De schorsingsregel: basis van de accijnswetgeving!

Accijnzen zijn een indirecte belasting die geheven wordt op de binnenlandse consumptie van bepaalde goederen. Accijnzen zijn dus een verbruikersbelasting, die uiteindelijk door de consument wordt betaald. Net zoals bij de btw, betaalt de consument de accijnzen echter niet rechtstreeks aan de overheid, maar aan de handelaar waar hij de goederen koopt.

Aan de andere kant van de logistieke keten staat de producent. Om accijnsgoederen te mogen produceren, verwerken, opslaan of over te brengen onder de schorsingsregel, heeft de producent altijd een vergunning nodig. Deze vergunning geeft aan de vergunninghouder een accijnsstatuut. Maar wat voor de producent vooral interessant is, is dat deze vergunning ook toelaat om het moment van ‘inverbruikstelling’, en dus van de betaling van de accijnzen aan de overheid, uit te stellen tot een latere schakel in de logistieke keten. Het accijnsstatuut laat met andere woorden toe gebruik te maken van de schorsingsregel.

Voor meer informatie, zie: Alexander Baert, Douane en Accijnzen (Mechelen: Wolters Kluwer, 2017), p. 231.

Wil je meer info over de administratie van accijnsstatuten?

Kom op 15 oktober naar een inspirerende en informatieve workshopdag vol inzichten en praktische kennis over accijnzen. 

Meer informatie

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 12/09/2024

Moet ik als kleine brouwerij met beperkte productie ook accijnzen betalen?

Volgens de Europese wetgeving kunnen verminderde accijnstarieven worden toegepast op bier dat wordt gebrouwen door kleine, onafhankelijke bedrijven, zolang deze tarieven niet worden toegepast op brouwers die meer dan 200.000 hl bier per jaar produceren en niet meer dan 50% onder het normale nationale accijnstarief liggen. Zie: https://eur-lex.europa.eu/summary/NL/l31023

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

Kan u achterhalen wat de tarieven voor communautaire accijnsgoederen zijn in andere lidstaten van de EU?

Indien u accijnsproducten aankoopt in andere lidstaten van de Europese Unie, en ze niet onder de schorsingsregel vervoerd kunnen worden (bijvoorbeeld omdat uw leverancier niet over een accijnsstatuut beschikt), dan zult u de accijnzen betalen in het land van aankoop. De tarieven die in andere lidstaten van de Europese Unie van toepassing zijn op communautaire accijnsgoederen kunnen worden geraadpleegd via de Europese website ‘Taxation and Customs Union’: onder de categorie 'business' vindt u de geldende wetgeving inzake accijnsgoederen. Indien u een bepaalde categorie aanklikt dan vindt u er terug welke tarieven gelden in de Europese lidstaten.

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 23/02/2023

Kunt u in bepaalde gevallen betaalde accijnzen recupereren?

Kunt u in bepaalde gevallen betaalde accijnzen recupereren?

In bepaalde gevallen is het mogelijk om accijnzen die al werden betaald, terug te vorderen. Mogelijke situaties zijn:

·       Belgische accijnzen die betaald werden op accijnsgoederen die voor commerciële doeleinden ​werden vervoerd naar een andere lidstaat om ​aldaar te verbruiken.

Opgelet! De Belgische accijnzen kunnen pas worden terugbetaald zodra de accijnzen in de andere lidstaat werden betaald.

Voorbeeld: Een Belgische wijnhandelaar verkoopt wijn aan een Nederlands restaurant. De accijns is bijgevolg in Nederland verschuldigd. De Belgische accijns zal worden terugbetaald indien de Belgische wijnhandelaar met de vermelding op het VGD ​(vereenvoudigd geleide document dat dient voor het vervoer van België naar Nederland) door de Nederlandse douane kan aantonen dat de accijnzen in Nederland zijn betaald.

·       De Belgische accijnzen die werden betaald op accijnsgoederen die worden geleverd aan een particulier in een andere lidstaat (en dus niet aan een bedrijf met het statuut van Erkend Entrepothouder of Geregistreerde Geadresseerde of aan een persoon die een zelfstandige activiteit uitoefent) én die door de Belgische verkoper (of voor zijn rekening) rechtstreeks worden overgebracht naar deze klant ​(afstandsverkopen).

Opgelet! De Belgische accijnzen kunnen pas worden terugbetaald zodra de accijnzen in de andere lidstaat werden betaald.

Voorbeeld: Een Belgische likeurhandelaar stuurt jenever naar een Duitse particulier. Indien met een bevestiging van de Duitse accijnsdiensten op het handelsdocument kan worden aangetoond dat de accijnzen in Duitsland zijn voldaan, kunnen de Belgische accijnzen worden terugbetaald. ​Over het algemeen stelt de Belgische verkoper in de andere lidstaat een fiscaal vertegenwoordiger aan die voor hem de betaling van de accijns daar regelt.

·       Belgische accijnzen die werden betaald op accijnsgoederen waarvoor kan worden aangetoond dat er op het tijdstip van betaling geen accijnzen op de accijnsgoederen verschuldigd waren, of waarvoor de geïnde accijnzen hoger zijn dan wat wettelijk werd bepaald.

Voorbeeld: Op een zending bier uit Duitsland wordt Belgische accijns betaald. Achteraf blijkt dat een te hoge hoeveelheid werd aangegeven waardoor eveneens te veel accijnzen werden voldaan. Indien de Belgische koper dit kan aantonen, bijvoorbeeld met een leveringsbon met lagere hoeveelheden, kan hij om (gedeeltelijke) teruggave van accijnzen verzoeken.

·       Belgische accijnzen die werden betaald op accijnsgoederen die in opdracht van de overheid werden vernietigd.

Voorbeeld: Een zending wijn waarop Belgische accijns is betaald. Achteraf blijkt dat die niet in overeenstemming is met de toegelaten normen die de overheid heeft opgelegd.

·       Belgische accijnzen op accijnsgoederen die per vergissing ten verbruik werden aangegeven.

Voorbeeld: Een Belgische Erkend Entrepothouder koopt een zending champagne aan met de bedoeling om die te stockeren in zijn belastingentrepot. Per vergissing stelt hij de champagne toch in verbruik en betaalt de accijnzen. Hij kan teruggave van accijnzen verkrijgen indien hij de champagne in zijn belastingentrepot terugplaatst.

