Zicht op je boekhouding
Wat zijn vaste en variabele kosten? En wat is de liquiditeitspositie? Een goed inzicht in de belangrijkste onderdelen van je boekhouding helpt je om jouw onderneming financieel gezond te houden.

Informatie
- Wat zijn vaste kosten?
- Wat zijn variabele kosten?
- Wat zijn diverse inkomsten?
- Wat betekent netto-bedrijfskapitaal?
- Wat is de liquiditeitspositie?
- Wat zijn de 'normale' afschrijvingspercentages?
- Vernietigen onverkoopbare stocks
- Notionele intrestaftrek in boekhouding
- Boekhouding kinderopvang
- Fiscale verplichtingen kinderopvang
- Wat zijn immateriële vaste activa?
- Wat is een dubbele boekhouding?
- Wat is een enkelvoudige boekhouding?
- Wat zijn eigen middelen?
Wat zijn vaste kosten?
Vaste kosten zijn (in tegenstelling tot de variabele kosten) niet afhankelijk van de omzet. Het zijn dus al die kosten die je maakt, ongeacht hoeveel er verkocht of geproduceerd wordt. De huur van een winkelpand bijvoorbeeld bedraagt elke maand evenveel, of er nu 1000 klanten komen of slechts 2. Andere vaste kosten zijn onder meer kosten voor winkel- of productieruimte, vervoerkosten, kantoorkosten, intresten op leningen, enz.
In werkelijkheid zijn de vaste kosten echter alleen binnen een bepaald productievolume constant. Wanneer dit overschreden wordt zullen ook de vaste kosten stijgen: je zal dan een grotere ruimte moeten huren, meer personeel in dienst moeten nemen enz. Voor verschillende sectoren kunnen andere kosten variabel of vast zijn. Personeel bijvoorbeeld. Voor ondernemingen die met een vast aantal personeelsleden werken is de personeelskost vast. Voor ondernemingen die in de piekperiodes meer personeel in dienst nemen, zal een deel van het personeel een variabele kost zijn.
Wil je graag meer info over de financiering van je onderneming?
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 28/07/2023
Wat zijn variabele kosten?
Variabele kosten zijn kosten die evenredig of verhoudingsgewijs variëren met het productievolume of de activiteitsgraad van de onderneming. Deze kosten zijn direct verbonden aan de ondernemingsactiviteit. Houdt de activiteit op, dan vallen de variabele kosten weg. Naarmate de activiteit stijgt of daalt, zullen de variabele kosten in rechtstreekse verhouding deze beweging volgen. Het zijn dus kosten die afhankelijk zijn van het productie- en verkoopproces. Grondstoffen zijn hier een goed voorbeeld van: een bakker die dagelijks 200 broden verkoopt, moet dubbel zoveel grondstoffen aankopen als een collega die er maar 100 per dag verkoopt. Door die afhankelijkheid kan men ze dus gemakkelijk uitdrukken in een percentage van de omzet.
Voor verschillende sectoren kunnen andere kosten variabel of vast zijn. Personeel bijvoorbeeld. Voor ondernemingen die in piekperiodes meer personeel in dienst nemen zal een deel van het personeel een variabele kost zijn.
Ben je nog niet helemaal zeker van je opstart of van je idee? Volg dan dit stappenplan:
1. Schrijf je ondernemingsplan met het UNIZO Startersplatform
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 28/07/2023
Wat valt er onder diverse inkomsten?
Vervolledig je lidmaatschap om het volledig potentieel van jouw UNIZO account te ontgrendelen!
Bekijk jouw lopend ledenvoordeel, je UNIZO producten, persoonlijke contacten, handige tools en aan welke organisaties je gelinkt bent.
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Quae similitudo in genere etiam humano apparet
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae;
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit.
Wat betekent netto-bedrijfskapitaal?
De eigen middelen en de vreemde middelen op lange termijn vormen samen de permanente en lange-termijn financieringsbasis voor de onderneming. Als die de vastliggende middelen van de onderneming (vaste activa) overtreffen, geven ze ook een stevige financiële ondersteuning aan de vlottende middelen (beschikbare en realiseerbare activa) .
In de praktijk stelt men immers bijvoorbeeld vast dat sommige klanten niet kunnen betalen of later betalen dan verwacht of dat sommige producten uit de voorraad niet verkocht geraken. Met een positief netto-bedrijfskapitaal (m.a.w. voorraden, klantenvorderingen en beschikbaar geld zijn groter dan de vreemde middelen op korte termijn) kunnen tegenslagen opgevangen worden en leiden ze niet tot het niet kunnen terugbetalen van schulden op korte termijn (aan leveranciers, de bank, …)
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 28/07/2023
Wat is de liquiditeitspositie?
