Loonlasten en flexibiliteit

De voorbije jaren heeft ons land een stuk van zijn loonhandicap weggewerkt. Dat is te danken aan succesvolle maatregelen zoals een gematigde loonstijging, de indexsprong en de taxshift. Die hebben mee gezorgd voor veel meer jobs bij onze ondernemingen, en dus minder werkloosheid. Maar we zijn er nog niet: een uur arbeid is in ons land nog altijd ruim 11% duurder dan in de buurlanden.
UNIZO wil dus dat het beleid van gematigde loonontwikkeling en loonlastenverlaging wordt voortgezet de volgende jaren. Maar eerder dan een nieuwe, algemene loonlastverlaging moeten de inspanningen zich deze keer concentreren op groepen en sectoren waar het effect het grootst zal zijn.
UNIZO pleit concreet voor:
- Meer loonlastverlaging voor de lage lonen en de middenlonen, door concreet de huidige lageloongrens op te trekken en het percentage vermindering van de werkgeversbijdragen te verhogen.
- Verlenging van de vrijstelling van bijdragen voor de eerste werknemer, ook voor wie vanaf 2021 wordt aangeworven, en automatische toekenning van deze vermindering. · Meer vrijwillige overuren toelaten (momenteel 100, tenzij een CAO er meer toelaat) en de kost van deze overuren verlagen.
- Uitbreiding van de flexi-jobs naar alle werkgevers of minstens naar alle arbeidsintensieve sectoren.
- Als de oneerlijke concurrentie door de wet op het onbelast bijklussen niet wordt weggewerkt, dan wil UNIZO daar een compensatie voor. Er moet een vrijstelling van werkgeversbijdragen komen op de eerste 6.000 euro bruto loon, en een gelijkaardige vrijstelling van de sociale bijdragen voor zelfstandigen.
"EEN UUR ARBEID IS IN ONS LAND NOG ALTIJD RUIM 11% DUURDER DAN IN DE BUURLANDEN"
Maatregelen als deze leiden niet alleen tot lagere loonkosten, maar vaak ook tot meer flexibiliteit. En daar moeten we absoluut naartoe: UNIZO pleit voor meer ruimte voor individuele afspraken tussen werkgever en werknemer. Die gewonnen flexibiliteit kan zowel in het voordeel van de werknemer als van het bedrijf spelen.
Een aantal arbeidsregels die de flexibiliteit hinderen, zijn niet meer van deze tijd en moeten dus worden afgeschaft of bijgestuurd, bijvoorbeeld de minimumarbeidsduur van een deel-tijdse arbeidsovereenkomst (3u per prestatie en per dag; een derde van een voltijdse uurrooster), de rigide registratieverplichtingen voor deeltijdse werknemers en het verbod op nachtarbeid (vanaf 20u ’s avonds al).
België is verder het enige Europese land waar het ter beschikking stellen of uitlenen van personeel principieel verboden is, tenzij het om uitzendkantoren gaat. Dit principieel verbod moet versoepeld worden onder een aantal voorwaarden, zoals de vrije keuze van de werknemer om met de uitleenbeurt in te stemmen. In de uitzendsector moeten onredelijke afkoopsommen bij definitieve aanwervingen verboden worden.
Een overdreven bescherming van werknemers in het kader van sociale verkiezingen moet vermeden worden.
Tot slot wil UNIZO dat de wetgeving op het welzijn van werknemers kmo-vriendelijker wordt: deze ingewikkelde regelgeving moet drastisch worden vereenvoudigd en de dienstverlening van externe diensten aan kmo’s moeten worden verbeterd.
Als lid van UNIZO draag je bij tot onze zeggingskracht bij de overheid. En je geniet daarnaast nog tal van voordelen. Meer weten?

Dit standpunt is een van vele prioriteiten die UNIZO naar voor schuift. Wil je meer weten over dit en alle andere standpunten van UNIZO?