De coronacrisis heeft onze zelfstandige ondernemers en kmo-zaakvoerders niet op de knieën gekregen. Dankzij hun creativiteit, hun doorzettingsvermogen én massale - noodzakelijke - steun van de verschillende overheden hebben de meesten het overleefd. De economie veert recht, het licht van de relance schijnt... maar daar doemt alweer de nijpende arbeidskrapte op. Meteen ook hét kernthema van het UNIZO Startevent, dinsdagavond in Autoworld. "Het probleem is zo gigantisch dat een groot deel van de relance zou kunnen mislukken, wanneer we dit niet opgelost krijgen", zette Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO de toon. En dus formuleerde hij namens UNIZO 4 concrete maatregelen die, naast andere, het verschil moeten maken: "Maak werken lonend, vergroot de arbeidsmobiliteit, activeer meer zestigplussers en re-integreer meer langdurig zieken." Niet mis te verstane boodschappen voor de Brusselse minister van Werk, Bernard Clerfayt, en de Vlaamse bevoegde minister, Hilde Crevits, die op het podium deelnamen aan een debat over de arbeidskrapte, als voor de andere betrokken ministers, beleidsmakers en instanties in de zaal. En uiteraard ook voor de thuisblijvers.

"Maak werken lonend"
Absoluut probleem nummer één van onze ondernemers, sinds jaren, is dat elke loonsopslag in dit land kost gigantisch veel geld kost, en weinig oplevert, zoals onlangs nog werd scherpgesteld in het UNIZO-rapport 'Loon naar werken' daarover. België is de heersende wereldkampioen in belastingwig: een gemiddelde werknemer neemt net iets minder dan de helft (49%) van zijn totale loonkost mee naar huis.  In alle landen ter wereld levert een loonsverhoging méér op dan in ons land.  Een loonsverhoging is daardoor bij ons vaak een bron van frustratie voor de werkgever en van ontgoocheling voor de werknemer. "De vakbonden fulmineren tegen de loonwet van 1996.  Maar ze vergissen zich van wet!", benadrukte Danny Van Assche in zijn toespraak. Het echte probleem is volgens UNIZO niet de loonwet, maar de reële loonkost! "Als we meer mensen willen motiveren op de arbeidsmarkt, dan moeten die mensen meer van hun loon overhouden en niet noodzakelijk meer verdienen. Ons belastingstelsel moet minder progressief worden. Niet op 41.000 euro inkomen maar pas vanaf 100.000 euro mag je in het toptarief terecht komen."

Danny Van Assche:"De vakbonden fulmineren tegen de loonwet van 1996, maar ze vergissen zich van wet. Niet de loonwét maar de loonkóst is de olifant in de kamer!"

Wat UNIZO betreft, is de jobbonus (waarvan niet meer zeker is of die er nog effectief komt) niet de eerste prioriteit. "Eigenlijk is deze Vlaamse doelstelling al bereikt via federale middelen, door de recente verhoging van de minimumlonen", redeneert Danny Van Assche. Toch wil UNIZO het budget voor die jobbonus niet zonder meer in de put van het Vlaamse begrotingstekort zien verdwijnen. Volgens UNIZO kunnen die middelen beter worden benut voor meer investeringen in extra kinderopvang en in een verhoging van het kindergeld voor wie werkt aan een laag loon. Momenteel kosten kinderen meer aan mensen die gaan werken, dan aan mensen die niet gaan werken. "Dat is ten eerste niet eerlijk en ten tweede vormt het een drempel om aan het werk te gaan", aldus nog Danny Van Assche.

Danny Van Assche: "Het voorziene budget voor de jobbonus kan beter worden geïnvesteerd in extra kinderopvang en meer kindergeld voor wie werkt met een laag loon."

