Het briefje te veel van de doktoor




Ik heb te doen met de huisartsen. Er zijn er te weinig waardoor het in hun wachtkamers stilaan lijkt op aanschuiven voor een Disney-attractie. En op de koop toe worden ze nu ook nog met de vinger gewezen voor hun ongebreideld voorschrijfgedrag bij langdurig zieken.
Die zijn intussen met meer dan 526.000. Ter vergelijking: dat is de volledige bevolking van een stad als Antwerpen die ‘s morgens de pyjama wat langer kan aanhouden en niet aan het werk gaat. Hun aantal stijgt dramatisch (met een kwart in 5 jaar tijd), net als hun kost (intussen 9,1 miljard euro).
Opvallend: mentale aandoeningen zijn de laatste 5 jaar, als ware het een epidemie, zelfs verdubbeld. Hoewel er zeker ook een toename van misbruik is die een harde aanpak vraagt, is het iets te simpel om deze groei vooral toe te wijzen aan een groeiend profitariaat.
Ligt het dan toch aan de artsen die ongelimiteerd voorschriften kribbelen? Daar lijkt inderdaad geen maat op te staan waardoor het niet hoeft te verbazen dat de federale regering het aantal voorschriften en de duur ervan via datamining onder de loep gaat nemen. Echte sloebers met een buitensporig voorschrijfgedrag gaan bovendien gemeld kunnen worden.
Nieuw is dat overigens niet en eerlijk: eerder heeft dit niet tot een systeemverandering geleid en dat zal het nu niet doen. Er is namelijk een onderliggende systeemfout waaraan te gemakkelijk wordt voorbijgegaan. Huisartsen zijn vandaag de passe partout helden die op alles en nog wat een antwoord moeten hebben: van een lopende neus tot mentale crisissen en alles daartussen. Het genezingsproces van een loopneus staat ongetwijfeld nog in een handboek beschreven, maar een burn-out? Hoeft het dan te verbazen dat de ene enkele weken voorschrijft en de andere maanden? Het systeem is dus ziek, maar de patient niet altijd.
In de Scandinavische landen weten ze dat al langer. Daar beslist niet de huisarts maar een paramedische ploeg over langdurige ziekte. En cruciaal: ze beoordelen wat de patiënt wél nog kan. De federale regering gaat dat laatste nu ook bij onze huisartsen stimuleren. Een uitstekende maatregel die we vanuit UNIZO al jaren vragen en dus alleen maar kunnen toejuichen. Ook bij onze buren, in Nederland, beslist niet de huisarts over langdurige afwezigheid. Want ook daar beseffen ze dat die dat gewoonweg niet kan bij heel wat aandoeningen, al zeker niet bij mentale.
De oplossing ligt dus bij het aanpakken van het onderliggende probleem: nl. de beoordeling leggen bij wie de juiste beoordeling kan maken. De rest is symptoombestrijding. En elke verstandige doktoor zal bevestigen dat een ziekte daardoor alleen maar langer duurt…