Wat was de probleemsituatie en welke groep ondernemers had er last van?

Grote ondernemingen kunnen, zeker als zij deel uitmaken van een groep, hun winsten verschuiven naar landen met een gunstig belastingregime. Doordat kmo’s en eenmanszaken niet beschikken over die optie, ontstaat een fiscale onrechtvaardigheid.

Wat heeft UNIZO er aan gedaan?

UNIZO kaartte deze fiscale onrechtvaardigheid meermaals aan. Onder meer in ons memorandum Krachtwerk, lanceerde UNIZO een oproep aan de beleidsmakers om een fiscaal level playing field te realiseren. Mede in dit kader steunde UNIZO het voorstel voor de invoering van een gigantentaks. Op EU-niveau werd reeds beslist tot de invoering van een minimumbelasting van 15%, maar die richtlijn moest nog worden omgezet in de Belgische wetgeving.

Wat is het uiteindelijke resultaat, op welke manier heeft die groep ondernemers daar baat bij gehad?

De Belgische wetgever heeft de EU-Richtlijn rond de gigantentaks tijdig omgezet. Dit betekent dat Belgische ondernemingen die onderdeel vormen van een multinationale of omvangrijke binnenlandse groep met een geconsolideerde jaaromzet vanaf 750 miljoen euro, minstens 15% effectieve belasting moeten betalen in elk land waar ze actief zijn. Als die grens niet wordt behaald, zal een extra belastingheffing (een zogenaamde ‘bijheffing’) plaatsvinden door de lidstaat waar de moedervennootschap of de groepsvennootschap gevestigd is.

Moeten er nog verdere stappen genomen worden?

De minimumbelasting van 15% of gigantentaks is een stap in de goede richting. Er is echter meer nodig om een fiscaal level playing field te creëren. UNIZO blijft dan ook ijveren voor de invoering van een digitale belasting, zoals gevraagd in ons memorandum Krachtwerk.