·       Belgische accijnzen op accijnsgoederen die alsnog worden uitgevoerd.

Voorbeeld: Bier dat in verbruik is gesteld (en waar dus accijnzen op betaald werden), wordt alsnog geleverd aan een Chinese koper en uitgevoerd naar China.

De teruggave van accijnzen op accijnsgoederen die werden ingevoerd van buiten de Europese Unie is enkel mogelijk onder dezelfde voorwaarden als voor de terugbetaling van rechten bij invoer. Dit is bijvoorbeeld als bij levering blijkt dat de goederen verbreken vertonen, ze niet conform zijn met de bestelling of te laat geleverd worden.

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

Hoe verloopt de procedure om accijnzen terug te vorderen precies?

Om betaalde accijnzen terug te vorderen, moet u een verzoek tot teruggave indienen op het hulpkantoor waar u initieel de accijnzen betaalde. Het terug te betalen bedrag moet wel groter zijn dan 10 euro.

Opgelet! Accijnzen worden enkel terugbetaald aan de persoon of het bedrijf die de accijnzen initieel betaalde aan de administratie. Indien de verkoper de accijns niet zelf heeft betaald moet de aanvraag tot terugbetaling vergezeld zijn van een volmacht opgesteld door de persoon die de accijnzen in eerste instantie heeft betaald, en die hem machtigt om het terug te betalen bedrag te ontvangen.

Voor het indienen van de aanvragen zijn specifieke termijnen van kracht:

  • Voor goederen waarvoor op een later tijdstip accijnzen werden betaald in een andere lidstaat moet u uw aanvraag indienen binnen de twaalf maanden vanaf de datum van de aangifte ten verbruik (AC4) en de betaling van de accijnzen in de lidstaat van verzending.
  • Voor accijnsgoederen die per vergissing werden aangegeven, waar te veel of niet- verschuldigde accijnzen op betaald werden of die in opdracht van de overheid vernietigd werden, geldt een termijn van drie jaar vanaf de datum van de aangifte ten verbruik (AC4) en de betaling van de accijnzen in de lidstaat van verzending.
  • Indien de goederen zullen worden uitgevoerd, moet u de aanvraag minstens vijf werkdagen voor de voorziene datum van uitvoer indienen.

Op uw aanvraag vermeldt u:

  • naam en adres;
  • verwijzing naar de aangifte ten verbruik;
  • omschrijving, aantal en aard van de goederen;
  • het bedrag van terugbetaling.

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

Is het verbruiken van accijnsgoederen (het consumeren van de goederen) gelijk aan de “inverbruikstelling” van de accijnsgoederen?

De “inverbruikstelling” van accijnsgoederen heeft in principe niets te maken met het effectief consumeren van de goederen. Volgens de algemene regel van de accijnswetgeving moeten accijnzen betaald worden in het land waar de accijnsgoederen worden verbruikt. Hierbij gaat men ervan uit dat accijnsgoederen pas kunnen worden verbruikt wanneer ze beschikbaar zijn voor de consument. Dit is met andere woorden op het moment dat ze in de winkel liggen. Voordat accijnsgoederen mogen worden aangeboden voor gebruik, moeten ze eerst ‘in verbruik gesteld’ worden. De “inverbruikstelling” gebeurt door de betaling van accijnzen door de kleinhandel, de groothandel, de fabrikant of door de invoerder op het moment dat de goederen de schorsingsregel verlaten. De betaalde accijnzen worden vanaf dat ogenblik verder doorgerekend in de verkoopprijs aan de consument.

Het moment waarop de accijnsgoederen de schorsingsregel verlaten, is de ‘uitslag tot verbruik’. Op dit moment moet de bijbehorende accijnsadministratie worden gevoerd en moeten de accijnzen worden betaald.

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

Wat is het verschil tussen het kantoor van uitgang/ingang en het kantoor van uitvoer/invoer?

Het douanekantoor van invoer is principieel het douanehulpkantoor van de regio van de importeur of het kantoor waar de goederen aankomen na invoer in de Europese Unie. Het is het kantoor waar de invoeraangifte wordt ingediend.

Het douanehulpkantoor van ingang is het douanehulpkantoor waar de goederen het grondgebied van de Europese Unie effectief binnenkomen.

Uniegoederen die het douanegebied verlaten, worden onder de regeling uitvoer geplaatst.

Wanneer niet-Uniegoederen het douanegebied verlaten, wordt een aangifte tot wederuitvoer ingediend.

Voor de goederen die het douanegebied verlaten wordt een aangifte vóór vertrek ingediend binnen een bepaalde termijn bij het bevoegde douanekantoor van uitvoer.

Op basis van deze aangifte wordt een risicoanalyse voor veiligheidsdoeleinden verricht. Indien er geen douaneaangifte of aangifte tot wederuitvoer werd ingediend voor het vertrek van de goederen, wordt bij het douanekantoor van uitgang een summiere aangifte bij uitgaan ingediend.

Goederen die het douanegebied verlaten zijn onderworpen aan douanetoezicht en worden bij uitgaan naar het douanekantoor van uitgang aangebracht.

Na eventuele controle kunnen de goederen door het douanekantoor van uitgang worden vrijgegeven.

Wanneer de goederen zijn vrijgegeven voor uitgaan, houdt het douanekantoor van uitgang er toezicht op totdat zij het douanegebied hebben verlaten.

Voor meer informatie, zie: https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/brexit/do...

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

DETAIL: communautaire accijnsgoederen transporteren binnen de EU (proces in 3 fasen)

Communautaire accijnsgoederen vervoeren binnen de EU verloopt in de volgende drie fasen:

Fase 1: Aanvraag en validatie van het e-AD voor het vertrek van de goederen

De afzender maakt vanaf zeven dagen voor de verzending van de accijnsgoederen via het EMCS een e-AD op. Op het e-AD vult de afzender volgende gegevens in:

  • de afzender
  • de ontvanger
  • de omschrijving van de accijnsgoederen
  • de goederencode
  • het gewicht
  • de hoeveelheid
  • het uur en de datum van vertrek van het transport van de goederen
  • het kenteken van het vervoermiddel.