"Vergroot de arbeidsmobiliteit"
"Hoe komt het toch dat Brusselse en Waalse werklozen niet of nauwelijks de weg vinden naar de Vlaamse arbeidsmarkt?", luidde één van dé hamvragen tijdens het debat met de Brusselse, Vlaamse en federale ministers van werk op het UNIZO-Startevent. Brussels minister Bernard Clairfayt mocht als eerste komen uitleggen waarom er een 'muur' lijkt te staan tussen de werkzoekenden in zijn gewest en de werkgevers in Vlaanderen. Maar ook Vlaams minister Hilde Crevits en (afwezig) federaal minister Pierre-Yves Dermagne moesten zich aangesproken voelen, want het probleem van de te beperkte arbeidsmobiliteit stelt zich ook binnen de gewesten zelf en dus overal in België. "Is het niet raar dat 20% van de Vlaamse KMO’s al buitenlanders heeft aangeworven, maar slechts 7% werknemers uit een ander Belgisch gewest? Eigenlijk werkt de Europese arbeidsmarkt beter dan de Belgische", luidde de verbijsterende conclusie van Danny Van Assche. UNIZO klopt al jaren op dezelfde nagel maar er zit totaal geen schot in de zaak.  Er is geen enkele Vlaamse provincie waar meer dan 2,5% van de tewerkstelling door Waalse werknemers wordt ingevuld.  Nochtans werken er wel 3% Fransen in West-Vlaanderen. Brusselaars vinden alleen (en dan nog met mondjesmaat) de weg naar Vlaams- en Waals-Brabant. Belgen werken - meer dan ooit blijkbaar - het liefst onder de eigen kerktoren. Ook Antwerpenaren, Limburgers of Vlaams-Brabanders vinden nauwelijks de weg naar de ontploffende arbeidsmarkt in West-Vlaanderen.  "Hoe komt dat toch?", vroeg Danny Van Assche zicht luidop af.  "Honderd jaar geleden verhuisden de mensen om werk te vinden. Nu moeten ze alleen de trein, de bus, de auto of zelfs maar de fiets nemen, en ze doen het niet."  Onmiddellijk daarbij wees Danny Van Assche ook de werkgevers op hun verantwoordelijkheid. "77% van onze ondernemers wil geen mensen aanwerven die geen Nederlands spreken, maar voor de rest wel aan alle jobvereisten voldoen. En 71% van de werkgevers staan er ook niet voor te springen om mensen aan te werven die meer dan 60 kilometer verder wonen.  Het probleem doet zich dus voor aan beide kanten."

Danny Van Assche: "Honderd jaar geleden verhuisden de mensen om werk te vinden. Nu moeten ze alleen de trein, de bus, de auto of zelfs maar de fiets nemen, en ze doen het niet."

Om uit deze impasse te geraken stelt UNIZO zes onmiddellijk toe te passen maatregelen voor, die allemaal onder de noemer "interregionale samenwerking" vallen:

  1. De VDAB, Actiris en Forem moeten 'hun' werkzoekenden toeleiden en opleiden naar elkaars knelpuntberoepen;
  2. De vacatures moeten ook gelijktijdig in alle gewesten worden opengesteld en gepubliceerd;
  3. Instrumenten als de Individuele Beroepsopleiding of de Formation Professionelle Individuelle moeten over de gewestgrenzen heen uitgerold kunnen worden;
  4. De regel dat je als werkzoekende een "passende dienstbetrekking" moet aanvaarden tot 60 km van je woonplaats moet ook over de gewestgrenzen gelden;
  5. Uiteraard zijn vlotte verbindingen met het openbaar vervoer over de gewestgrenzen heen en met slechts één ticket voor het ganse traject essentieel.
  6. En last but not least moeten ook werkgevers over de gewestgrenzen kijken. "De taal hoeft in heel veel gevallen geen drempel te vormen. Die kunnen nieuwe medewerkers leren op de werkvloer."

"60-plussers zijn niet (te) oud, laat staan 'out'!"
Nog niet zo heel lang geleden konden werkzoekenden boven de veertig nauwelijks nog werk vinden. Die tijd is gelukkig voorbij.  Zelfs voor de 'ouderen' is er al veel beterschap geboekt.  In 2009 was maar 46% van de 58-jarigen aan het werk, nu is dat 72%,  en maar 23% van de 60-jarigen, nu is dat 57%.  Maar eenmaal voorbij de minimumleeftijd voor het brugpensioen worden de cijfers opnieuw dramatisch. Minder dan een derde van alle zestig-plussers zijn nog actief op de arbeidsmarkt.  Dat is een probleem voor onze sociale zekerheid én een gemiste kans voor de krapte op de arbeidsmarkt.  "Zestigers moeten langer aan het werk gehouden worden en zestigers die werk zoeken, moeten kansen krijgen.  Ook dat is opnieuw een verantwoordelijkheid van zowel werkgevers als werknemers", aldus Danny Van Assche. "Daartoe moeten we de - onterechte - vooroordelen ten aanzien van 60-plussers bij onze werkgevers wegwerken. Werkgevers deinzen er voor terug om te investeren in het opleiden, begeleiden en klaarstomen voor de job van een zestigplusser.  Ze vrezen dat ze te weinig zullen kunnen genieten van deze investeringen.  Terwijl een 60-er die dit soort kans krijgt wellicht nog 7 jaar trouw aan boord blijft. Hoeveel jongeren blijven zo lang bij eenzelfde werkgever? We zouden opleidingsstimulansen specifiek voor oudere werkzoekenden kunnen ontwikkelen, of IBO’s aangepast aan deze doelgroep. Tijdens de Werkgelegenheidsconferentie van twee weken geleden waren we het ook allemaal eens dat een leercultuur en meer jobmobiliteit tijdens de loopbaan, er ook voor zullen zorgen dat men flexibeler is op latere leeftijd.  Uiteraard moeten we ook blijven werken aan werkbaar werk.  Werken tot ons 67ste is als een marathon lopen: in se kan iedereen het, maar je moet goed doseren. En niemand zegt dat je op het einde van je loopbaan hetzelfde moet blijven doen als de veertig jaar ervoor.  We moeten er echt voor zorgen dat mensen durven van sector te veranderen.  De ervaring van de ene sector is een troef in een andere sector, waar het werk minder belastend is.  Zo zien we al heel wat beweging vanuit de transportsector naar bv het personenvervoer.  Ik ben er ook van overtuigd dat heel wat 60-plussers de perfecte oplossing kunnen zijn voor het nijpend lerarentekort in het onderwijs.  En uiteraard moet ook het ondernemerschap voor vele ervaren mensen op de arbeidsmarkt een meer valabele optie zijn."

