“De oplopende loonkost en aanhoudende vraag naar méér in tijden dat vele kmo’s moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen zal onze maatschappij zéér duur te staan komen." 

België één van de laatste landen is waar de automatische loonindexatie nog bestaat, en dat zorgde het voorbije jaar voor een ongeziene loonkostenexplosie. Ondernemers zitten met de handen in het haar want na de stijging van de grondstofprijzen en de energiekosten, moeten ze nu afrekenen met de grootste loonindexering die ze ooit meemaakten. UNIZO trekt aan de alarmbel en vraagt om de volgende jaren een aangepast indexeringssysteem toe te passen.

“Alle alarmsignalen staan op rood”, zegt UNIZO-topman Danny Van Assche. “Onze leden geven aan te zullen knippen in hun personeel en gaan gebukt onder de stress. Time is now, er moet iets gebeuren.”

Uit een bevraging die UNIZO voerde bij 650 kmo-ondernemers blijkt dat 1 op 3 vreest om volgend jaar met minder personeel te moeten werken om de loonstijging van de anderen te kunnen betalen. Dat is te begrijpen, want wie nu wie met tien mensen werkt, zal er vanaf januari elf moeten betalen.  Drie op vier ervaart meer stress door de energie- en inflatiecrisis, 17% in die mate dat er  gezondheidsklachten zijn. Het aantal faillissementen in 2022 in Vlaanderen is ondertussen met meer dan 8% gestegen tegenover 2019, en vooral bij de kleinere kmo’s (tot 4 werknemers) loopt het risico op. 

Ongeziene stijging van de loonkost zet ons internationaal buiten spel

Door de automatische indexering stijgen de loonkosten voor Belgische werkgevers veel sneller dan in andere landen, met 15% per werknemer in de periode 2022-2023. Bij onze belangrijkste handelspartners Duitsland is dit 10%, in Nederland 8% en in Frankrijk 9%. We bouwen dus een problematische loonkostenhandicap op. De competitiviteit van onze ondernemingen staat onder ongeziene druk waardoor we ons uit de markt prijzen. 

België is het énige land is waar de lonen in reële waarde, dus los van de inflatie,  in 2022 en 2023 nog vooruit gaan.  Voor wie in januari zijn loon geïndexeerd ziet, komt er meer dan 11% bij.  Dat is meer is dan alle vorige acht indexaties bij elkaar geteld.  Bijvoorbeeld in Duitsland gaat men in de metaalsector akkoord met 8,5% , en dan nog gespreid over twee jaren. 

Danny Van Assche: “Maar toch willen de vakbonden méér en organiseren ze de zoveelste actiedag,  want ‘er zijn toch ook nog  bedrijven die het goed hebben gedaan’. Wellicht wel, maar door de automatische index stijgen de lonen al zo fel, dat vele van onze ondernemers dit simpelweg niet aankunnen. Dat is de realiteit bij een groot deel van de kmo’s. Er komt een nulgroei voor reële lonen in 2023 maar de CRB (Centrale Raad voor het Bedrijfsleven) berekende dat de loonnorm eigenlijk onder nul zou moeten liggen om onze competitiviteit niet te schaden.  De nulgroei is door de automatische indexering  dus al ruimer dan wat onze economie aan kan om gelijke tred te houden met de buurlanden. De constante vraag naar méér in tijden dat vele kmo’s moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen zal onze maatschappij zéér duur te staan komen.”

Knip in het indexmechanisme 

UNIZO vraagt om geen verhoging van de brutolonen door automatische indexatie door te voeren vanaf 2 januari 2023 tot en met 1 januari 2024. De indexering van de brutolonen in 2024 moet vervolgens, minstens deels, bepaald worden door onderhandelingen tussen de interprofessionele sociale partners. Verschillende economische parameters kunnen hierin een rol van betekenis spelen, zoals de omvang van de loonkostenhandicap en de economische groei. Een halt toeroepen aan de ontsporing van onze loonkosten ten opzichte van deze drie belangrijke handelspartners is essentieel voor de competitiviteit van Belgische ondernemingen.

“Als de federale regering haar huiswerk rond de fiscale hervorming tijdig en correct klaar heeft, hoeft dit de werknemers niet eens veel geld te kosten”, zegt Danny van Assche. “Wie werkt moet meer overhouden. Maar dat dat geld mag absoluut niet gehaald worden bij de ondernemers.”

Duurzaamheidsindex 

Op middellange pleit UNIZO voor een hervorming van de (afgevlakte) gezondheidsindex als basis voor de berekening van loonindexaties.
Danny Van Assche: “We denken hierbij aan een duurzaamheidsindex waarbij fossiele brandstoffen zoals gas en huisbrandolie niet langer in de productenkorf worden opgenomen. Ondernemers en kmo’s draaien vandaag twee keer op voor de gestegen energiekosten: via duurdere productie of dienstverlening en via hogere loonkosten. Geïmporteerde energie-inflatie wordt op die manier twee keer verhaald op ondernemingen.”

Naast automatische indexatie van brutolonen zijn er tal van alternatieve steunmaatregelen mogelijk ter compensatie van hogere energieprijzen, zoals sociale energietarieven en energiecheques. Zulke steunmaatregelen kunnen veel gerichter worden ingezet in huishoudens die het effectief nodig hebben, in tegenstelling tot brutoloonindexatie.