"We steunen voluit het principe, maar vrezen dat grote bedrijven de verantwoordelijkheden zullen doorschuiven naar de kmo’s” 

Het Europees Parlement keurde vandaag het onderhandelingsmandaat goed om met de EU-lidstaten de zorgplichtwet voor bedrijven uit te werken. Met deze zogenaamde ‘due dilligence’ wil Europa negatieve gevolgen op mensen(rechten) en natuur door activiteiten van bedrijven in kaart brengen en stoppen. De bedoeling is om duurzaamheid in te bedden bij grote bedrijven en hun onderaannemingen. UNIZO steunt het principe voluit, maar is bezorgd dat grote bedrijven de verantwoordelijkheden zullen  doorschuiven naar de kleinere ondernemers die met hen samenwerken. 

De nieuwe regels zullen van toepassing zijn op alle ondernemingen die in de Europese Unie gevestigd zijn, meer dan 250 werknemers in dienst hebben en een wereldwijde omzet draaien van meer dan 40 miljoen euro. “We zijn tevreden dat kmo’s niet rechtstreeks onder de richtlijn vallen”, zegt gedelegeerd bestuurder Danny Van Assche. “Niet omdat we tegen de doelstelling op zich zijn, maar omdat het haalbaar moet blijven. Daarom hebben we een eigen UNIZO code goed bestuur met aanbevelingen op vlak van duurzaam ondernemen in al zijn facetten (www.codegoedbestuur.be).” 

Toch is UNIZO bezorgd. Grote bedrijven die onder de zorgwet vallen, zullen wel contractuele conformiteitsgaranties eisen van een partner. Er zijn flankerende maatregelen om kmo’s hierin te ondersteunen, maar de ondernemersorganisatie vreest dat deze onvoldoende zullen zijn om hun goede werking en concurrentiepositie te vrijwaren. 

Danny van Assche: “Er is nog  veel onduidelijkheid. Om na te gaan of aan alle voorwaarden wordt voldaan, zullen kmo’s die met een grote speler willen handelen over een conformiteitscheck moeten beschikken. Indien deze check door een onafhankelijke derde partij uitgevoerd wordt, worden de kosten niet afgewenteld op de kmo’s. Maar de kosten die gepaard gaan met de aanpassingen die moeten gebeuren in productieprocessen, onderzoek, analyse, … om conform te handelen, worden niet gecompenseerd.” 

Grote bedrijven die onder de richtlijn vallen en een contractuele relatie met een kmo hebben, moeten enkel een compensatie voorzien als de conformiteitsverplichtingen de ‘leefbaarheid van de kmo op het spel zetten’. Hoe die steun er dan precies moet uitzien, is absoluut niet duidelijk. Elke lidstaat kan dit zelf invullen. UNIZO vraagt hiervoor duidelijke afspraken aan Europa én de federale overheid.

“Als ‘de leefbaarheid in gedrang komt’ is het voor de kmo wellicht al te laat. Bedrijven kunnen niet alles doen, en al zeker de kmo’s niet. Het is ook aan de EU of ILO (International Labour Organization) om in hun handelsbeleid of in arbeidsconventies regels af te spreken. We kijken ook naar de federale overheid om voor duidelijke nationale afspraken te zorgen met voldoende aandacht voor flankerend beleid voor kmo’s. De doelstelling van deze richtlijn is nobel, maar laat ons ervoor zorgen dat we ons niet verliezen in een draaikolk van  administratieve lasten en kosten voor de kmo-ondernemers”, besluit Danny Van Assche.