Met de aanmaak van dit e-AD vraagt de afzender aan de lidstaat van verzending de goedkeuring voor het vervoer van de lading onder de schorsingsregel. De lidstaat van verzending valideert het e-AD elektronisch en stuurt een administratieve referentiecode (ARC) naar de afzender. Deze administratieve referentiecode is een uniek nummer, dat bestaat uit een reeks van 21 cijfers en letters.

Tegelijkertijd ontvangt de lidstaat van bestemming een kopie van het e-AD, die wordt doorgestuurd naar de ontvanger van de goederen.

Fase 2. Vervoer met e-AD

Nu het e-AD is gevalideerd mag de afzender (de verkoper) de goederen verzenden naar de ontvanger (de koper). De goederen moeten wel steeds vergezeld zijn van een geprinte versie van het e-AD of van een ander handelsdocument (factuur, leveringsbon, gedetailleerd kasticket, …) waarop de administratieve referentiecode duidelijk is vermeld. In geval van controle tijdens het vervoer moet dit document onmiddellijk kunnen worden voorgelegd door de transporteur van de goederen.

Opgelet! Als de zending niet kan vertrekken op de datum en het uur die op het e-AD zijn vermeld, moet de afzender het e-AD annuleren en een nieuw e-AD opmaken. De enige parameter die de ontvanger van de goederen ook na het vertrek van de goederen nog mag aanpassen op het e-AD is de bestemmeling.

Fase 3. Ontvangst van de goederen en administratie bij aankomst

Bij aankomst van de goederen op bestemming, moet de ontvanger binnen de vijf werkdagen de goederen aanvaarden, gedeeltelijk aanvaarden of weigeren. Indien de ontvanger de goederen aanvaardt, moet hij ze onmiddellijk inschrijven in zijn accijnsadministratie. De ontvanger moet de ontvangst eveneens bevestigen aan de lidstaat van bestemming via het EMCS.

Hierna valideert de lidstaat van bestemming het e-AD elektronisch en bevestigt dit aan de ontvanger. Ook bevestigt de lidstaat van bestemming de ontvangst van de goederen aan de lidstaat van verzending, die dit laat weten aan de afzender.

 

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

DETAIL: accijnsgoederen uitvoeren uit de EU (procedure in drie fasen)

EMCS en PLDA (ECS) – Uitvoer van accijnsgoederen buiten de EU 

A. DE UITVOER VAN ACCIJNSGOEDEREN DIE ZICH IN EEN HIER TE LANDE GEVESTIGD BELASTINGENTREPOT BEVINDEN:

De  uitvoer buiten de EU van accijnsgoederen die zich in een belastingentrepot bevinden, wordt opgevolgd door 2 systemen, met name:

- EMCS: aan de hand van het e-AD (elektronisch administratief document), voorzien van een ARC-nummer (Administratieve Referentie Code), tussen het belastingentrepot van vertrek en het kantoor van uitvoer; 
 
- PLDA (ECS): aan de hand van het UGD (uitvoergeleidedocument) voorzien van een MRN-nummer, tussen het kantoor van uitvoer en het kantoor van uitgang. 
 
Concreet betekent dit dat de accijnsbeweging tijdelijk wordt opgeschort voor de beweging tussen het kantoor van uitvoer en het kantoor van uitgang: van zodra de effectieve uitgang of de weigering werd vastgesteld en geregistreerd in ECS zal de uitgangsbevestiging of de weigering meegedeeld worden aan EMCS. Via dit systeem zal de erkend entrepothouder op de hoogte gebracht worden van de effectieve uitgang of eventuele weigering  van de betrokken goederen.

Teneinde de uitvoerbeweging beter te kunnen opvolgen, werden nationaal enkele aanpassingen doorgevoerd.

Vanaf april 2015 veranderde de wijze waarop de uitvoeraangifte ingevuld moet worden:

- het formaat van de nettomassa/het nettogewicht is voortaan maximaal n..11,2 - vak 40: steeds verwijzen naar de overeenstemmende body record unique reference van het e-AD 
 
Op 26 september 2016 werd de automatische crosscheck ingevoerd tussen het e-AD en de uitvoeraangifte bij de validatie van dit laatste document: zo moeten de GN-codes, de nettomassa/het nettogewicht en het kantoor van uitvoer op het uitvoerdocument gelijk zijn aan de in het e-AD vermelde gegevens.

Wanneer de gegevens van beide documenten overeenkomen, kan de uitvoerprocedure verdergezet worden. Indien de gegevens niet overeenkomen, zal het uitvoerdocument niet gevalideerd worden. De uitvoerder zal zijn aangifte moeten verbeteren en deze opnieuw moeten insturen. 
De belangrijkste wijzigingen en aandachtspunten worden verder in de tekst in het vet aangeduid en moeten vanaf nu toegepast worden.

Hieronder wordt de te volgen procedure volledig beschreven: 
 
1. Indienen e-AD

De erkend entrepothouder-afzender dient in EMCS een e-AD in met vermelding in de vakken “soort bericht”, 1a (“code soort bestemming”), 5 (“handelaar geadresseerde”) en 8a (“kantoor van uitvoer”) van de volgende gegevens: 
 
1.1. Vak “soort bericht”

Code 1 of 2 moet vermeld worden naargelang de situatie:

• Code 1: standaardindiening (geen toepassing van EIDR)

OF

• Code 2: toepassing van EIDR:  
 
Alléén als de aangever beschikt over een vergunning erkend entrepothouder EN een vergunning  EIDR heeft, mag “code 2” in vak “soort bericht” aangeduid worden. Concreet betekent dit dat de erkend entrepothouder-aangever dus gemachtigd is om beide documenten (e-AD en uitvoeraangifte) vanuit het belastingentrepot van vertrek in te dienen;  naast de vergunning erkend entrepothouder werd door de betrokken douanedienst ook een vergunning EIDR afgeleverd. 

Opgelet: Sedert de inwerkingtreding van het Douanewetboek van de Unie (DWU) is de domiciliëringsprocedure uitvoer  vervangen door de vereenvoudigde procedure inschrijving in de administratie van de aangever (EIDR, artikel 182 Verordening (EU) nr. 952/2013). In EMCS wordt er nog gesproken over de domiciliëringsprocedure uitvoer.

