In plaats van de gehoopte fiscale hervorming komt de federale regering voorlopig met een aantal pensioenmaatregelen op de proppen. UNIZO reageert teleurgesteld.
“Het paard is een kameel geworden. Dit is geen hervorming van de pensioenen, maar wat aanpassingen in de marge", zegt topman Danny Van Assche. "Positief is dat er eindelijk gedeeltelijk wordt ingegrepen op de perequatie van de ambtenarenpensioenen. De pensioenbonus is slechts een zeer beperkte en inefficiënte maatregel, terwijl de voorwaarde voor de minimumpensioenen al eerder was beslist.  UNIZO ziet hierin geen veilig stellen van ons pensioenstelsel.  Bovendien verwachten we nog steeds een deftige fiscale hervorming." De ondernemersorganisatie pleit voor de invoering van een ondernemersaftrek voor ondernemers actief via een eenmanszaak.

 

“Het is een goed signaal dat de regering durft in te grijpen in de perequatie van de pensioenen bij de ambtenaren, maar dat had verder mogen gaan dan enkel een plafonnering. Het is nog altijd voordeliger dan het pensioen van werknemers en zelfstandigen die met een welvaartsenveloppe werken”, zegt Danny Van Assche.   

UNIZO mist ingrijpendere maatregelen om langer werken echt te belonen. De band tussen pensioen en werken moet versterkt worden. Bovendien blijkt niemand de pensioenleeftijd van 67 echt au sérieux te nemen. We stoppen in ons land te vroeg met werken en doorheen de loopbaan zijn we te vaak inactief. Minder dan 10% van de werknemers werkt effectief tot 65 jaar, ook al gaat de helft officieel op 65 jaar met pensioen. Men krijgt nu  recht op een minimumpensioen bij 20 gewerkte jaren. Deze voorwaarde is een stap in goede richting maar kan bezwaarlijk als fundamentele hervorming gezien worden. Er is nood aan een ruimere ingreep voor alle pensioenen, niet alleen de minimumpensioenen, want gemiddeld is een werknemer één derde van zijn loopbaan inactief. 

De pensioenbonus van 22.500 euro netto voor zij die 3 jaar langer werken is de kar voor het paard spannen. Deze bonus werd enkele jaren geleden afgeschaft omdat de baten niet opwogen tegen de kosten. Deze pensioenbonus is nog steeds een beloning (en extra uitgave) voor wie voor de uiteindelijke pensioenleeftijd uittreedt. Dat men progressief meer bonus krijgt, wanneer men later uittreedt, is wel een duidelijke verbetering van het bonusstelsel.  Maar eigenlijk is een malusstelsel eerder op zijn plaats.  Wie zijn pensioen 3 jaar uitstelt, zal pas op de leeftijd van 108 jaar evenveel pensioen ontvangen hebben dan wanneer hij toch vervroegd met pensioen zou zijn gegaan. Met een bonus uitbetaald in kapitaal moet je nog altijd 91 jaar oud worden om het beter te doen.

Danny Van Assche:  “Wie vervroegd met pensioen gaat, voelt het effect van zijn keuze pas als men 108 jaar oud is. Maar in plaats van het vroeger te doen voelen, gaat men diegenen die enkele jaren langer blijven werken méér betalen.  Het heeft geen zin om mensen te belonen, terwijl ze nog steeds niet hun wettelijk verwachte jaren hebben gewerkt. Uit onderzoek blijkt dat vooral personen met een lage lonen en dus lage pensioenen en zelfstandigen tot 65 jaar werken. Goed beleid zou eruit bestaan de financiële last van een persoonlijke keuze deels bij het individu te leggen en alleen een bonus toe te kennen aan wie na 45 jaar loopbaan heeft of op 65 jaar met pensioen gaat.”

De sociale partners kwamen overeen om de fiscale standstill voor de tweede pijler te behouden tot 2028. UNIZO vindt het niet kunnen dat met nu reeds beslist om hem in 2028 op te heffen. Dit is een scheve interpretatie van het akkoord onder sociale partners.

"Een doorgedreven en toekomstgerichte hervorming van de drie pensioenstelsels blijft uit”, zegt Danny Van Assche. “Op lange termijn volstaan deze maatregelen niet om de financiering van onze pensioenen overeind te houden.  Het is ook afwachten of deze maatregelen zullen volstaan om op korte termijn beroep te kunnen doen op de Europese steunmaatregelen.   We kijken nu uit naar wat er fiscaal uit de bus zal komen. Mensen langer aan het werk houden, doe je ook door ze meer van hun loon te laten overhouden tijdens de loopbaanjaren.  Hiervoor zou er wel een deal zijn over het verlagen van de lasten, maar niet over de financiering, noch over een gelijkaardige incentive voor zelfstandigen."

UNIZO pleit hier voor de invoering van een ondernemersaftrek voor ondernemers actief via een eenmanszaak. Die aftrek laat ondernemers toe om in de personenbelasting een eerste schijf, gelijk aan 20% van hun ondernemerswinsten- of baten (na verrekening van fiscale verliezen en aftrek van beroepskosten), af te trekken met een maximum van 20.000 euro per jaar. Doordat de vrijgestelde schijf niet wordt meegenomen in de progressieve berekening van de belasting, verlaagt de effectieve belastingdruk op ondernemingsinkomsten. Zodoende wordt een daadwerkelijke lastenverlaging voor zelfstandigen gerealiseerd.