De liquiditeitspositie is de som van alle beschikbare activa op een bepaald moment. Het gaat hier dus over kasgeld, het geld op de bankrekening en eventueel andere beschikbare activa. Wanneer uit uw resultaat blijkt dat uw project winstgevend zal zijn, bent u al een eind op weg. Maar een project dat op het einde van het jaar winstgevend is, kan in de loop van dat jaar geconfronteerd worden met een tekort aan liquide middelen. Inkomsten en uitgaven sluiten nu eenmaal zelden mooi op elkaar aan. Met andere woorden zal u voldoende ontvangsten hebben om uw uitgaven te kunnen verrrichten? Kan u met de inhoud van uw kassa en het saldo van uw bankrekening al uw uitgaven aan? Zeker in de startperiode is dit niet evident.
Naarmate de omzet groeit, kunnen er financiële spanningen optreden. Meer klanten betekent immers ook: de noodzaak grotere stocks aan te leggen, meer openstaande facturen. Naargelang de zaken beter gaan kan u als starter meer en meer in geldnood komen. Niet omdat u met verlies werkt, maar omdat er steeds meer geld in uw exploitatiecyclus gaat ronddraaien. Dat vertaalt zich vroeg of laat in een kredietbehoefte. Het ligt immers niet in de lijn van de verwachtingen dat de winst bij aanvang voldoende hoog zal zijn om de steile opgang van een startende zaak te kunnen volgen. Uiteraard zou u de groei van uw zaak kunnen afremmen, maar in veel gevallen is dat een slechte oplossing. Een toegenomen kredietbehoefte is dus niet altijd een symptoom van een slechte gang van zaken maar wordt soms veroorzaakt door de snelle groei van uw zaak te ondersteunen. Een krediet wordt pas gevaarlijk wanneer het moet dienen als reddingsoperatie.
De liquiditeitspositie of kaspositie is vooral belangrijk op maandbasis. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat u op jaarbasis winst maakt en op jaarbasis geen liquiditeitsproblemen heeft, maar gedurende het jaar wel grote krediettekorten heeft. Dit zal dan blijken uit uw maandelijkse liquiditeit. Stel dus zeker een liquiditeitsplan op maandbasis op!
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 28/07/2023
Wat zijn de 'normale' afschrijvingspercentages?
Vervolledig je lidmaatschap om het volledig potentieel van jouw UNIZO account te ontgrendelen!
Bekijk jouw lopend ledenvoordeel, je UNIZO producten, persoonlijke contacten, handige tools en aan welke organisaties je gelinkt bent.
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Quae similitudo in genere etiam humano apparet
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae;
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit.
Vernietiging van onverkoopbare stocks: hoe verwerkt u dat fiscaal?
Vervolledig je lidmaatschap om het volledig potentieel van jouw UNIZO account te ontgrendelen!
Bekijk jouw lopend ledenvoordeel, je UNIZO producten, persoonlijke contacten, handige tools en aan welke organisaties je gelinkt bent.
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Quae similitudo in genere etiam humano apparet
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae;
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit.
Moet u de notionele intrestaftrek boekhoudkundig verwerken?
Vervolledig je lidmaatschap om het volledig potentieel van jouw UNIZO account te ontgrendelen!
Bekijk jouw lopend ledenvoordeel, je UNIZO producten, persoonlijke contacten, handige tools en aan welke organisaties je gelinkt bent.
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Quae similitudo in genere etiam humano apparet
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans;
Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit. Quid est igitur, inquit, quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae;
Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. quod requiras? Sequitur disserendi ratio cognitioque naturae; Non quam nostram quidem, inquit Pomponius iocans; Quo tandem modo? Quae similitudo in genere etiam humano apparet. Sed plane dicit quod intellegit.
Boekhouding in de kinderopvang
Een goede boekhouding voeren is meer dan een wettelijke verplichting. Het is onontbeerlijk, want het geeft het een realistische kijk op de financiële situatie van je bedrijf. Zonder goede boekhouding is een gezond bedrijfsbeheer onmogelijk. Ook als je een beroep doet op één externe boekhouder, volg je dus best ook zelf je boeken regelmatig op.
Vereenvoudigde of dubbele boekhouding
Naargelang de aard en de omvang van je bedrijf voer je één van volgende soorten boekhoudingen, dit is algemeen geldende wetgeving in Vlaanderen:
- Voor eenmanszaken, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid met een omzet van kleiner dan 500.000 EUR volstaat een vereenvoudigde boekhouding. Ook voor kleine vzw's die voldoen aan een aantal criteria volstaat een vereenvoudigde boekhouding.
- Voor vennootschappen (BV, CV, NV) en voor alle andere ondernemingen met een omzet vanaf 500.000 EUR is een volledige (dubbele) boekhouding verplicht. Ook vzw's die niet aan de criteria voldoen voor een vereenvoudigde boekhouding dienen een dubbele boekhouding te voeren.
Naast deze algemene richtlijnen, is er echter ook specifieke wetgeving in de kinderopvang, waarbij aan bepaalde organisaties wordt opgelegd toch een dubbele boekhouding te voeren,, hoewel zij bijvoorbeeld een eenmanszaak zijn. Deze verplichtingen kan je verder op deze pagina terugvinden. Als kinderdagverblijf dien je te voldoen aan zowel de algemeen geldende regelgeving, als de specifieke regelgeving voor kinderopvang.
