Volgens recente cijfers van onderzoeksbureau Locatus is de leegstand van handelspanden in ons land vorig jaar verder afgenomen. De daling die zich in 2021 al inzette, lijkt dus te worden bevestigd in 2022. UNIZO noemt deze evolutie een positief signaal, en roept steden en gemeenten op om meer dan ooit in te zetten op bedrijvige kernen.

Tekst: Karo Janssens en Mia Van Compernolle

Concreet blijkt dat er een lichte daling van de leegstand merkbaar is vanaf 2021. Toen waren de cijfers op hun hoogst waren. Toch moet deze positieve berichtgeving genuanceerd worden, want in België is er nog steeds een leegstand van 11,3 % voor de winkelpanden, tot zelfs 16 % voor de winkelvloeroppervlakte ( WVO). Vlaanderen doet het wel duidelijk beter dan Wallonië waar grote uitschieters zijn in de kernen van de grotere steden. Er moet wel worden genuanceerd dat provincie Antwerpen na Limburg de slechtste van de klas is met 10,8% leegstand voor de winkelpanden en 8,8% wat betreft winkelvloeroppervlakte.

Een positief signaal

De blijvende, weliswaar geringe daling van de leegstand van het aantal winkelpanden, is een positief signaal. Verontrustend is wel dat het aantal m² leegstand wel stabiel blijft. Ook is vorig jaar gebleken dat de algemene cijfers per provincie/gemeente geen sluitend antwoord bieden op het fenomeen van de leegstand in kernwinkelgebieden. De cijfers van vorig jaar toonden immers nog een grote discrepantie  tussen enerzijds kernwinkelgebieden, waar de leegstand hoog bleef en de perifere winkelgebieden en shoppingcentra, waar de daling van leegstand significanter was.

"Het is belangrijk dat de kleinere winkels in de kernen een andere manier vinden om zich te onderscheiden."

De uitstroom van consumenten uit de stad en richting grote ketens in de periferie is een trend die we bij UNIZO graag willen omkeren. Onder andere de lagere prijzen, het ruimere assortiment, de (gratis) parking voor de deur en de vaak vlottere bereikbaarheid maakt dat de concurrentie van grote handelszaken buiten de handelskern een uitdaging kan zijn voor kleinere, lokale winkels die zich in de handelskern bevinden. Het is daarom belangrijk dat de kleinere winkels in de kernen een andere manier vinden om zich te onderscheiden en aantrekkelijk te blijven voor consumenten. Dit kan bijvoorbeeld door het aanbieden van unieke en lokaal geproduceerde producten, persoonlijke service en ervaringen, en het investeren in marketing en branding.

Hanvaten voor lokale overheden 

Maar ook ondersteuning van de steden en gemeenten en samenwerking tussen lokale ondernemers kunnen helpen om de concurrentie aan te gaan en de handelskern te versterken. In dat verband pleit UNIZO al langer voor het invoeren van een zogenaamde 'winkelshift', naar analogie met de 'bouwshift', waarbij geen nieuwe grootschalige winkeloppervlaktes buiten de centra meer worden vergund en waarbij zelfs een uitdoofbeleid wordt gevoerd waar dat kan. De actualisatie van het Vlaamse decreet integraal handelsbeleid eind vorig jaar biedt alvast een aantal handvaten voor lokale overheden om werk te maken van een eigen detailhandelsbeleid en voor het doorvoeren van de broodnodige winkelshift, waar kernversterking op de eerste plaats staat en waar perifere detailhandel enkel nog op specifieke locaties en met een specifieke invulling toegestaan wordt.

Ook de invulling van handelspanden in onze kernen door andere commerciële functies zoals diensten, vrije beroepen en ambachten kan een oplossing betekenen voor de leegstand. Het creëren van een Bedrijvige Kern waar wonen, werken, winkelen en ontspannen samen gaan is immers de toekomst.