de tewerkstellingsperiode met de periode van tijdelijke werkloosheid of sluiting. Bovendien kan het toch niet zijn dat een onderneming bij een, soms noodgedwongen, ontslag als gevolg van de coronacrisis nog eens extra gestraft wordt en de initieel toegestane vrijstelling toch moet betalen?!”

Ook in het geval van ontslagen bepleit UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel de mogelijkheid om overmacht in te roepen en wil de ondernemersorganisatie een onderscheid zien tussen ondernemingen waar ontslagen volledig werden toegeschreven aan de economische bedrijvigheid in hun sector ten gevolge van de pandemie en ondernemingen waar dit niet het geval is.

 

Voorbeeld
Een praktisch voorbeeld om de maatregel te verduidelijken. Stel dat je in april 2021 een aanvraag indient voor een investering in je bedrijf die vanaf juni 2021 in voege treedt. Dan kan je voor alle jobs die als gevolg van deze investering extra gecreëerd worden gedurende 2 jaar een vermindering van  25% van de bedrijfsvoorheffing genieten. Dit betekent al snel een besparing van een paar duizenden euro’s. De vrijstelling wordt echter pas definitief verworven, nadat de werkgever nà afloop van een termijn van 3 (kmo) of 5 jaar (grote onderneming) heeft aangetoond dat de nieuwe arbeidsplaatsen behouden zijn gebleven. De aanvraag moet ingediend worden uiterlijk 3 maanden na de voltooiing van de investering en vóór de aanwerving van extra arbeidskrachten.

Ondernemers met vragen over de steunmaatregelen, kunnen steeds terecht voor advies en ondersteuning bij Frederiek De Kimpe van UNIZO Vlaams-Brabant. (frederiek.dekimpe@unizo.be – 0478 62 97 28)

### EINDE PERSBERICHT ###

Voor persgerelateerde informatie of cases:  
liedewij.verbiest@unizo.be – 0471 72 41 57