Overeenkomstig artikel 150, lid 5 van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 kan de EIDR-procedure niet worden toegepast bij uitvoer of wederuitvoer van accijnsgoederen, behalve wanneer  artikel 30 van Richtlijn 2008/118/EG van toepassing is. Dit is wanneer de gehele uitvoer of wederuitvoer plaatsvindt in België (directe uitvoer), zonder over het grondgebied van een andere lidstaat te zijn vervoerd.

Bijgevolg kan hetgeen voorzien is bij code 2 van cijfer 1.1. niet meer algemeen worden toegepast, maar enkel in het geval hierboven vermeld. 
 
1.2. Vak 1a (“code soort bestemming”) 
 
In vak 1a moet in dit geval steeds “Code 6 – uitvoer” vermeld worden.  
 
1.3. Vak 5 (“handelaar geadresseerde”) 
 
In vak 5 moeten de gegevens vermeld worden van de aangever verantwoordelijk voor de uitvoeraangifte (de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt en die wordt weergegeven in vak 14 van de uitvoeraangifte). De gegevens van de in een derde land gevestigde geadresseerde mogen hier niet vermeld worden. 

Vanaf 26 september 2016 is het verplicht om het EORI-nummer van deze verantwoordelijke op te geven in het elektronisch bericht. Indien het een aangifte met toepassing van EIDR betreft (code 2 in vak 1 van het e-AD), dient de aangever hier eveneens zijn EORI-nummer op te geven gezien hij ook verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte. 
 
1.4. Vak 8a (“code kantoor van uitvoer” 

Het betreft in geen geval het kantoor van uitgang, tenzij in situatie c). ) 

In vak 8a moet het kantoor vermeld worden, waar de uitvoeraangifte, in toepassing van artikel 221, lid 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, wordt ingediend. De volgende douanekantoren zijn bevoegd om goederen onder de regeling uitvoer te plaatsen:

a) het douanekantoor dat verantwoordelijk is voor de plaats waar de exporteur is gevestigd; 

OF 

b) het douanekantoor dat bevoegd is voor de plaats waar de goederen voor uitvoer worden verpakt of geladen;

OF 

c) elk ander douanekantoor in de betrokken lidstaat dat om administratieve redenen bevoegd is voor de handelingen in kwestie. 

Zo kan de uitvoeraangifte ook worden ingediend op een Belgisch kantoor van uitgang waarlangs de goederen de Europese Unie verlaten. 
 
Bijvoorbeeld: De uitvoeraangifte  wordt ingediend op het hulpkantoor Brussel,  maar  de accijnsgoederen zullen het grondgebied van de EU verlaten via hulpkantoor Antwerpen. Het hulpkantoor Brussel is in deze situatie het kantoor van uitvoer en dient dus te worden opgegeven in vak 8a van het e-AD. Het hulpkantoor Antwerpen is in dit geval het kantoor van uitgang én wordt enkel weergegeven in vak 29 van de uitvoeraangifte. Volledigheidshalve dient hier nog vermeld te worden dat het betrokken kantoor van uitgang nooit vermeld wordt in het e-AD; dit kantoor is enkel opgenomen in de uitvoeraangifte. 
 
Op de website van de Europese Commissie kunnen de bevoegde kantoren van uitvoer worden geselecteerd. 

Door te klikken op de eerste zoekmogelijkheid, namelijk “Zoek informatie douanekantoor via  Land, Regio, Stad en Status”, kan eenvoudig het gewenste kantoor van uitvoer per land worden teruggevonden. Er kan een combinatie worden ingevuld van “Land” en “Type het  verkeer” of slechts één van deze opties. Hierbij moet worden opgemerkt dat bij deze zoekfunctie alle “Functies” reeds zijn geselecteerd. Om bij de zoekactie enkel de kantoren van uitvoer te verkrijgen, dient men alle functies af te vinken, met uitzondering de functie “EXP – KANTOOR VAN UITVOER”  

Verder kan nog worden gemeld dat op deze site van de Europese Commissie nog andere zoekopties worden aangeboden waardoor informatie kan worden opgezocht over een douanekantoor via ‘de gebruikelijke naam’ en via ‘het referentienummer’. Tevens wordt informatie geboden over de officiële feestdagen.  
 
1.5. Vak 17f (“nettogewicht”)

Gezien er een verschillend formaat bestaat voor het invullen van het nettogewicht op een elektronisch ingereikte uitvoeraangifte en op een e-AD wordt vanaf april 2015, voor aangiften die betrekking hebben op uitvoer van accijnsgoederen, zowel in EMCS en PLDA als maximaal formaat n..11,2 toegepast; dus maximaal 11 numerieke karakters waarvan er maximaal 2 decimaal kunnen zijn.

Met andere woorden kunnen de volgende situaties zich voordoen:

  • hetzij van 1 tot 11 numerieke karakters zonder decimalen;
  • hetzij van 1 tot 10 numerieke karakters gevolgd door 1 decimaal;
  • hetzij van 1 tot 9 numerieke karakters gevolgd door 2 decimalen. 

Na validatie van het e-AD door het geautomatiseerde systeem EMCS wordt een administratieve referentiecode (ARC) toegekend.  Het e-AD krijgt de status “aanvaard”.  
 
2. Indienen uitvoeraangifte

De uitvoerder dient een uitvoeraangifte in bij het kantoor van uitvoer waarvan de code vermeld is in vak 8a van het e-AD. 

De uitvoeraangifte moet worden ingediend, met inachtneming van de bepalingen van artikel 221, lid 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, op het kantoor van uitvoer vermeld in vak 8a van het e-AD (2). Ze moet verwijzen naar het eAD op volgende manier: 
                                            
2.1. Eerste deelvak van vak 37 van het Enig document – “Regeling” 

Afhankelijk van de situatie dient de code “1000”, “1045” of “1100” vermeld te worden. 
 
2.1.1. code “1000”  Wanneer de accijnsgoederen in het belastingentrepot geproduceerd worden en vervolgens uitgevoerd worden onder de accijnsschorsingsregeling naar een derde land, dient de code 1000 vermeld te worden.

In de praktijk is dit het meest voorkomende geval. Als voorbeeld kan hier gegeven worden: door een Belgische brouwerij geproduceerd bier dat uitgevoerd wordt naar Amerika. 