Danny Van Assche: "Werken tot ons 67ste is als een marathon lopen: in se kan iedereen het, maar je moet goed doseren. En niemand zegt dat je op het einde van je loopbaan hetzelfde moet blijven doen als de veertig jaar ervoor."

Uiteraard moeten volgens UNIZO ook tegelijk de échte, objectieve drempels worden weggewerkt om oudere werknemers aan te werven of langer in dienst te houden. Volgens Vlerick-onderzoek verdient een 55-jarige in ons land 62% meer dan een 30-jarige in een gelijkaardige functie.  Veel heeft te maken met de automatische verhogingen in ons land op basis van anciënniteit.  Baremieke verhogingen zijn op zich niet abnormaal maar in ons land wel sterker dan elders.  In de Scandinavische landen stijgen de lonen gedurende zo’n twintig jaar op basis van anciënniteit.  In België stijgen ze gemiddeld 30 jaar.  Zelfs het Generatiepact van 2005 kaartte dit probleem al aan. Hoog tijd dus om het aan te pakken, vindt UNIZO.

"Zet meer dan ooit in op de re-integratie van langdurig zieken"
Eerder dit jaar lanceerde UNIZO haar actieplan voor de re-integratie van langdurig zieken. De essentiële boodschap daarin is dat álle actoren - huisartsen en arbeidsartsen, arbeidsbemiddelingsdiensten... én uiteraard de werkgever maar net zo goed de zieke werknemer zélf - veel meer met elkaar moeten communiceren en samenwerken om een succesvolle terugkeer naar de werkvloer te realiseren. Het begin deze maand gelanceerde plan van minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, om met zogenaamde 'terugkeercoaches' te werken, werd door UNIZO gunstig onthaald maar gaat volgens de organisatie lang niet ver genoeg. "Iederéén in dit verhaal moet hier de rol van terugkeercoach op zich nemen!"

Re-integratie hoeft volgens UNIZO ook niet altijd gelijk te staan met een terugkeer naar de oude job of de oorspronkelijke werkgever. "Ook hier mag 'jobmobiliteit' geen obstakel zijn. Het is niet omdat je niet meer in staat bent je vorige job uit te voeren dat je tot niets meer in staat bent. En het is niet omdat je huidige werkgever geen andere, aangepast job voor je heeft, dat je nergens anders meer aan de slag zou kunnen." Nog volgens het UNIZO-actieplan moet er meer worden ingezet op het combineren van loon en uitkering om mensen met vertrouwen opnieuw aan het werk te krijgen.

Danny Van Assche: "Het is niet omdat je niet meer in staat bent je vorige job uit te voeren dat je tot niets meer in staat bent. En het is niet omdat je huidige werkgever geen andere, aangepast job voor je heeft, dat je nergens anders meer aan de slag zou kunnen."

"Overheden in dit land: werk meer samen!"
"Er is één 'wondermiddeltje' nodig om deze voorstellen echt te doen slagen.  Een wondermiddeltje, zelfs geen mirakel", gaf Danny Van Assche de aanwezige beleidsmakers nog mee.  "Al deze oplossingen vallen immers niet in één bevoegdheidspakket samen.  Meer dan ooit hebben we nood aan goed samenwerkende regeringen in dit land. Zet alle meningsverschillen opzij en werk pragmatisch aan concrete oplossingen, zoals onze ondernemers dat zouden doen."

Info:
PDF icon Download hier de integrale toespraak van Danny Van Assche tijdens het UNIZO-Startevent...
Download hier het UNIZO-rapport "Loon naar werken"...
Download hier het UNIZO-actieplan voor de re-integratie van langdurig werklozen...

Meer weten? Contacteer UNIZO-woordvoerder Filip Horemans,
M 0478/22.37.51 - E filip.horemans@unizo.be