Het aantal flexi-jobs stond eind 2022 op een recordhoogte. Flexi-jobben is dus populairder dan ooit. De vraag van UNIZO om het gebruik van flexi-jobs in alle sectoren die dit wensen toe te laten ligt nu ook op tafel tijdens de onderhandelingen over de fiscale hervorming.  “We hopen dat de uitbreiding nog voor het zomerreces wordt beslist. Er is geen enkel zinnig argument om niet te doen. Flexi-jobs bieden een antwoord op de stijgende vraag naar flexibiliteit door werkgevers én werknemers”, zegt UNIZO-topman Danny Van Assche.

Eind 2022 klokten we af op meer dan 108.000 flexijobs, dat blijkt uit recente cijfers van de RSZ. Vooral na de coronapandemie is er een sterke stijging.

Grafiek RSZ

Wie is de typische flexi-jobber?

Flexi-werknemers zijn vaak relatief jong, maar ten opzichte van 2016 is het aandeel oudere werknemers wel toegenomen. Een belangrijke reden hiervoor is dat sinds 2018 gepensioneerden ook een flexi-job kunnen uitoefenen. Maar ook indien zestigplussers buiten beschouwing worden gelaten, zien we dat de gemiddelde leeftijd van flexi-jobbers in de afgelopen 6 jaar gestegen is. Dit heeft onder meer te maken met het openstellen van flexi-jobs in sectoren die niet enkel jongeren aantrekken

Grafiek RSZ

Voordelen

Het aantal flexi-jobs staat op hoogste peil ooit. Het systeem van flexi-jobs is dan ook een win-win voor werkgever en werknemer. Werknemers met minstens een 4/5de tewerkstelling bij een andere werkgever en gepensioneerden kunnen bijverdienen via een flexi-job. De werkgever betaalt 25% werkgeversbijdrage aan de RSZ. De werknemer betaalt noch werknemersbijdragen noch belastingen en bouwt sociale rechten op.

“De tegenargumenten dat flexi-jobs reguliere arbeidsplaatsen zouden vernietigen of nadelig zijn voor werknemers houden geen steek”, zegt Danny Van Assche. “Integendeel, werknemers zijn zelf vragende partij om onder het statuut te kunnen werken, naast hun vaste job. Momenteel verliezen bepaalde sectoren werkkrachten omdat men hen het voordelig statuut niet kan aanbieden.” 

Een interessant inzicht is ook dat de jobs niet noodzakelijk (meer) ingenomen worden door mensen binnen dezelfde sector.  Dit pareert kritiek dat werknemers gaan werken bij een concurrent van de eigen werkgever. Waar in het begin bijna 40% van de flexi-jobbers ook zijn hoofdjob in de horeca had, is dit nu nog geen 10%. In de plaats kwamen werknemers die hun hoofdjob hebben in sectoren waar flexi-jobs niet bestaan. Dit kan deels verklaard worden doordat flexi-jobs vanaf 2018 mogelijk werden in onder andere de detailhandel en dat meer gepensioneerden flexi-jobs zijn gaan uitoefenen.

Grafiek RSZ

Verdere uitbreiding

Deze federale regering besliste reeds om de flexi-jobs verder uit te breiden naar een aantal nieuwe sectoren, maar met een heel aantal beperkingen. UNIZO steunt de vraag voor een uitbreiding over alle sectoren heen.

“Momenteel zijn flexi-jobs beperkt tot onder meer de horeca, detailhandel en de cultuursector, maar er zijn vele sectoren die vragende partij zijn om ook met het soepel systeem te kunnen werken. Denk bijvoorbeeld aan de transport- en logistieke sector, de verhuissector en de begrafenisondernemers.  Er is geen enkel argument te verzinnen waarom het in alle sectoren niet zou kunnen", aldus Danny Van Assche. 

Ondernemers kunnen door het systeem beroep doen op flexibele arbeidskrachten om piekmomenten op te vangen. Voor arbeidsintensieve sectoren verlaagt het gebruik van flexi ’s de loonlast en geeft het ze dus de nodige financiële ademruimte en versterkt het de concurrentiepositie. Vaste werknemers genieten mee van de flexi-jobbers, want ze kunnen worden ingeschakeld piekmomenten om de werkdruk te verlagen of hen te vervangen bij ziekte of vakantie. En de flexi-jobber zelf verdient bij zonder hierop belast te worden.