Ook voor de uitvoer van accijnsgoederen afkomstig vanuit een in een andere lidstaat gevestigd belastingentrepot, dient deze code “1000” vermeld te worden voor zover de codes “1045” en “1100” ( zie hieronder) niet van toepassing zijn. 
 
2.1.2. Code “1045”

De code “1045” mag enkel gebruikt worden wanneer accijnsgoederen (bijvoorbeeld wijn uit Australië), na in het vrije verkeer gebracht te zijn (dus na betaling van de invoerrechten) en onder de accijnsschorsingsregeling in een belastingentrepot geplaatst te zijn, vervolgens worden uitgevoerd.

In de praktijk is dit een situatie die zelden voorkomt. 
 
2.1.3. Code “1100”

Een bijzonder geval betreft de voorafgaande uitvoer van accijnsgoederen in het kader van de regeling actieve veredeling (artikel 223, lid 2, onder c) van het Douanewetboek van de Unie). Hiervoor dient de code “1100” vermeld te worden. Voorafgaande uitvoer is het systeem dat toelaat dat veredelingsproducten, verkregen van equivalente goederen, worden uitgevoerd voorafgaand aan de invoer van de goederen die zij vervangen. Het betreft hier bijvoorbeeld de uitvoer van sigaretten vervaardigd van tabaksbladeren die de status hebben van Uniegoederen, alvorens uit derde landen herkomstige tabaksbladeren onder de regeling actieve veredeling worden geplaatst. 
 
2.2. Vak 38 van het Enig document – Nettomassa

Onder “nettomassa” wordt de eigen massa van de goederen zonder verpakking verstaan.       

In vak 38 dient de nettomassa (in kg) van de in vak 31 omschreven goederen vermeld te worden.

Volgens de bepalingen van Aanbeveling nr. 21 van de Europese economische commissie van de Verenigde Naties worden onder “verpakking”, materialen en componenten verstaan die gebruikt worden bij een verpakkingshandeling, waarin artikelen of substanties worden gewikkeld of verpakt om deze artikelen of substanties gedurende het vervoer te beschermen. 

De diverse soorten verpakkingen waarvan het gewicht niet wordt meegerekend voor de netto- massa (vanwege het feit dat zij alleen voor het vervoer worden gebruikt) zijn opgenomen in bijvoegsel 4 van de toelichting van het Enig document.

Gezien er een verschillend formaat bestaat voor het invullen van de nettomassa op een elektronisch ingereikte uitvoeraangifte en op een e-AD wordt vanaf april 2015, voor aangiften die betrekking hebben op uitvoer van accijnsgoederen, zowel in EMCS en PLDA als maximaal formaat n..11,2 toegepast; dus maximaal 11 numerieke karakters waarvan er maximaal 2 decimaal kunnen zijn. 
  
Met andere woorden kunnen de volgende situaties zich voordoen:

  • hetzij van 1 tot 11 numerieke karakters zonder decimalen;
  • hetzij van 1 tot 10 numerieke karakters gevolgd door 1 decimaal;
  • hetzij van 1 tot 9 numerieke karakters gevolgd door 2 decimalen. 

2.3. Vak 40 van het Enig document – “Voorafgaand document”

In vak 40 moet code “Z” vermeld worden, gevolgd door de vermelding “AAD” , het ARCnummer (21 karakters) en het body record unique reference nummer (3 cijfers) van de goederen die overeenstemmen met het artikelnummer in de betrokken uitvoeraangifte. Het body record unique reference nummer moet steeds 3 cijfers bevatten, desgevallend dient het links aangevuld te worden met nullen. 
 
Een uitvoerdocument kan verschillende goederenlijnen bevatten. Elke goederenlijn kan in vak 40 (voorafgaand document) slechts 1 ARC – nummer bevatten. Een ARC - nummer kan niet gesplitst worden over verschillende uitvoeraangiftes heen. Vanuit wettelijk standpunt wordt een goederenlijn als een aangifte beschouwd.

Voor elke body record unique reference van het e-AD dient een afzonderlijk artikelnummer op de uitvoeraangifte te worden opgemaakt. De goederencode (GN-code), het nettogewicht/de nettomassa en het kantoor van uitvoer moeten zowel op het e-AD als op de uitvoeraangifte identiek zijn. 
 
Voorbeeld:

ARC XXXXXX1230XXXXXXXXXX1 heeft 3 body records met als body record unique reference de nrs 1, 2 en 3. Op de overeenstemmende uitvoeraangifte dienen 3 artikelnummers voor te komen waarvoor in vak 40 de volgende vermelding voorkomt:

i. Artikel 1: Z-AAD- XXXXXX1230XXXXXXXXXX1001

ii. Artikel 2: Z-AAD- XXXXXX1230XXXXXXXXXX1002

iii. Artikel 3: Z-AAD- XXXXXX1230XXXXXXXXXX1003 
 
2.4. Rechterbenedenhoek van vak 44 van het Enig document

Bij gebruik van de codes “1000” of “1100” in het eerste deelvak van vak 37 van de uitvoeraangifte dient de nationale code “4X0” vermeld te worden in de rechterbenedenhoek van vak 44 van deze aangifte met als doel de koppeling te verzekeren tussen de uitvoeraangifte en het elektronisch administratief document (e-AD). De omschrijving van de code “4X0” luidt als volgt:

“Koppeling tussen de uitvoeraangifte en het elektronisch administratief document (e-AD)”

Afhankelijk van de in het eerste deelvak van vak 37 vermelde code, dient vak 44 bijgevolg als volgt te worden ingevuld: * code “1000” werd ingevuld in het eerste deelvak van vak 37: In vak 44 moet de code “4X0” ingevuld worden. 
 
* code “1045” werd ingevuld in het eerste deelvak van vak 37: Vak 44 dient niet ingevuld te worden 
 
* code “1100” werd ingevuld in het eerste deelvak van vak 37:  In vak 44 moet de code “4X0” ingevuld worden. 
 
Indien het een groepagezending betreft waarbij de uitvoeraangifte wordt ingediend op de plaats waar de goederen worden overgeladen met het oog op de uitvoer (een afwijking op het algemene principe dat de uitvoeraangifte moet ingediend worden op het douanekantoor dat bevoegd is voor de plaats waar de exporteur gevestigd is of waar de goederen zijn verpakt of met het oog op de uitvoer in of op het vervoermiddel zijn geladen) moet code “4014” toegevoegd worden in vak 44 van het Enig document (niet in de rechterbenedenhoek).