Wat houdt de vereenvoudigde boekhouding concreet in?
Bij een vereenvoudigde boekhouding moet je de volgende boeken bijhouden:
- De financiële dagboeken geven een overzicht van alle contante verrichtingen (kasboek) en alle transacties via de bankrekening (bankboek).
- In het aankoopboek hou je alle inkomende facturen bij.
- In het verkoopboek noteer je alle uitgaande facturen.
- Het inventarisatieboek is een gedetailleerde lijst van het werkelijke vermogen van een onderneming, die minimaal eenmaal per jaar moet worden opgemaakt.
- Elk jaar wordt ook een interne jaarrekening opgesteld, maar je bent niet verplicht om deze openbaar te maken.
Wat komt er allemaal bij de dubbele boekhouding kijken?
Een volledige boekhouding omvat de volgende boeken:
- In het dagboek of journaal schrijf je alle verrichtingen. Je kan ook hulpboeken gebruiken, zoals een aankoopboek of een verkoopboek, waarvan je maandelijks of per kwartaal de gegevens centraliseert in een centralisatieboek.
- Het rekeningenstelsel is een gestructureerd plan waarin alle rekeningen worden ondergebracht. Je moet daarbij een vastgelegd rekeningenstelsel te volgen.
- Je moet minstens elk jaar een inventaris opmaken en ook hier moet je de indeling van het rekeningstelsel respecteren.
- Jaarlijks ben je ook verplicht om een jaarrekening neer te leggen bij de Nationale Bank, waarvan een afschrift wordt gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad.
In beide stelsels ben je verplicht een boekhouding te voeren die aangepast is aan de aard en omvang van je onderneming. Zij moet voldoende informatie verstrekken over alle verrichtingen in je bedrijf. Deze informatie krijg je uit de verantwoordingsstukken die naar de verschillende verrichtingen verwijzen (facturen, rekeninguittreksels, afschrijvingstabellen, enz.).
Overleg met je boekhouder
Een goede boekhouding voeren, is een tijdrovende klus. Maak daarom goede afspraken met je boekhouder over wat jij op jou neemt en wat je liever of beter door je boekhouder laat doen. Voor een lijst van boekhouders in jouw regio, kan je terecht bij de betrokken federaties: BIBF en IAB. Zorg ervoor dat je boekhouder op de hoogte is van de sector kinderopvang.
Het belang van een goede boekhouder
Een goede boekhouder is van belang voor een optimale financiële werking van een onderneming. Indien je voldoende kennis hebt, kan je een aantal zaken zelf bijhouden. Veel ondernemers kiezen er echter voor om een boekhouder te raadplegen die het nodige voor jou kan doen. Wat kan je precies verwachten van je boekhouder? En hoe kan je een goede boekhouder vinden?
In deze checklist Hoe vind ik een goede boekhouder? lijsten we op waar je op moet letten bij het zoeken naar een goede boekhouder in de kinderopvang. Het is belangrijk dat je ook voor advies kan rekenen op je boekhouder.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 15/06/2023
Fiscale verplichtingen in de kinderopvang
Subsidietrap 1
De organisator die de basissubsidie ontvangt, moet:
- jaarlijks een begroting maken met een overzicht van de voorziene inkomsten en geschatte uitgaven.
- een boekhouding gebruiken die de inkomsten en uitgaven voor de kinderopvang transparant afzondert.
Voor kleine organisaties is het echter vaak niet eenvoudig om uitgebreide documentatie te voorzien en zorgt dit voor een bijkomende administratie. Om deze reden stelde Kind en Gezin samen met de vertegenwoordigers van de sector een schema op dat gebruikt kan worden. Aarzel niet om bij vragen of onduidelijkheden contact op te nemen.

Schema overzicht inkomsten en uitgaven gezinsopvang
Subsidietrap 2
Organisatoren op subsidietrap 2 dienen te voldoen aan de bij subsidietrap 1 vermeldde vereisten.
Organisatoren die volgens het wetboek verenigingen en vennootschappen of andere regelgeving een bedrijfsrevisor dienen aan te stellen, zijn verplicht de bedrijfsrevisor ook de doelmatige besteding van de subsidies te laten controleren en attesteren.
Organisatoren met meer dan € 200.000 subsidies
De organisator die een subsidie ontvangt van het agentschap die het bedrag van 200.000 euro (tweehonderdduizend euro) op jaarbasis overschrijdt, voert - in het kader van de verplichting vermeld in het eerste lid - een boekhouding volgens het principe van dubbelboekhouden en voegt een uitbreiding bij zijn rekeningstelsel. Hij maakt een jaarlijks financieel verslag op dat bestaat uit:
- een goedgekeurde jaarrekening;
- een resultatenrekening, opgesplitst voor hetzij groepsopvang, hetzij gezinsopvang;
- een lijst van alle subsidiebedragen, gelinkt aan kinderopvang, die toegekend zijn door een overheid, met vermelding van de toekennende overheid en het doel van de subsidie.
Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 15/06/2023