Alsmaar minder bedrijfsopleidingen voor werkzoekenden - VDAB moet zelf ook meer proactief naar bedrijven toestappen en gepaste voorstellen doen 

Het aantal Vlaamse werkzoekenden dat via het systeem van Individuele Beroepsopleidingen een opleiding volgt op de werkvloer daalt, zo blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Robrecht Bothuyne opvroeg bij de VDAB. Volgens UNIZO zegt dit niet meteen iets over de populariteit van het instrument, maar is dit een rechtstreeks gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt. “In plaats van voor een IBO-systeem te kiezen bieden ondernemers onmiddellijk een contract aan”, zegt topman Danny Van Assche.  UNIZO roept VDAB wel op om zelf ook meer proactief naar bedrijven toe te stappen. 

Het aantal werkzoekenden dat via het systeem van Individuele Beroepsopleidingen door VDAB werd begeleid, daalde op vijf jaar met bijna de helft.  Via dit systeem krijgen werkzoekenden de kans om een aantal maanden mee te draaien op de werkvloer om zo de nodige competenties onder de knie te krijgen én krijgen ze een contract van onbepaalde duur nadien. UNIZO is grote voorstander van dit systeem, maar wijt de afname vooral aan het tekort op de arbeidsmarkt en aan de steeds groter worden groep van werkzoekenden die ver van onze arbeidsmarkt verwijderd zijn.  Danny Van Assche: “Ondernemers hebben niet langer de luxe om uitgebreid te kiezen uit potentiële kandidaten en dus moet er snel overgegaan worden tot actie en het aanbieden van een vast contract. De vrees is dat er anders een andere werkgever met deze persoon aan de haal gaat. De werknemer wordt dus nadien opgeleid.” 

De IBO kan een laatste stap zijn in de activering van werkzoekenden. Maar gezien de afstand tot de arbeidsmarkt voor een grote groep werkzoekenden bij VDAB steeds groter wordt, moet VDAB vandaag ook vooral inzetten op (knelpunt)opleidingen. De kloof tussen de competenties en de vacatures moet zo klein mogelijk worden gemaakt, zodat met een IBO het laatste kloofje kan worden gedicht.

Het voorstel om de IBO met taalondersteuning meer in te zetten kan op de steun van UNIZO rekenen. Er is geen betere plek om Nederlands te leren dan de werkvloer. Vandaag is volgens VDAB één werkzoekende op vier de Nederlandse taal onvoldoende machtig. Maar enkel inzetten op extra taalondersteuning zal onvoldoende zijn om tot groei te komen. Daarom vraagt UNIZO al langer aan VDAB om proactief naar bedrijven toe te stappen. De IBO wordt vandaag enkel en alleen op initiatief van een ondernemer of ondernemingen georganiseerd.

Danny Van Assche: “Als arbeidsmarktregisseur mag je van VDAB toch verwachten dat ze niet enkel oog heeft voor het aanbod op de arbeidsmarkt, maar ook voor de vraag. VDAB weet perfect hoe lang een vacature bij hen openstaat. Vanuit een oplossings- en klantgericht perspectief, zouden ze de onderneming ook zelf proactief kunnen contacteren en gepaste voorstellen doen.” 

Tot slot stelt UNIZO voor om de IBO of de beroepsinlevingsstage ook bewust meer in te zetten in de activering van 55-plussers. Op die manier worden hun competenties bijgeschaafd waar nodig en kunnen 55-plussers tonen aan werkgevers dat ze nog heel wat in hun mars hebben en kunnen bijdragen aan de onderneming.