Dit is een toepassing van § 10 a) van de omzendbrief D.D. 011.471 van 22 mei 2015 betreffende uitvoer van goederen – bevoegdheid van de kantoren (D.I. 537.02).

Deze code is opgenomen in bijvoegsel 6 d) van de toelichting van het Enig document (zie codereeks 4014 t/m 4019 op de blz. 12 en 13 van vorengenoemd bijvoegsel). 
 
Indien de betrokken zending aangevangen is onder de noodprocedure inzake EMCS moeten voormelde vakken 40 en 44 als volgt ingevuld worden: 

- Vak 40 : in dit vak moet code “Z” vermeld worden, gevolgd door de vermelding “FAD” en het LRN- nummer waarmee de betrokken zending werd geïdentificeerd in vak 9a van het papieren document (nooddocument ten geleide van overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns - uitvoer) van de afzender. 

De LRN dient aangevuld te worden met het body record unique reference nummer dat bestaat uit 3 karakters overeenkomstig het voorbeeld in 2.3 hierboven.

De goederen moeten overeenstemmen met het artikelnummer waarop deze vermelding betrekking heeft. 

De datum van opstelling van het papieren document, dat wordt gebruikt in de noodprocedure, wordt ingevuld in de aanvullende informatie van het voorafgaand document.

- Vak 44: 

i. Rechterbenedenhoek van vak 44 van het Enig document: code “4X0”;

ii. De code 4013 aangevuld met het accijnsnummer van de erkend entrepothouder-afzender. 
 
Indien het een groepagezending betreft waarbij de uitvoeraangifte wordt ingediend op de plaats waar de goederen worden overgeladen met het oog op de uitvoer (een afwijking op het algemene principe dat de uitvoeraangifte moet ingediend worden op het douanekantoor dat bevoegd is voor de plaats waar de exporteur gevestigd is of waar de goederen zijn verpakt of met het oog op de uitvoer in of op het vervoermiddel zijn geladen) moet code “4014” toegevoegd worden in vak 44 van het Enig document (niet in de rechterbenedenhoek).

Dit is een toepassing van § 10 a) van de omzendbrief D.D. 011.471 van 22 mei 2015 betreffende uitvoer van goederen – bevoegdheid van de kantoren (D.I. 537.02).

Deze code is opgenomen in bijvoegsel 6 d) van de toelichting van het Enig document (zie codereeks 4014 t/m 4019 op de blz. 12 en 13 van vorengenoemd bijvoegsel). 
 
3. ECS stuurt uitvoeraangifte naar kantoor van uitgang

De verdere opvolging van de uitvoerbeweging tussen het kantoor van uitvoer en kantoor van uitgang gebeurt via het Export Control System (ECS)3. Het kantoor van uitvoer stuurt een AER (Anticipated Export Record) naar het kantoor van uitgang en de goederen kunnen op basis van een uitvoergeleidedocument, voorzien van een MRN-nummer, worden aangeboden op het kantoor van uitgang (zie § 15 van de omzendbrief D.D. 277.560 van 25 juli 2007 betreffende Export Control System (ECS) – Europees systeem voor controle op de uitvoer (D.I. 537.02), raadpleegbaar op https://eservices.minfin.fgov.be/myminfin-web/pages/fisconet#!/ ). 
 
4. Kantoor van uitgang stuurt bevestiging van verlaten EU-grondgebied door naar kantoor van uitvoer

Het douanekantoor van uitgang zendt een “exit confirmation” bericht naar het kantoor van uitvoer bedoeld in cijfer 2) wanneer wordt vastgesteld dat de accijnsgoederen het douanegebied van de Europese Unie hebben verlaten (zie § 22 van de omzendbrief D.D. 277.560 van 25 juli 2007 betreffende Export Control System (ECS) – Europees systeem voor controle op de uitvoer (D.I. 537.02), raadpleegbaar op https://eservices.minfin.fgov.be/myminfin-web/pages/fisconet#!/). 
 
5. Kantoor van uitvoer zal e-AD naar status ‘afgeleverd’ wijzigen op basis van uitgangbevestiging verkregen van kantoor van uitgang

Het kantoor van vertrek zal via EMCS op de hoogte gebracht worden en  de status van het e-AD zal automatisch van de status “aanvaard” naar de eindstatus “afgeleverd” wijzigen. 

Door deze statuswijziging zal EMCS een bericht van uitvoer sturen naar de erkend entrepothouderafzender waardoor deze op de hoogte gebracht wordt van de aanzuivering van de beweging.

Indien op het kantoor van uitgang verschillen worden vastgesteld, of indien dit kantoor oordeelt dat de uitgang van de goederen niet kan worden toegestaan, zullen het kantoor van uitvoer en het kantoor van vertrek via EMCS op de hoogte gebracht worden. Het e-AD krijgt de status “geweigerd”. 

De verder te ondernemen stappen kunnen zijn:

- wanneer er verschillen werden vastgesteld: de afzender dient aan het bevoegde hulpkantoor  de oorzaak mee te delen. Dit kantoor is bevoegd om te oordelen of de accijnzen al dan niet verschuldigd zijn;

- wanneer de uitgang werd geweigerd: de afzender zal een nieuwe bestemming aan het betrokken e-AD moeten geven door middel van het insturen van een bericht van wijziging van bestemming in EMCS. 
                                               
B. UITVOER VAN ACCIJNSGOEDEREN DIE ZICH IN EEN BELASTINGENTREPOT IN EEN ANDERE LIDSTAAT BEVINDEN 

De erkend entrepothouder-afzender die gevestigd is in een andere lidstaat moet artikel 221, lid 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie toepassen. Dit artikel bepaalt dat de volgende douanekantoren bevoegd zijn om goederen onder de regeling uitvoer te plaatsen:

a) het douanekantoor dat verantwoordelijk is voor de plaats waar de exporteur is gevestigd;

OF

b) het douanekantoor dat bevoegd is voor de plaats waar de goederen voor uitvoer worden verpakt of geladen;

OF

c) een ander douanekantoor in de betrokken lidstaat dat om administratieve redenen bevoegd is voor de handelingen in kwestie.

