Voordeel steunzone? 95% gebruikt de maatregel niet! 

UNIZO Limburg was uitermate tevreden met de plannen tot verlenging van de maatregel rond de ontwrichte zone of steunzone tot eind oktober 2024. Sinds de erkenning van Limburg als ontwrichte zone op 30 april 2015 tot heden hebben 523 Limburgse kmo's gebruik gemaakt van deze extra ondersteuning. Al deze kmo's samen creëerden een 4.968 extra arbeidsplaatsen. Het is voor de Limburgse economie dan ook belangrijk dat tot het eind van deze maatregel op 31 oktober 2024 nog alles kan eruit gehaald worden. 

We benadrukken hierbij wel graag dat het onze ondernemers zijn die extra jobs creëren en dat een maatregel zoals de vermindering van de bedrijfsvoorheffing hierbij helpt.  Uiteraard is er geen enkele ondernemer die iemand aanwerft omdat de loonkost 5% lager is gedurende twee jaar.  Maar het helpt natuurlijk wel dat de sterke stijging van de loonkosten deels gecompenseerd worden. Zeker in tijden van sterk oplopende loonkosten door indexering, de energiecrisis en de krapte op de arbeidsmarkt, is elke extra vermindering van de loonkost een welgekomen ondersteuning. 

“Maar op basis van onze contacten met kmo’s op de Limburgse kmo- en industrieterreinen blijkt dat slechts een minieme groep het bestaan van deze maatregel kent. Wij komen dan ook wekelijks kmo-bedrijfsleiders tegen die pas geïnvesteerd hebben of bijkomende medewerkers aangeworven hebben en deze maatregel niet gebruiken. Zo zijn ons gevallen bekend van kmo-bedrijfsleiders die een nieuwe vestiging openen op een kmo of industrieterrein en ca. 20 medewerkers aanwerven. Zij wisten niet van het bestaan van deze maatregel en laten zo al snel 80.000 euro aan loonsubsidies liggen.”, zo haalt gedelegeerd bestuurder Bart Lodewyckx voorbeelden aan vanuit zijn ervaring de afgelopen maanden. Maar ook bestaande kmo’s die bijvoorbeeld een bijkomende heftruck kopen en iemand aanwerven om deze te bedienen laten veelal de subsidie links liggen. 

Je hoeft geen uitgebreid onderzoek te voeren om te beseffen dat deze maatregel zeer sterk onderbenut is. Er zijn meer dan 8.000 bedrijven op de geselecteerde bedrijventerreinen die voor de maatregel in aanmerking komen. En in de voorbije 8 jaar zouden slechts 523 kmo's investeringen hebben gedaan en meer mensen aangeworven? Op basis van deze cijfers blijkt dat 95% de maatregel niet gebruikt. Het werkelijk aantal kmo’s dat investeert en aanwerft ligt veel hoger, maar het merendeel van de bedrijven gebruikt deze maatregel gewoonweg niet. Het aantal bedrijven dat had kunnen gebruik maken van deze maatregel bedraagt een veelvoud van deze die een aanvraag gedaan hebben. 

Bart Lodewyckx: “Wij willen vanuit UNIZO Limburg onze kmo’s alvast zelf verder informeren en begeleiden naar een aanvraag. Via onze lokale ondernemersverenigingen informeren we de betrokken kmo's. Ondernemers kunnen zich ook vlot per email melden wanneer ze van de maatregel gebruik willen maken. Ook de goede samenwerking met VLAIO zetten we verder rond de hulp aan kmo's die een aanvraag willen indienen. 
We zien echter ook een rol weggelegd voor boekhouders en accountants en de Limburgse stads- en gemeentebesturen die vaak als eerste op de hoogte zijn van investeringsplannen van onze kmo's.”. 

Van de Limburgse stads- en gemeentebesturen verwachten we een actieve rol. Via een samenwerkingsverband dat we met hen willen afsluiten kunnen we samen de maatregel bekend maken bij de betrokken kmo's en via een bezoek van één van onze medewerkers en de schepen en of ambtenaar lokale economie de betrokken kmo concreet helpen met de aanvraag. 
Wij zijn ervan overtuigd dat op deze wijze nog meer kmo's dan in het verleden gebruik kunnen maken van de maatregel. 

Dat deze maatregel een doorslaggevend belang kan hebben voor het aantrekken van investeringen in Limburg blijkt uit recente aanvragen die we momenteel mee helpen indienen. 
Lodewyckx: “Bij twee kmo's liep het voordeel van deze maatregel op tot 140.000 euro over twee jaar, terwijl ze niet op de hoogte waren van de maatregel Een vermindering van de kosten, dus extra winst en extra zuurstof voor beide kmo's om hun groei te kunnen financieren.”