Zonet ondertekenden de sociale partners in de NAR (de Nationale Arbeidsraad) de cao’s die twee Europese richtlijnen omzetten naar Belgische afspraken. De cao inzake flexibele werkregelingen zet de “Work Life Balance”-richtlijn om en de cao transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden de “Transparant Predictable working conditions”. Het was een werk van lange adem: er gingen twee intensieve jaren onderhandelingen aan vooraf.  UNIZO, die mee aan de onderhandelingstafel zit, is tevreden dat er een gedragen akkoord is.  “We  bewijzen dat het sociaal overleg wel degelijk werkt in dit land. De sociale partners zijn zo sterk als ze zelf willen, en op hun sterkst wanneer ze akkoorden sluiten”, zegt UNIZO-topman Danny Van Assche. 

De cao’s zijn een omzetting van de Europese richtlijn 'Work-life Balance', die het evenwicht tussen werk en privéleven wil verbeteren. Om te voldoen aan deze Europese normen, moest de Belgische wetgeving aangepast worden. Vicepremier en minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne kwam eerder dit jaar nog met eigen voorstellen om het sociaal overleg buitenspel te zetten. Het was voor UNIZO belangrijk dat de sociale partners deze afspraken zelf maakten. Het gaat bij uitstek om materies die thuishoren op de werkvloer en waarover werkgever en werknemer het eens moeten raken. 

“Werk en privéleven lopen steeds meer door elkaar. Met deze twee cao’s geven we als sociale partners een antwoord op die maatschappelijke uitdaging. Voor ons was het belangrijk dat er ook voor onze kmo’s een duidelijk en haalbaar kader kwam waarbinnen ze de flexibiliteit kunnen aanbieden. Met deze akkoorden wordt het belang van een goede work-life balance benadrukt, maar steeds rekening houdend met de praktische haalbaarheid in de kmo”, aldus Danny Van Assche

Dankzij de nieuwe cao flexibele werkregelingen kunnen ouders met jonge kinderen onder bepaalde voorwaarden een aangepaste werkschema of telewerkregeling vragen aan hun werkgever. Die heeft nooit de verplichting om in te gaan op deze vraag. Hetzelfde geldt voor de cao in verband met meer voorspelbaar werk. Een werknemer met een contract voor bepaalde duur kan vragen naar een contract van onbepaalde duur, om meer uren te presteren, of om arbeid te verricht op meer voorspelbare tijdstippen en dagen. 

Een belangrijk punt voor UNIZO is dat de bescherming tegen nadelige behandeling en ontslag in proportie is gebracht, in tegenstelling tot het wetsvoorstel van minister Dermagne. Er wordt  rekening gehouden met specifieke situaties die zich kunnen voordoen: het is aan de rechter om te beslissen door middel van een vork.  Ook wordt een bijzonder strikt cumulverbod voorzien waardoor optellen van allerlei vergoedingen onmogelijk wordt. Tenslotte komt er een antimisbruikbepaling, waardoor een werknemer geen aanvragen tot de werkgever kan richten om beschermd te zijn tegen ontslag. 

“De voorstellen die de minister, rond de sociale partners heen, wilde doordrukken waren totaal niet afgestemd op de noden van de werkvloer en zouden de kmo’s opzadelen met heel wat extra administratieve (over)lasten en kosten. Gelukkig hebben we dit binnen de NAR sterk kunnen corrigeren. Deze cao’s zijn een faire deal voor zowel werkgever als werknemer”, besluit Danny Van Assche