In de praktijk wordt vastgesteld dat de in België ingediende uitvoeraangiften als voorafgaand document een ARC vermelden van een e-AD die werd opgesteld in een andere lidstaat. Zoals hierboven vermeld, zouden deze situaties echter maar uitzonderlijk mogen voorkomen. De bevoegde controlediensten van de AADA zullen deze uitvoeraangiften aan grondige controles onderwerpen en de nodige acties ondernemen opdat het voornoemd artikel 221, lid 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie juist wordt toegepast. 

Kijk op de website van de federale overheid voor meer informatie

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

De invoer van accijnsgoederen vanuit derde landen: welke documenten zijn hiervoor nodig?

Bij de invoer van goederen die onder de schorsingsregel worden geplaatst (en waarvoor de betaling van de verschuldigde accijnzen bij invoer met andere woorden wordt uitgesteld), wordt een combinatie van twee documenten gebruikt: het Enig Document om de douaneformaliteiten bij invoer te vervullen (betalen van invoerrechten) en het e-AD om de goederen na invoer onder de schorsingsregel te transporteren doorheen de EU.

Voor meer informatie over het Enig Document, zie: https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/en...

Voor meer informatie over het e-AD, zie: https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/accijnzen...

Nadat de douaneformaliteiten vervuld zijn, zal een Geregistreerde Afzender de accijnsformaliteiten voor de schorsing verder vervullen en de accijnsgoederen onder schorsing versturen naar een Erkend Entrepothouder in de eigen of een andere lidstaat of naar een Geregistreerde Geadresseerde of een Tijdelijk Geregistreerde Geadresseerde in een andere lidstaat (zie website FOD Financiën voor meer info).

De Geregistreerde Afzender stuurt dus geen accijnsgoederen onder de schorsingsregel naar een Geregistreerde Geadresseerde of een Tijdelijk Geregistreerde Geadresseerde in de eigen lidstaat. Aangezien beide statuten enkel onder de schorsingsregel goederen kunnen ontvangen, moeten zij de accijnzen in de eigen lidstaat immers bij ontvangst betalen. Hij zal wel accijnsgoederen onder de schorsingsregel naar een Geregistreerde Geadresseerde of een Tijdelijk Geregistreerde Geadresseerde in een andere lidstaat verzenden. In dat geval moeten de accijnzen immers in de andere lidstaat betaald worden en is het dus zinvol de schorsingsregel toe te passen. Het document dat na de invoer (en dus na het betalen van de invoerrechten aan de hand van het Enig Document) gebruikt wordt voor het vervoer onder de schorsingsregel, is het e-AD.

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

DETAIL: de invoer van accijnsgoederen vanuit derde landen (proces in drie fasen)

De procedure verloopt in drie fases:

Fase 1. Op het kantoor van invoer

Op het kantoor van invoer maakt de douane een Enig Document op waarmee de invoerrechten worden betaald. De goederen worden hiermee ‘in het vrije verkeer’ gebracht. De Geregistreerde Afzender betaalt de invoerrechten.

Voor meer informatie over Enig Document, zie: https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/douane/en...

 

Fase 2. Vervoer

De Geregistreerde Afzender maakt een e-AD met als bestemming een Erkend Entrepothouder in de eigen of in een andere Europese lidstaat, of een Geregistreerde Geadresseerde of Tijdelijk Geregistreerde Geadresseerde in een andere Europese lidstaat. Met dit e-AD worden de accijnsgoederen onder de schorsingsregel verzonden naar de ontvanger van de goederen.

Fase 3. Bij aankomst

De Erkende Entrepothouder kan de goederen onder de schorsingsregel stockeren in zijn belastingentrepot. De Geregistreerde Geadresseerde of Tijdelijk Geregistreerde Geadresseerde in een andere Europese lidstaat moet de accijnzen in de lidstaat van ontvangst betalen, ten laatste de donderdag van de week na ontvangst.

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

U wil accijnsgoederen vervoeren naar een bedrijf dat niet beschikt over een accijnsstatuut. Hoe gaat dit in zijn werk?

Het vereenvoudigd geleidedocument is een document dat het vervoer van communautaire accijnsgoederen begeleidt waarvoor in de lidstaat van vertrek reeds accijnzen werden betaald. Het bestaat uit drie exemplaren:

  • Het eerste exemplaar wordt bewaard door de afzender van de goederen, die het document opmaakt.
  • Het tweede en het derde exemplaar begeleiden het transport naar de plaats van bestemming

Het vereenvoudigd geleidedocument wordt gebruikt voor vervoer zonder schorsing van accijnzen tussen commerciële bedrijven in twee Europese lidstaten. Dit betekent dat de accijnzen al zijn betaald in het land van vertrek van het vervoer.

Ook wordt het vereenvoudigd geleidedocument gebruikt voor ‘cabotage’. Cabotage is het vervoer van de ene plaats in een Europese lidstaat naar een andere plaats in dezelfde Europese lidstaat, waarbij het transport verloopt over het grondgebied van een tweede lidstaat. Bijvoorbeeld als het vervoer tussen twee Belgische plaatsen over Frans grondgebied plaatsvindt.

Voor het Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, zie:

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&c...

Voor Internationaal Wegvervoer en Cabotagevervoer zie:

https://www.europarl.europa.eu/factsheets/nl/sheet/127/international-and...

 

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

DETAIL: vervoer accijnsgoederen met een handelsdocument (procedure in drie fasen)

De procedure bij het gebruik van een handelsdocument voor het vervoer van accijnsgoederen verloopt in drie fases.

Fase 1. Borgstelling door de afzender van de goederen

De afzender van de goederen moet in de lidstaat van ontvangst van de goederen een borg stellen. In principe zal dit worden gedaan door een fiscaal vertegenwoordiger. Via zijn fiscaal vertegenwoordiger ontvangt de afzender van de goederen een bewijs van de borgstelling. De afzender maakt een handelsdocument op in tweevoud. Beide exemplaren en een kopie van het bewijs van borgstelling moeten meegestuurd worden met het vervoer.

Fase 2. Betaling van accijnzen in de lidstaat van ontvangst

De afzender betaalt de accijnzen in de lidstaat van ontvangst via zijn fiscaal vertegenwoordiger. De betaling van de accijnzen in de andere lidstaat wordt bevestigd op beide exemplaren van het handelsdocument. Een exemplaar van het handelsdocument wordt teruggestuurd naar de afzender.

