Ruimte om te ondernemen in Vlaams-Brabant is schaars. Uit cijfers van het Agentschap Innoveren & Ondernemen blijkt dat er in Vlaams-Brabant 87ha actief aanbod aan bedrijventerreinen is. Het arrondissement Halle-Vilvoorde herbergt 88,5% van dit aanbod. Maar in het Pajottenland is er zo goed als geen beschikbare bedrijfsruimte.

Kijken we op gemeentelijk niveau dan ligt het grootste aanbod bedrijventerreinen in Zaventem (18ha), gevolgd door Vilvoorde (14ha), Halle (9ha), Ternat (9ha) en Machelen (8ha). In het Pajottenland is het actief aanbod problematisch. Geen enkele beschikbare hectare in Gooik, Galmaarden of Lennik en slechts een verwaarloosbaar klein aanbod in Pepingen.

Elke Tielemans, directeur UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel: “We wensen van het Pajottenland geen nieuwe industriële hotspot te maken, maar ruimte voor kleine en middelgrote ondernemingen is belangrijk. Het zorgt voor lokale tewerkstelling en heeft een positief effect op de mobiliteit, leefbaarheid, aantrekkelijkheid maar ook welvaart in de gemeenten.”


Regionale spelers

Starters vinden vlot de weg naar Vlaams-Brabant met nog steeds hoge oprichtingscijfers. Maar wat als zij groeien? Ondernemingen die uitbreiden, kunnen dit niet altijd op hun bestaande locatie. Soms door de te starre bouwvoorschriften, soms door ruimtegebrek, soms door te hoge m²-prijzen, soms omdat de activiteit niet meer gewenst is op de locatie. Uitwijkmogelijkheden voor deze kmo’s zijn in de directe omgeving vaak te beperkt of onbestaande.

De Schiebeek in Herne is een mooi en recent voorbeeld van extra ruimte voor lokale ondernemers. Het feit dat deze zone erg snel is ingevuld, toont aan dat de vraag groot is. 

Verweving, reconversie en nieuw aanbod

“Een tweesporenbeleid dringt zich op. Enerzijds is er nood aan nieuwe duurzame (intergemeentelijke) bedrijventerreinen. Anderzijds moet er nog meer ingezet worden op het optimaliseren van de ruimte en het bestaande vastgoedpatrimonium bestemd voor ondernemen.” aldus Elke Tielemans.

Volgens UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel moet de kaart van meer verweving getrokken worden. Bedrijvige kernen, waarbij economische actoren geïntegreerd worden in kernen, hebben niet alleen een positieve impact op de sociale cohesie en mobiliteit in kernen, maar ook op het ruimtegebruik. Een win-win dus. Naast voordehand liggende sectoren, wil UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel dat voor alle type ondernemingen de afweging gemaakt wordt. Initiatieven zoals LocusFocus spelen hier al op in.

Maar niet elke activiteit kan zo maar in de kern. Ook dan moet het mogelijk blijven om te ondernemen en is er een maatschappelijke verplichting om ruimte te vrijwaren of creëren, vindt UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel. Denk aan ambachtelijke bedrijven die door hun omvang, groeiambitie, milieu- of mobiliteitsimpact niet terecht kunnen in een kern.

(Lees ook: Ondernemers in Pepingen boos omdat lang verhoopte kmo-zone in water dreigt te vallen - Made in (made-in.be))