Fase 3. Aanvraag tot teruggave van accijnzen in de lidstaat van vertrek

De afzender kan nu in de lidstaat van vertrek een aanvraag tot teruggave van accijnzen doen met het handelsdocument waarop de betaling van de accijnzen in de andere lidstaat werd bevestigd. Hij moet hiervoor binnen de twaalf maanden vanaf geldigmaking van de aangifte ten verbruik (AC4, zie: https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/applicati...) een schriftelijke aanvraag indienen op het accijnskantoor waar de accijnzen initieel werden betaald. Op de aanvraag vermeldt hij:

  • naam en adres;
  • verwijzing naar de aangifte ten verbruik;
  • omschrijving, aantal en aard van de goederen;
  • het bedrag van terugbetaling.

Opgelet! Indien de verkoper de accijnzen niet zelf heeft betaald, moet de aanvraag tot terugbetaling vergezeld zijn van een volmacht opgesteld door de persoon die de accijnzen in eerste instantie heeft betaald en die hem machtigt om het terug te betalen bedrag te ontvangen.

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

Hoe accijnzen regelen bij import van wijnen uit Frankrijk, die u wil doorverkopen aan Belgische restaurants?

U bent restauranthouder of winkelier in België en wil graag wijnen importeren uit Frankrijk. Hoe regelt u de accijnzen?   

Accijnzen zijn administratief complexe materie. Om een antwoord te geven op uw vraag is enige technische uitleg dus op zijn plaats.

Accijnzen zijn een verbruikersbelasting, die geregeld worden door een richtlijn op Europees niveau. Ondanks de gemeenschappelijke regelgeving worden accijnzen op nationaal niveau geïnd. In principe zijn vanaf het moment van de eerste verkoop na productie de accijnzen verschuldigd. De enige uitzondering hierop is de ‘schorsingsregeling’, een regeling waarbij accijnsgoederen mogen opgeslagen of vervoerd worden, zonder dat de verschuldigde accijnzen betaald moeten worden. De betaling van de accijnzen kan hiermee naar een later tijdstip worden doorgeschoven, bijvoorbeeld naar het moment dat de goederen in België zijn toegekomen. Opgelet! Deze schorsingsregeling is wel alleen mogelijk indien u én uw handelspartners beschikken over een statuut of een tijdelijke regeling die het vervoer onder ‘schorsing van accijnzen’ toelaat.

Producenten van wijnen zijn verplicht het accijnsstatuut van ‘erkend entrepothouder’ te hebben. Dit laat hen toe accijnsgoederen ​te produceren, op te slaan en te vervoeren onder schorsing van accijnzen. Uw Franse producent kan de goederen met andere woorden ‘onder een schorsingsregel’ verkopen, waardoor u geen Franse accijnzen moet betalen. Om de goederen van Frankrijk naar België te vervoeren zonder eerst de Franse accijnzen te moeten betalen, zal u eveneens over een (al dan niet tijdelijk) accijnsstatuut moeten beschikken. Indien u minder dan 6 keer jaarlijks wijnen invoert, vraagt u zes keer de vergunning van  ‘tijdelijk geregistreerd geadresseerde’ aan door middel van betaling van een borg ter hoogte van de Belgische accijnzen op de goederen die u zal aankopen. Voert u vaker in, dan vraagt u de vergunning van geregistreerd geadresseerde aan en moet u een accijnsadministratie voeren. Zodra de wijnen in België aangekomen zijn vervalt de schorsingsregeling en zijn er Belgische accijnzen verschuldigd. U recupereert deze accijnzen op het moment van verkoop aan uw klanten.

Veder kan u in België ook het statuut van erkend entrepothouder bekomen zonder aldus producent te zijn. Hierdoor kan u wijn ontvangen onder schorsing van accijns van elke producent en ook op slaan. De accijns is pas verschuldigd bij verkoop aan uw klanten en kan u dan terzelfdertijd doorrekenen. 

Opgelet! Indien u de goederen op uw beurt aan een klant in een andere lidstaat verkoopt, zijn de accijnzen in de desbetreffende lidstaat te betalen! Dit kan een omslachtige en dure administratie tot gevolg hebben. De enige uitzondering op deze regel is wanneer de particulier die ​de accijnsgoederen aankoopt voor zijn eigen gebruik, onder de maximale hoeveelheden blijft en de goederen zelf vervoert.

Verdere informatie is te vinden op de website van de Algemene Administratie der douane en accijnzen via de link:

https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/accijnzen

 

 

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 06/09/2024

Je wil wijn vervoeren naar een particulier in Frankrijk en heeft de accijnzen al betaald in België. Welk document heb je hiervoor nodig?

Bij het vervoer van accijnsgoederen naar een particulier in een andere lidstaat, waarbij de accijnzen in de lidstaat van verzending al betaald zijn, wordt een handelsdocument gebruikt. Een handelsdocument mag gewoon opgemaakt worden door de verkoper. Een factuur, leveringsbon, afhaalbon of een gedetailleerd kasticket en dergelijke, komen in aanmerking als handelsdocument. Om het vervoer van accijnsgoederen te begeleiden, zijn er steeds twee exemplaren van het handelsdocument nodig. Het handelsdocument wordt gebruikt bij de verkoop op afstand van accijnsgoederen aan particulieren in een andere lidstaat, indien het vervoer van de goederen door of voor rekening van de verkoper gebeurt. In dit geval moeten de accijnzen in het land van verbruik betaald worden. Hiervoor wordt gewerkt met een fiscaal vertegenwoordiger. De vereniging van de fiscalisten en de accountants is het Instititute for Tax Advisors & Accountants.

Opgelet! Niet in alle Europese lidstaten mag een fiscaal vertegenwoordiger de formaliteiten voor u op zich nemen. Of dit kan, is afhankelijk van de nationale wetgeving van elke lidstaat. Doe navraag bij UNIZO Internationaal of de lidstaat van bestemming van uw goederen werkt met een fiscaal vertegenwoordiger.

Interessant om te weten: ook voor het vervoer van nationale accijnsproducten zonder schorsing wordt een handelsdocument gebruikt.

Fout opgemerkt? Laatst gewijzigd: 12/09/2024

Nuttig voor jou